Trier-Rome 2015/2016
Terugblik: Pelgrimstocht naar Rome
2015 Trier-Piacenza
Met veel enthousiasme begon ik 18 juni 2015 aan mijn pelgrimstocht van Trier naar Rome. Een tocht waar ik zo'n drie maanden voor nodig dacht te hebben. Omdat ik diabetes type-1 en coeliakie heb, moest er veel extra bagage mee. Mede hierdoor ben ik met een wandelkar gestart. In het Schwarzwald kreeg ik in de tweede week te maken met extreme hitte, temperaturen van boven de veertig graden. Ziek en totaal geen kracht meer, moest ik al na 2 weken stoppen. Gesloopt door de hitte, in combinatie met torenhoge bloedsuikerspiegels, zei mijn lijf: stop. Weer thuis dreigde er zelfs een ziekenhuisopname. Drie weken was ik thuis. Het herstel ging gelukkig vlotter dan ik dacht.
In die drie weken heb ik nagedacht hoe ik verder zou kunnen/willen gaan op mijn pelgrimstocht naar Rome. Een ding stond vast, het gewicht van mijn rugzak moest aanzienlijk omlaag. Wou ik dat bereiken, dan zou ik het restant van mijn tocht in 2 stukken moeten opdelen. Zo zou ik behoorlijk wat aan spullen voor mijn insulinepomp en bloedsuikermeter thuis kunnen laten en ik zou ook zonder wandelkar verder kunnen gaan. Na overleg met Thea heb ik besloten om terug te keren en dit jaar tot Piacenza te lopen. Op 26 Juli ben ik vertrokken naar Basel. Hier heb ik mijn weg weer opgepakt naar Lausanne, om daar over te stappen op de Via Francigena.
Genoten heb ik op de mooie wandelpaden door de Jura en langs de meren in het behoorlijk dure Zwitserland. De prachtige, maar zware klim naar de Grand St.Bernard. Omlaag door het Aostadal met zijn vele kleine dorpjes. Om uiteindelijk na de rijstvelden in de Po-vlakte, te eindigen in Piacenza. Door het warme en vochtige weer was het geen pretje om hier te lopen. Ik zou het niet nog eens doen. Het is me ook opgevallen dat hier niet veel pelgrims lopen. Soms voelde ik me eenzaam. Vooral 's avonds zou ik graag mijn ervaringen met andere pelgrims delen. Blij was ik dan ook, dat ik Jacques, de Fransman ontmoette in Martigny. Het klikte tussen ons en samen hebben we veel plezier gehad ongerwaeg.
2016 Piacenza-Rome
In 2016 ben ik op 17 mei terug gegaan naar Piacenza, om mijn pelgrimstocht naar Rome een vervolg te geven.
Terugkijkend naar dit deel van mijn tocht, moet ik constateren dat het zwaar is geweest. Misschien gezien mijn leeftijd van 64 jaar en mijn diabetes te zwaar voor mij. Een oorzaak wat zeker heeft meegespeeld was het slechte weer m.n. in de Apennijnen, maar ook de fikse verkoudheid die me parten speelde de laatste veertien dagen van mijn tocht. Ik was dan ook heel blij, dat Thea vanaf Siena met me mee is komen lopen.
Samen hebben we er van genoten, ondanks alle “troubles”.
Ongerwaeg trof ik genoeg pelgrims op dit stuk vanaf Piacenza. Hoofdzakelijk Italianen, maar ook Zwitsers, Duitsers, Belgen, Engelsen en Amerikanen. En gek genoeg, velen van hun hadden net als ik ook de Camino naar Santiago de Compostela gelopen. Sommige Italianen wel 2-3 keer. Zo kreeg ik vaak de vraag: wat vind je nou van de Via Francigena? Natuurlijk, er zijn velen wegen die naar Rome gaan. Over een ding waren we het snel eens: de Via Francigena gaat teveel over en langs drukke verkeerswegen, je komt dan ogen te kort. Ook waren de meesten het er wel over eens dat het een pittige tocht is. Maar wat mij het meest verraste was wel, dat de Via Francigena zich niet kon meten met de Camino in Spanje en dat verbaast mij. Voor de meeste zijn de Spaanse wegen, mooier en lieflijker.
Terugkijkend kan ik zeggen: het is koud geweest, het is nat geweest, maar vooral, het is ook heel mooi geweest. Vooral de dagen door de Apennijnen en de Toscane waren ondanks alles geweldig. Maar ook de drie dagen in Rome waren bijzonder mooi. Ik sluit af door iedereen te bedanken die d.m.v. een berichtje in het gastenboek, een telefoontje of een app-je ons gesteund hebben ongerwaeg. Dank je wel hiervoor.
Wat de toekomst verder in petto heeft voor een wandeling!! Misschien wel de Olavsway in Noorwegen, wie weet.
Donderdag 23 juni
Rome-Eindhoven-Reuver
Weer thuis
Om acht uur vanmorgen lopen we naar de taxistandplaats op de Vittorio Emanuele. Deze ligt gelukkig niet al te ver van de Piazza Navona af. Gelukkig maar, het is erg benauwd buiten. En met dae rugkzak op de poekel, zjweitse al sjnel. Rome heeft veel vaste standplaatsen voor taxi’s. De z.g. witte taxi’s zijn legaal, dus safe. Er zijn er ook altijd een paar aanwezig. Ze maken reclame met vaste prijzen voor vervoer naar de twee vliegvelden. Wij moeten naar Ciampino en de prijs is hiervoor dertig euro. Onze rit naar het vliegveld is een waar spektakelstuk. Doe mos mer eine chauffeur zien hiej in Rome. Volgens mij moet dit een helse baan zijn. Want het is druk, druk en nog eens druk. Maar onze chauffeur slingert zich overal doorheen. Je moet hier eigenlijk vier ogen hebben. Twee voor de auto’s en twee voor de scooters. Wat die allemaal voor halsbrekende toeren uithalen, ongelooflijk. En as passagiers kense ut beste de auge toe doon!
Bewust zijn we vanmorgen al op tijd naar het vliegveld gegaan, om toch maar niet in die verkeers-chaos te komen. Onze vlucht is om vijf voor half een vanmiddag en we vliegen met Ryanair naar Eindhoven. Om half tien kunnen we al inchecken. Mooi, zo zijn we op tijd verlost van onze rugzakken. Op ons gemak kunnen we wat rondlopen, koffie drinken en een hapje eten. Om elf uur breekt de hemel open. Een enorme hoosbui gaat over het vliegveld. Ik zie een vliegtuig landen. Nee eigenlijk zie ik alleen maar een groot nevelspoor wat voorbij gaat. Om twaalf uur kunnen we aan boord en precies volgens schema gaan we de lucht in. Een uur en vijftig minuten gaat de vlucht duren. Vanuit mijn raampje heb ik een mooi uitzicht op moeder aarde. Volgens mij vliegen we ook een heel stuk langs de kustlijn. Als we de Alpen over zijn, die er prachtig bij liggen met hun besneeuwde toppen, zitten we boven Zwitserland. Duidelijk zie ik de Bielersee, Murtersee en het Lac Neuchatel. Hier heb ik vorig jaar op mijn eerste deel naar Rome langs gelopen. Het is een prachtig stuk. Kwart over twee precies landen we in Eindhoven. Wat is het benauwd en warm hier. Italiaanse temperaturen! Zwager Wim en schoonzus Annemiek halen ons op. Om veer oer zien veur weer thoes “Oppe Ruiver”. Blij en moe, maar voldaan. Hoije
Woensdag 22 juni
3e dag Rome
Sixtijnse kapel
Op tijd op vanmorgen. We gaan al voor acht uur op pad naar de Sixtijnse kapel. Als we Vaticaanstad naderen, valt een ding ons meteen op. Heel veel militairen en politie zijn op de been. En dan maar niet te spreken over de grote aantallen mensen. Voordat we op het plein van de St.Pieter zijn, is onze handbagage al verschillende keren bekeken en gescand. Dat er zoveel veiligheid is en oh zoveel mensen heeft alles te maken met de audiëntie van Paus Franciscus op het plein voor de St. Pieter vanmorgen. Dit gebeuren begint om negen uur. Wij lopen door richting Sixtijnse kapel. Ongerwaeg worden we natuurlijk weer lastig gevallen door de "ticketverkopers", wat zijn ze toch weer opdringerig. Om half negen staan we in de rij voor een ticket. We moeten wachten omdat de verkoop van tickets pas om negen uur begint. Om negen uur komt er beweging in de rij wachtenden.
Als we binnen zijn, zie ik op grote schermen de paus in gesprek met mensen op het plein. Maar wat is het er vol. Na onze tickets te hebben gekocht, kunnen we ronddwalen door het Musei Vaticani met de Sixtijnse kapel. Ongelooflijk wat hier te zien is. Kruisjes, Monstransen, bustes, schilderijen en wat al nog meer.
Door de Sala della Biga met zijn prachtige plafondschilderingen lopen we door de Galleria Candelabri, de Galleria Degli Arazzi, de Galleria Della Carte Geografiche en de Appartamento di San Pio V naar de Sixtijnse kapel. Wat is dit meesterwerk van Michelangelo een lust voor het oog en overweldigend mooi. Die grieze hersencellen van os kriege dit neet gauw verwerkt allemaol. Er is veel bewaking en een priester spreekt ook nog even. Fotograferen is ten strengste verboden. Zij die het toch proberen krijgen gelijk te horen: No foto. Ze zien werkelijk alles. Wij gaan op een bank zitten die langs de twee lange wanden staan. Rustig bekijken we het indrukwekkende plafond. Wat een prachtige fresco's. Hier heb je gewoon vier ogen nodig om het goed gezien te krijgen. Hier vindt ook het conclaaf van kardinalen plaats als er een nieuwe paus moet worden gekozen. En asse um hunne zegke ze: Habemus Papam. We hebben een nieuwe Paus. Na al deze pracht en praal lopen we door verschillende galerijen naar de koffieshop. Nog nagenietend van al dit moois drinken we hier koffie met een stuk gebak er bij. Over een prachtige mooie grote wenteltrap dalen we af naar de uitgang.
Inmiddels is het half twaalf en lopen we terug richting St.Pietersplein. Een stroom van mensen komt ons tegemoet, omdat op het St.Pietersplein de audiëntie van de Paus is afgelopen. We horen dat de Basiliek tot twaalf uur gesloten is. En wat staat er nu al een sliert mensen voor. Na het passeren van de veiligheidscontroles gaan we naar het Pelgrimsbureau waar we al verschillende malen aan voorbij gelopen zijn. Nu gaan we naar binnen om te kijken wat hier is. Nou een mooie oorkonde ter gelegenheid van het Iubilaeum Misericordiae 2025-2016 met mijn naam opgedrukt krijg ik hier, na controle van mijn credenziale. Ook komt er nog een mooie stempel in mijn credenziale. Als we weer buiten staan is het heet. Poeh, poeh! Wat doen we nog. Door die combinatie van hitte, enorme drukte en het vele verkeer is de fut der biej os twieje waal ein bietje oet. We lopen terug naar ons relais om ons wat op te frissen. Hierna zoeken we een terrasje op om te eten. Dit wordt natuurlijk op de Piazza Navona. Hier is het gewoon heerlijk zitten. Een lekker koud pilsje vooraf gaat erin als hop. Hierna eten we weer heerlijk en natuurlijk, met een goed wijntje erbij. Als alles goed gezakt is, slenteren we nog wat door de steegjes om wat inkopen te doen en pikken nog een terrasje.
In de kerk van Santa Maria della Pace steekt Thea nog een kaarsje op voor pap en mam. Vandaag Is het alweer drie jaar geleden dat pap is overleden. Wat geit dae tied toch sjnel. Vanavond gaan we terug naar de Piazza voor een kleine hap en om miense te kieke. Morgenmiddag om half een vliegen we naar Eindhoven. Hoije.
Dinsdag 21 juni
2e dag Rome
Senore, madame: you want ticket??
Vanmorgen hebben we natuurlijk de tijd. Alles op ons gemak. Vandaag willen we de St.Pieter gaan bekijken en indien mogelijk de Sixtijnse kapel. Voor negen uur vanmorgen staan we weer in 't Vaticaan. Het begint er al behoorlijk druk te worden. Als we naar de detectiepoortjes lopen worden we opgehouden door de "ticketverkopers". Erg vervelend hoe zij hun werk menen te moeten doen. Zij proberen je tickets te verkopen voor het Museum, Sixtijnsekapel en nog enkele bezienswaardigheden. Om de paar meter wordt je aangeklampt. Prijzen variëren enorm. En al is het no, no, no, ze blieve dich hardnekkig volge. Bij de eerste luisterend we nog aandachtig. Als hij merkt dat we toch geen interesse hebben, vraagt hij of we geldgebrek hebben. I can give you reduction. No, no neet neudig. Het is misschien hun werk, maar ze zijn erg opdringerig. Het valt op dat het veel Pakistani zijn, de "verkopers".
Weer door de detectiepoortjes gaan we naar binnen de Basilica San Pietro in. Ogen kom je te kort, wat hier te zien is. Pracht en praal, maar het geeft wel een beetje een dubbel gevoel geeft. Enerzijds natuurlijk geweldig mooi en goed dat het allemaal onderhouden wordt. Anderzijds ook wel gênant dat hier door de eeuwen heen zoveel geld aan gespendeerd is. Na ons bezoek aan de de kerk, dalen we af naar de grafkelder waar de laatste rustplaats is van vele Papi's. De tombe van Petrus is wel heel apart. Hier kun je ook niet bijkomen. Weer eenmaal buiten gaan we op pad voor een bezoek aan de Sixtijnsekapel.
Ongerwaeg hierheen weer hetzelfde. De vervelende ticketverkopers. De Sixtijnse kapel ligt buiten de muur en er is veel volk op de been. Als we de hoek omslaan, schrikken we. Wat een rij mensen. Ja, allemaal voor de kapel en de wachttijd is ruim tweeëneenhalf uur. Waat noe?Koffie drinken, zegk ich taege Thea. Wij gaan zeker niet in die rij staan. Daar is het nu al veel te heet voor. Op een terrasje nuttigen we een heerlijke bak koffie. We overleggen wat te doen nu. Dan maar vandaag geen Sixtijnsekapel. Misschien morgenvroeg nog een poging. We gaan voor een bezoek van de "Cupola San Pietro". We lopen terug en moeten weer door de detectiepoortjes voor in de St.Pieter te komen. Eenmaal weer hierdoor is de rij gelukkig niet lang om een kaartje te kopen. Op verschillende bordjes word je geadviseerd wat je wel en niet moet doen om boven in de koepel te komen. Het zijn 551 trappen. Dit staat duidelijk vermeld. Dus mensen met b.v hartproblemen kunnen zich beter bedenken. Wij gaan het eerste stuk tot waar de koepel begint met de lift. Je komt uit in de binnenring van de grote koepel alwaar je een fantastisch uitzicht hebt naar beneden in de basiliek en naar boven naar de koepel. Je kunt er half omheen lopen. Prachtige mozaïeken langs de wanden zijn hier te zien. Buiten kun je over het dak van de St.Pieter tot bijna aan de grote beelden komen, die je ziet als je op de grond ervoor staat. Ja, dan naar boven met de trap. Nog 221 trappen. Via enge wenteltrappen ga je omhoog. Heel raar is de schuine trap in het bovenste deel van de koepel. Eenmaal boven heb je werkelijk een fantastisch uitzicht over Rome. Mijn fototoestel maakt overuren.
Weer beneden moeten we helemaal naar de andere kant om er uit te komen. Je kunt er maar op een plaats in en op een plaats er uit. Ein oer is ut al gewaes en veur kriege honger. Door de vele steegjes en straatjes lopen we richting de Piazza Navona. Ongerwaeg doen de etenaanprijzers hun best om je bij hun aan tafel te krijgen. Dat dit werkt zien we maar al te goed. Wij worden ongerwaeg aangesproken door iemand en zitten binnen no time op hun terras aan tafel. Hij heeft het druk, de buurman heeft het druk. Maar verderop waar niemand buitenstaat om je bij hun aan tafel te krijgen, zit werkelijk niemand. Wel sneu. Het eten is lekker, vers gemaakte glutenvrije spaghetti, wat wil je nog meer. Een wijntje erbij met een fles mineraalwater en.....het is hier goed toeven. Hierna zoeken we ons een plekje op uit de zon, op de Piazza Navona. Ut blief ein hiel sjoen plein. De terrassen rondom puilen uit van de hongerige toeristen. De kunstenaars zijn ijverig in de weer en wij, wij zitten dit allemaal te bekijken. Rond half vijf gaan we terug naar ons relais, met een lekker ijsje op de vuist. Een lekkere douche en wat slapen, dat doet goed. Vanavond gaan we terug naar de Piazza, lekker miense kieke. Hoije
P.s op de website: www.friezenkerk.nl staan enkele foto's van ons. Klik om deze te zien eerst op: naar de website Friezenkerk. Dan op: 12e zondag door het jaar - Rome 19 juni. Hoije.
Maandag 20 juni
1e dag Rome
Gisterenavond was voor het avondeten de voetwassing. De Confraternitas San Jacobeo, beheerd drie herbergen aan de Via Francigena. Deze in Rome is de laatste van de drie. Eerst wordt het ritueel van voetwassing en kussen uitgelegd. Dit gebeurt in zowel het Italiaans als ook in het Engels. De hospitalero's doen dit met volle overtuiging. Een hele ceremonie is het met zoveel pelgrims. Hier aansluitend zou het avondeten zijn. Maar helaas het duurt nog een half uur. Ich zegk taege Thea: ut wuerd eine late vanaovund. Maar we kunnen die tijd kletsen met andere pelgrims, waaronder de twee Nederlanders, Stefano en Ina en ook met de Duitser Heribert uit Daun. Ook treffen we hier Simon weer, die van Canterbury naar Rome is gelopen. Om half negen kunnen we dan aan tafel. De hospitalero's hebben heerlijk gekookt en het was gezellig tafelen. Wel gaan we met een opgeblazen gevoel naar bed.
Vanmorgen na een goed ontbijt en het spekken van de donativopot nemen we afscheid van de voortreffelijke hospitalero's en enkele bekenden. In principe mag je hier twee nachten blijven, maar wij hebben een ander onderkomen geboekt.
Eerst gaan we terug naar de St.Pieter voor ons testimonium. Dit wordt uitgereikt in de sacristie en je krijgt het door je credenziale te overleggen. Ongerwaeg hier naar toe lopen we langs de Tiber waar zwaarbewapende militairen en polizia staan, o.a bij een universiteit. Net als gisteren, hoe dichter je Vaticaanstad nadert, hoe meer politie en militairen. We komen de Amerikaan Aaron tegen. Die leuke vent van enkele dagen geleden. Hij heeft zijn testimonium in de hand en wijst ons waar we precies moeten zijn. Eerst weer door de detectiepoortjes en de rugzakken door de scan. Dan de Zwitsere Garde vragen om doorgang. Zij wijzen ons door naar de politie die tweehonderd meter verderop staat. Die verwijzen ons door naar een kantoortje om de hoek waar we een briefje op naam moeten afhalen voor toegang tot de sacristie. Hier leveren we het briefje met de credenziale in en wachten rustig af. Uiteindelijk krijgen we een mooi testimonium dat op perkamentpapier is gedrukt, voorzien van gouden zegel en stempel van Vaticaanstad.
Ook onze credenziale krijgen we terug met een stempel van de St. Pieter. Het is mij opgevallen dat je, om bij de sacristie te komen, door veel controles moet. Wij willen de St.Pieter bezoeken maar zien hier al snel vanaf, omdat we de rugzak op hebben. Om aan de andere kant weer door alle detectiepoortjes te moeten, nee daar hebben we vandaag geen zin meer in. Morgenvroeg staat dit als eerste op het programma.
Veur gaon opzeuk nao ozze "herberg": Relais Arco della Pace. Deze moet in de buurt van de Piazza Navona liggen. Na enig zoek en speurwerk komen we aan op deze geweldig prachtige Piazza. Erg indrukwekkend, oh zo mooi. Nu nog het relais proberen te vinden. Door heel smalle steegjes staan we voor de deur van een hoog gebouw. We bellen aan en de deur wordt automatisch geopend. Als we beneden de hal binnenkomen, schrikken we ons een hoedje. Waar zijn we hier terechtgekomen? In de hal ligt allerhande rotzooi en als we van alle lege flessen die er liggen statiegeld zouden innen, kunnen we nog wat langer in Rome blijven. Het relais is op de derde verdieping gevestigd. Gelukkig is hier wel alles proper en schoon. Onze kamer schijnt nog niet helemaal klaar te zijn. We gaan lekker op het dakterras in de zon zitten. Wat een uitzicht. Na ons geïnstalleerd te hebben, gaan we een hap eten in een van de vele Osteria's hier. En dan is de zon weg, het regent en onweert buiten behoorlijk. Ook merk je binnen dat het afgekoeld is. Waar we zitten te eten tocht het behoorlijk. En dao biej hubbe ze onnoch de deure wiet aopesjtaon. Hierna snel terug naar ons relais.
Even een uurtje plat. Later op dag gaan we naar de Piazza Navona toe. Rondom voorzien van bijna allemaal terrasjes. Druk is het er. Veel kunstenaars staan er hun waar en kunsten te tonen.
We lopen de Chiesa Sant' Agnese di Agone binnen. Hier begint net een concert van het St. Louis festival Chorus. Die maken een toer door Italië. De leden van dit koor bestaan uit een samenstelling van leden van het Manchester United Methodist Church Chancel Choir en van het St. Louis Symphiny in Unison Choir. Prachtig concert. Het duurt ongeveer een uur. Daarna nog wat boodschappen doen want we moeten zelf voor het ontbijt zorgen. Het is weer gezellig druk op alle piazza's. We kijken hier en daar nog wat naar de kunstuitingen. Sjoen, sjoen. En den houwen veur de pin der in en gaan terug naar onze kamer. Buena Sera!
Oet sjei ich met get wat ich de letste daag hub opgesjreve.
Ongerwaeg
Ich waas ongerwaeg,
de waeg haaj mich mit genaome.
Ich ging van dörp nao dörp,
van sjtad toet sjtad.
Omlieg en omhoeg,
soms nao links en soms nao rechts
Mer auchwaal uns omgekierd.
Ich waas ongerwaeg,
de waeg haaij mich mit genaome.
Haaj ich ein doel, ich dink ut waal,
zeker toen ich donder biej kwaam.
Ich leep zoewe als de waeg leep,
auch euver noejt gelaupe paej.
Ich waas ongerwaeg,
de waeg haaj mich mit genaome.
Waas de waeg sjoen, den zong of floot ich,
vraog de waeg tevuul, den vervlookte ich um.
Ich waas ongerwaeg,
de waeg haaj mich mit genaome.
Keek ich allein nao ut oetzich,
den loog ich waal us op mien sjnoet.
Lette ich allein op mien veut,
den miste ich det oetzicht.
Ich waas ongerwaeg,
de waeg haaj mich mit genaome.
De letste bladzijje hub ich omgesjlaege,
ich hub mien book oet.
Ich waas ongerwaeg,
de waeg haaj mich mit genaome.
Hae luut mich neet mier los.
Zondag 19 juni
Monte Mario-St.Pieter. 8 km
Rome, we komen.........aan
Wat zenuwachtig sta ik vanmorgen op. De laatste kilometers komen er aan. Na een uitgebreid ontbijt, zijn we om half acht op pad. Heel mooi is het dat "Mary" de route automatisch heeft aangepast t.o.v mijn route. Zo hoeven we niet te gaan zoeken om op de via Francigena te komen. Det haet Marie al veur mich gedaon. "Mary" loodst ons door vele straatjes en steegjes naar de ingang van een park. Hier pakken we de markeringen op en komen zo uit bij een mooi uitzichtpunt over de stad Rome. De koepel van de St. Pieter steekt boven alles uit. Hierna gaat het alleen nog maar omlaag. Het pad, wat geplaveid is met dikke stenen, gaat via achttien haarspeldbochten omlaag. Eenmaal beneden gaat het over een lange weg naar de St. Pieter toe. Gelukkig is er nog niet veel verkeer op straat. Hier en daar een fietser of zelfs een peloton hardlopers. Ut zalle waal de Vaticaanrunners zien, dachten veur. Hoe dichter we Vaticaanstad naderen, hoe drukker het wordt.
Bij aankomst zien we dat de veiligheid hoog in het vaandel staat. Ongelooflijk hoeveel Polizia en carabiniera op de been zijn. Voordat we de Piazza San Pietro op kunnen, worden we eerst gecontroleerd alsof we op een vliegveld zijn. Alles gaat in bakken en door veiligheiddetectors. Thea moet zelfs twee keer door 't poortje. Twee keer begint het ook te piepen. De politieman denkt dat het aan de wandelschoenen ligt. Maar hij vertrouwd op haar eerlijke gezicht. Hij zegt lachend: no bomba a scarpa's e.....? Naturelmento, no. En dan staan we op het plein, waar het steeds drukker wordt. De rij mensen die de St. Pieter in willen, zwelt aan. Daar sluiten we niet bij aan. Een Amerikaanse toeriste vraag ik om een foto van ons twee te knippen. Geen probleem, als ik er ook een van haar maakt.
Wij gaan naar de kerk van de Friezen, een Nederlandse kerk in Rome vlakbij de St.Pieter. We worden hier hartelijk ontvangen en de pastoor neemt ons mee naar boven. Hier schrijft hij een oorkonde uit op onze naam. Deze zal ons overhandigd worden tijdens de eucharistieviering die om half elf begint als het allemaal past. Want er zijn meerdere intenties tijdens deze dienst. Het is een mis met zes Hiere. Als dit altijd zo is! Ik denk het eigenlijk niet. Heel druk is het er niet. Maar er is ook een afscheidsdienst voor een van de pastoors. Misschien daorom die zes Hiere. Na de eucharistieviering, maar voor de afsluiting wordt er aandacht geschonken aan enkele bijzonder intenties. Een echtpaar uit Limburg die hier met hun kinderen hun koperen bruiloft vieren. Dan worden wij naar voren gevraagd. De pastoor vertelt een kleinigheidje over onze tocht. Dan krijgen wij de oorkonde overhandigd. Voor mij een emotioneel moment. Mijn ogen blijven hierbij niet droog. Een echtpaar dat naast ons zit en waar de vrouw oorspronkelijk van uit Baexem komt, maakt voor mij enkele foto's. Na de mis is er nog koffie drinken buiten voor de kerk. Dat ik mijn tocht in de Friezenkerk heb mogen afsluiten betekent veel voor mij. Een waardige afsluiting van mijn tocht naar Rome. En heel fijn dat ik dat samen met Thea heb mogen doen.
Om twaalf uur zijn we op het St. Pietersplein voor de zegen van Paus Francesco. Heel indrukwekkend om dit met zoveel mensen te mogen mee maken. Muisstil is het er, ongelooflijk. Hoog boven in zijn raam spreekt hij de menigte toe. Je ziet het aan de rode loper die uithangt, waar je moet kijken. Indrukwekkend. Dan gaan we op zoek naar een stadsplan. Hierna op pad naar onze slaapplek welke drie kilometer verder in de wijk Trastevere ligt. Onze slaapplek is bij de: Suore Missionarie Francescane del Cuore Immacolato di Maria. De herberg daar wordt gerund door: Spedale della Provvidenza di San Giacomo e San Benedetto labre. Zoewe alles biej elkaar eine ganze mondj vol. Ongerwaeg hierna toe eten we in een osteria aan de Tiber. Om twee uur komen we aan bij de herberg, maar deze gaat pas om drie uur open. Den mer ein lekker pilske pakken op ein terrasje. Geit der mit zoe ein waer waal in. Tegen drie uur gaan we terug en zien dat de herberg open is. Na inschrijving en registratie en stempelen van onze credenziale wordt ons het reilen en zeilen van de herberg uitgelegd. Hoije
De rest kumt morgen.
Zaterdag 18 juni
Formello-Monte Mario 33 km
Ongelooflijk wat een rotzooi
Uitgeslapen, een goed ontbijt, een prachtige blauwe lucht. De daag ken al neet mier kapot! Rond acht uur zijn we weer op pad. De eerste uren is het heerlijk lopen. Door bossen, langs hoge hagen en uit de zon. Vandaag wordt het een warme dag volgens de meteorologen. Dik dertig graden wordt gemeld. Dat het weekend is, merken we al vroeg aan de vele mountainbikers, die ons voorbij suizen. Zitte ze weer op ozze waeg. Na een fikse afdaling komen we terecht bij de bergbeek Torrente Valchetta. De grote stapstenen voor aan de overkant te komen, liggen er nog in. Maar we kunnen over een nieuwe brug die is aangelegd. Hier pauzeren we even. Thea zien tienkes doon weer pien. Als we weer op pad zijn, komt ons een taxi tegen. Eine taxi in de boesj, boesj! Waat mot dae hiej!! Wij gaan aan de kant zodat hij voorbij kan en lopen door. Even later komt de taxi ook terug. De chauffeur belt en maakt hevige gebaren. Er zit niemand bij hem in de taxi. Hij is waarschijnlijk zijn clienti kwijt. We lopen omhoog en komen uit in Isola Farnese op de via Cassia. We willen wat drinken bij een ristorante. De cheffin staat buiten bij het zwembad en heeft duidelijk geen zin in twee landlopers. Ristorante chiusi! Dan maar verder. Met eine nek as sjoerpepier.
Het gaat alleen maar omhoog naar het La Storta. Het plaatsje doet zijn naam alle eer aan. Wat een troep en vetzooi is het hier langs de via Cassia. Het zal zeker niet aan de gemeente liggen.
Om de de honderd meter staat een hele batterij aan containers, zowel links en rechts. Maar er wordt meer langs de containers gedumpt dan er in. Wat een troep, bah, bah en het stinkt ook nog eens. Maar ja, helaas zullen we hier overal langs moeten, of we dat nou willen of niet. Geen keus verder omdat op de weg ook enorm veel verkeer is. Kent geur uch det ein bietje veurstelle hoe det zo get der oet zuut! Stank en uitlaatgassen krijgen we vandaag als toetje erbij. Het getoeter van nerveuze Italianen nemen we op de koop toe. Hier vinden wij dus niks aan!! In La Giustiniana willen we overnachten, zodat we morgen maar een vijftiental kilometers hoeven te lopen naar de St.Pieter. Maar het pakt allemaal heel anders uit.
Ik bel alle adressen uit mijn gids, maar helaas: no camera meer. Dan probeer ik het maar op de volgende plaatsen op de route, zoals: Ottavia en Saint Onofrio. Ook hier krijg ik te horen, no camera. Op de meeste plaatsen vanaf maandag weer. Wat noe te doon?
We zoeken maar eerst een barretje op om even te zitten en te kijken hoe nu verder. Thea zegt: "als we nu eens met de trein verder naar Monte Mario gaan, een afstand van zo'n acht kilometer. Daar zal toch zeker wel iets te vinden zijn". Zo hoeven we morgenvroeg ook niet langs die ellendige weg te lopen. Ik heb mijn bedenkingen, maar vind het goed. Een geluk hebben we, de sjtatie is doenbiej. Nao wat geklungel en gehannes aan de kaartautomaat, zitten veur om kwart euver twiej in de trein. Tien minuten later staan we Monte Mario. Een man wijst ons de weg naar de albergo van de Suore Carmelitane. Deze heb ik ook al willen bellen, maar krijg er geen gehoor. Als we voorbij een barretje lopen, vragen we nogmaals de weg. Ik zie op de ruit WiFi-free staan. Snel maar naar binnen. De alleraardigste barman doet enorm zijn best om voor ons een slaapplek te vinden. Hij belt vele adressen, maar helaas alles zit vol. Intussen loopt Thea naar de Suore Carmelitane toe. Als zij terug komt, heeft een zuster haar verteld dat dit klooster helemaal de andere kant uit ligt. Zo'n drie kilometer verder terug. De barman vertelt ons dat de drukte komt omdat het weekend is. Alles is dan geboekt door Italianen die naar het Vaticaan gaan op zondagmorgen. Dan maar Booking.com raadplegen. Ook hier is al veel volgeboekt. Maar ik vind toch wat tegen een redelijke prijs. Het hotel ligt wel vier kilometer verderop, maar we boeken het. We bedanken de barman hartelijk voor zijn hulp en gaan op pad. Heet is het en weer langs die klote weg. Ein diek oer later komme veur aan biej hotel Zone. Een modern hotel maar het boeit ons gene ene moer. We zijn verschrikkelijk blij dat we een bed hebben, na deze doodvermoeiende dag. Negen uur zijn we ongerwaeg geweest. Dik 26 kilometer gelopen, hierbij veel zoek km. Na een lekkere douche, snel de loopspullen nog gewassen. Om half zeven kunnen we hier ook eten. Gelukkig maar, dat we daar niet meer voor op zoek hoeven te gaan. Op tijd naar bed. De fut is op en de piep is oet. Hoije.
Vrijdag 17 juni
Sutri-Formello 34 km (13 km met de bus)
Zaoletrein-autobus-zaoletrein
Gisterenavond hebben we nog de kathedraal Maria Assunta bezocht in Sutri. Wat een prachtige kerk, die voorzien is van vele kleuren marmer. Hoe kun je in godsnaam zo'n groot gebouw hier in dit oude centrum neer gezet krijgen. Dit heb ik mij vaak afgevraagd ongerwaeg. Dit is natuurlijk neet de ierste kerk diej ich zeen. Na een goede nachtrust staan we op tijd op. Met een lekker ontbijtje achter de kiezen, gaan we om half acht op pad. Sutri uit, gaat over een steile weg omlaag. Bij het archeologisch park pakken we de route weer op. We zien in de lavarotsen op verschillende hoogtes vele gaten. Deze behoren tot de Necropolis, de enige Etruskische dodenstad. Heel bijzonder. Verderop gaat het weer een flink stuk langs de verharde weg. Het verkeer raast je weer langs de oren. Dit is sjit om hiej weer langs te motte laupe. Oetkieke geblaoze! We gaan richting Trevigano en kunnen gelukkig deze weg verruilen voor een landweg. Via Sutri-Vallicella lopen we door naar Monterosi.
Gisteravond hadden we besloten om in Monterosi de bus te nemen naar Compagnano di Roma. De afstand van 34 km is te groot, zeker nu. De bus zal vertrekken om kwart voor tien. Inmiddels is het al half tien. De bushalte moeten we nog zoeken en zeker een tabbaci waar we de kaartjes kunnen kopen. We haasten ons over de "hoofdstraat". In 't voorbij gaan "ciao e autobus" roepend naar Gulio, Francesco en Natale die al bij een barretje zitten te pauzeren en van verre al zwaaien als ze ons zien. Na nog wat vragen, hebben we de kaartjes gekocht en de bushalte gevonden. Binnen enkele minuten stoppen er drie bussen. De derde moeten we hebben. In Campagnano di Roma aangekomen, drinken we eerst koffie. Wat een druk stadje. Veur kriege der genne kiek op! Maar gauw weg hier en alweer langs een drukke weg. Tjuu nog uns aan toe. Heel even denken we, als we via een trapje de weg verlaten en over een bospad verder gaan, dit valt mee. Een verkeerde gedachte. Een stuk verder komen we weer op dezelfde weg uit. Steeds stijgend gaan we "boven" links af richting het zwembad. Dalen moeten we en niet zo zuinig ook, om vervolgens weer fiks omhoog bij het zwembad uit te komen.
Via de aanwijzing op een bord met "via Francigena" en "Sanctuari Madonna del Sorbo" gaan we naar links om deze weg te volgen. Steeds gaat het omhoog en omlaag. De mooiste huizen liggen hier met lange oprijlanen en veel bloemenpracht, vooral rozen en oleanders. Ook komen we langs een enorm golfcomplex, wat hier prachtig ligt. Het ziet er geweldig uit. Uiteindelijk komen we bij een splitsing waar we rechts omlaag moeten.
Laat nu de Sanctuari Madonna del Sorbo rechtdoor en .......weer fiks omhoog liggen. Toch wil ik er gaan kijken en zeg tegen Thea dat we hier maar een grote pauze houden. Ut is auch aetenstied. De kerk is mooi en er is een stempel aanwezig. Maar wat een rust heerst hier. In de koepel boven het altaartje is een mooie fresco te zien. Buiten op een bankje genieten we van onze karige "maaltijd". Zitten we net rustig zie ik opeens Hubert met zijn vriendin aankomen. Die heb ik twee weken geleden voor het laatst gezien. Elk jaar maken ze samen van april tot oktober wandelingen. Nu naar Rome en dan gaan ze trekken door de Alpen. Slapen doen ze veel in hun tent. Rugzakken wegen respectievelijk 15 kg en 18 kg. En ut zien maar ein paar hiele sjmale. Hubert hoort zichzelf graag praten, dus niet mijn type. Ik zeg zachtjes tegen Thea: Doot dich de sjoon maar vas aan. En dan is het "Tschuss und auf widersehen" en weg zijn we. Het is dan nog een uurtje lopen naar Formello.
Ongerwaeg gat het over een rustige weg door het natuurpark, Parco di Veio. Langzaam gaan we steeds verder omlaag en ik denk hierbij het mijne. Thea hoor ik achter mij al zeggen: potverdorie, zegk neet det dit sjtedje auch weer op eine berg ligk. En ja hoor, we moeten er nog eens flink tegen aan het laatste stukje. Steeds weer die extra inspanning aan het einde van een loopdag. Via een drukke straat gaan we naar het oude centrum. Zoeken de touristinformatie op en vragen waar een slaapplek is. Ook krijgen we hier een timbre voor in de credenziale. Het meisje vertelt ons dat aan de overkant een Ostello van de kerk is. Voor mij, maar ook voor Thea geen ostello's meer. Ich bun krank genog gewaes. Wij lopen eerst eens door de lange straat die door het oude centrum loopt. Maar helaas, na wat rond vragen is hier bar weinig. We lopen maar weer terug naar de oude stadspoort en vragen in een leuke bar waar een B&B is of een Albergo. De man achter de bar gaat met ons naar buiten en wijst ons de weg naar B&B La Meridiana. Thea belt aan en een vrouw maakt open. Ah Pellegrini, si. Ik vraag haar naar de prijs. Oei boven ons budget. Toch nemen we het en zo komen we terecht in een juweeltje van een oud huis. Fantastisch mooi. Och, det mot toch kenne! Hoije.
Donderdag 16 juni
Monasterio Benedettine-Sutri 23 km
Alle wegen leiden naar.....Rome
Vanmorgen om zeven uur zitten we al aan een lekker ontbijtje. Geen non meer te zien. We horen dat 't buiten flink begint te waaien en te donderen. Oei, oei! Buiten gekomen regent 't flink. Dan nog maar eerst de kloosterkerk in. En ja hoor, daar zitten de zusters al stil in gebed te wachten op de pastoor, die even later arriveert. Maar daar wachten wij niet meer op. Het regent niet meer, de temperatuur is heerlijk en samen met de drie Italianen gaan we op pad. Het waait wel behoorlijk hard, maar gelukkig hebben we de wind in de rug. Een stuk verder krijgen we deze echter vol in het gezicht. Mer veur twieje Ruiverse windjbuujels laote os neet kenne. Want wiej de winjd weit zoewe weit mien jeske. Zo lopen we verder door gigantische hazelnootplantages. Prachtig rustig lopen is het hier. Op het gekef van honden na, die de omheinde stukken moeten bewaken. Is mer good det ze achter de draod zitte.
Op de verharde weg richting Capranica treffen we twee Nederlandse fietssters, Mientje en Leentje uit de buurt van Hoorn. Alle vier vinden we het leuk om effe de eigen moedertaal te kunnen spreken. De Italianen lopen door. De dames weten niet of ze de goede richting uitgaan. Samen bekijken we onze gidsen en ze gaan inderdaad de verkeerde kant op en ik zet ze weer op 't goede pad. Na nog wat ervaringen te hebben uitgewisseld lopen we door. Even later fietsen ze ons vrolijk fluitend voorbij, nu wel de goede kant op. In Capranica houden we even pauze bij een barretje waar Gulio, Francesco en Natale net weggaan. We drinken wat en lopen dan door 't oude centrum met weer mooie gebouwen en klein steegjes, met aparte hoekjes. En overal een overvloed aan bloemen en planten op balkonnetjes en trapjes. Alles wordt hier mooi benut. Als we aan de andere kant van het stadje via trappen afdalen, sla ik links af. Thea laat op zich wachten, trappen af vindt haar knie niet zo'n succes. Beneden aangekomen loopt ze gewoon recht door. "Wat duit det noe" denk ik. Ik roep haar toch maar gauw. Oeps foutje. Snel staat ze weer bij me en lopen we verder.
Dan komen we bij een T-splitsing en de route wijst naar rechts. Een driehonderd meter verder moeten we ineens linksaf. Dit lijkt mij niet logisch. Ik roep de hulp in van "Mary". Eens kijken wat ze voor mij in petto heeft. Maar "Mary" houdt al een poosje de mond. Ik kom er niet achter wat de oorzaak van haar zwijgen is. Anders had ze mij al gewaarschuwd op het moment dat we van de route afweken. We lopen terug naar de splitsing en zien hier ook een aanduiding naar links. Ja, deze moeten we hebben. Tja, alle wegen leiden naar Rome. Na een lang zeer vervelend stuk over asfalt te hebben gelopen met best wel veel verkeer , komen we aan in Sutri. Althans onderaan. We besluiten om hier te overnachten en maar omhoog te lopen. De puf is der gans oet. We lopen naar het oude centrum. Bij een restaurant houdt een man ons al een menukaart onder de neus. "Menu di Pellegrini €16". Dat doen we maar. Heerlijk gegeten hebben we hier. Voor een overnachting gaan we naar Albergo Sutrium. Deze albergo staat in mijn gids genoemd. We vinden hier een kamer voor een prezie di pelerine met ontbijt. De kamer is netjes. Gauw douchen, loopspullen wassen en dan gaan we achter de stadspoort op de Piazza del Comune wat drinken op een terras. Ook voor de plaatselijke bevolking is deze piazza blijkbaar de ontmoetingsplek. Terwijl de bambini's al spelend over het plein rennen, kletsen de oudjes de laatste dorpsroddels aan elkaar door. Een genot om te zien.
Ik hoop wel dat de kuur snel aanslaat, want ik knap niet echt op. Ik ga op halve kracht en niet meer. Als het zo doorgaat, kom ich noch nao Rome toe aan 't kroepe. Thea zegt: den busse pas unne echte pelgrim, want die kroepe auch ut letste sjtukske. Hoije
Woensdag 15 juni
Viterbo-Vetralla-Monasterio Benedettine. 21 km
Olijfje, Don Luigi en de stilte van het klooster.
En alweer lacht de daag os toe vanmorge. Wat hebben we een heerlijk weertje. Om half acht vanmorgen verlaten we Viterbo. Snel geraken we de stad uit. Een stukje er buiten kunnen we kiezen voor een alternatieve route. Mijn wandelgids schrijft: Ausergewöhnliche Hohlwege im Tuffgestein. Hier kiezen we dan ook voor. Iets bijzonders willen we altijd wel zien. Inderdaad de weg gaat door grote stukken hoge lavabergen waar een weg in is uitgehakt. Hier is het heerlijk lopen. Ook het warme zonnetje kom niet aan je. Uiteindelijk komen de route's toch weer samen.
Het verdere verloop van de dag wordt bepaald door: olijfbomen, hazelnootbomen en kiwi struiken. Zij bepalen het gezicht vandaag. Samen met "Mien Olijfje" en niet die van Pompeye is het heerlijk lopen door de olijfplantages. Ongerwaeg bel ik met het Monasterio Benedettine "Regina Pacis" voor een slaapplek. Dat is geregeld en s'avonds kunnen we mee eten en s' morgens mee ontbijten. "Olijfje" is het hier helemaal mee eens. Als ik dan de zoveelste tissue volsnotter en weggooi denk ik: ze hoove allein mer mien tissues te volge, den kums ze auch in Rome.
Vetralla bereiken we tegen half een. Omdat we slapen in het anderhalve kilometer verderop gelegen klooster, wil ik toch graag een stempel van Vetralla. We lopen door naar het oude centrum. Hier stappen we een kerk binnen. Een oud vrouwtje neemt ons mee naar het beeld van de H.Antonius. Thea steekt een kaars aan, althans dat wil ze doen. Mer ut vruiwke duit det waal efkes. Ze geeft ons twee bidprentjes van de H.Antonius. Ik vraag haar om een timbre. No, no timbre. "Chiesa San Francesco" zegt ze en wijst maar dat we alsmaar rechtdoor moeten. Ongerwaeg vraagt een man of we hier willen slapen en eten. Hij heeft zeker kamers in de aanbieding. No, no veur gaon ut klooster in. Wel maar voor een nacht. Bij aankomst is de kerk dicht. Niet heel verwonderlijk, hij staat n.l half in de steigers. Wat nu. Maar ook hier krijgen we de hulp van een oud vrouwtje. Zij zit heerlijk te genieten van het zonnetje als ik haar vraag: " Chiesa chiusi?" si si senore. Pellegrine?vraagt ze, si si signora. "Une timbre de credenziale" vraag ik. Ah e Don Luigi. Ze staat op en loopt een stukje met ons mee en we horen alleen maar, "Don Luigi, Don Luigi". Zeker eine belangrieke persoen hiej. Op straat roept ze naar een man: Don Luigi timbre. Als het nu nog niet duidelijk is wat we willen. Deze man neemt het van de vrouw over en neemt ons mee naar de sacristie waar onze gezochte man staat. Parmantig aanwezig de heer Don Luigi, pastoor. Hij staat daar als en veldheer, strak in het zwarte pak met een brede witte bood om zijn nek en een mooi kruis op zijn kraag. Een grote dikke pijp maakt het geheel af. Ook hij vraagt ons of we hier willen slapen en eten. No, no allein mer eine timbre wille veur. Hij roep naar zijn assistent dat hij dit maar even moet doen. Na dit hele gebeuren gaan we een terras opzoeken voor een lekkere pot bier met citroen. Ongetwijfeld zal deze smaken. Verkaat of neet verkaat.
Tijd hebben we genoeg vandaag. Dus op het terrasje is het goed toeven. Als we dan weer op pad zijn, zie ik een Coop liggen. Thea blijft buiten in het zonnetje zitten en ik ga voor brood S.G.
Hier slaag ik snel voor en voor op de vuist nog twee stukjes kaas. Het is nog een lange rechte weg omhoog naar de Monasterio Benedettine. We lopen er recht tegenaan. Bellen aan en een zuster maakt de elektrische poort open. Later zullen we merken dat je hier niet zo maar uit bent. De was hangt inmiddels en wij zitten buiten in de kloostertuin te genieten van de zon. Wat duit wermte dich toch good. En wat een serene rust heerst hier. Om half acht kunnen we vanavond aan tafel. Veur zien benuujd wat de pot sjaft.
Eten is prima. Alle gasten zitten aan tafel. Alleen Italianen, dus weinig conversatie voor ons. Zelfs een jong stel die allebei op een bank werken, spreken geen woord Engels. De drie Italianen van Radicofani, Gulio, Francesco en Natale, zijn ook hier aangeland. Sjoen men. Jammer dat we niet voluit met hun kunnen praten. Na het eten komt een jonge non mee opruimen. Thea vraagt wanneer we moeten betalen. Ze brabbelt wat onverstaanbaars. Dat zegt de kokkin "now, here". Tja, as ut op betale aankump, kenne ze inens waal get Ingels!
Dinsdag 14 juni
Montefiascone-Viterbo 19 km
Legende van de wijn Est, Est, Est
Montefiascone is wat wij gisteren gezien hebben, een en al Est, Est, Est.
Dit heeft alles te maken met het jaar 1111 toen de Duitse Prälat Johannes Fugger uit Augsburg op reis ging om te kijken waar hij in opdracht van de keizer kon investeren. Dit boeide hem helemaal niet. Elke dag stuurde hij zijn dienaar vooruit om wijn te proeven. Was de wijn goed, dan werd er op de deur "Est" geschreven. Dat wil zeggen: hier is het goed. In Montefiascone smaakte de wijn zo goed dat er drie keer "Est,Est,Est" op de deur werd geschreven. Fugger had zich hier al wat van voorgesteld. Want Montefiascone betekend vrij vertaald: Berg van de korffles. Vanaf die dag heeft Fugger zich nog alleen maar toegelegd op wijn. Uiteindelijk is de wijn hem fataal geworden. Met andere woorden: hae haet zich kapot gezaope. Ook heb ik ergens gelezen dat de inwoners van Montefiascone jaarlijks op zijn sterfdag uit dankbaarheid een fles van deze wijn over zijn graf leeg gieten.
We vragen ons wel af, het gaat over het jaar 1111, het heeft met feestvieren te maken, zal daar dan de bij os zoe bekende elfde van de elfde vanaaf komme?
Pootje baden
Eindelijk eens een goede nachtrust. Uitgeslapen gaan we vanmorgen opgewekt op stap. Eerst maken we gebruik van een uitgebreid ontbijtbuffet. As veur hiejnao boete sjtaon, lach de daag os toe. De lucht is blauw en het beloofd een mooie dag te worden. Eerst bezoeken we het toeristenbureau voor een stempel. Een mooie stempel met opschrift: "100 km tombe di Pietro" siert nu onze credenziale. Via heel, heel veel trappen komen we uit bij het Parco Della Rocca dei Papi. Hier boven heb je een mooi uitzicht. Zelfs tot over het meer van Bolsena. Ongerwaeg krijgen we vele stukken van de oude handelsweg tussen Rome en Florence onder de zolen n.l. de Via Cassia Antica. Langs de kleine Mariakapel Madonna del Rosario vervolgen we onze weg. Bij de rustplek Valle Castelone pauzeren we. Hier zit ook een Italiaan te rusten die een toertje aan het maken is. Uit het hoge gras komt opeens een kleine jonge kat al miauwend aangelopen. De fietser ontfermt er zich over en het katje is niet meer weg te slaan. Dao zien veur sjoen vaerdig met, dink ich sjtiekum. Als de fietser weggaat rent het jonge ding hem achterna. Zo, daar zijn we van verlost. Er komen ook nog vier Australische pelgrims aan om te rusten. Wij staan net op het punt om verder te gaan. Een paar stappen en dan.....miauw, miauw daar is het kleine ding weer. Nu loopt ze ons alleen maar voor de voeten. Nee zelfs tussen de benen. Ik moet er niet aan denken als .......ze onger mien groete sjoon kumt. Uiteindelijk ben ik het zat. Ook met het oog op een naderende verkeersweg, welke we over moeten steken. Ik pak "Kitty" bij de vlerken en zet ze over een omheinde wei bij een huis neer.
Over mooi paden met een klein beetje vals plat, komen we aan bij Terme del Bagnaccio. Thea wil pootje baden. Zien meuje veut en pienlikke tienkes hubbe thermaal water neudig. En thermaal water is goed voor alles. Het is een vrij toegankelijk complexje. Ca 6 kleine bassins. Het is er best druk. Ik heb geen zin om de schoenen uit te doen en kijk op afstand toe terwijl Thea met de voetjes in het water gaat. Zichtbaar genietend. Even later zijn de voetjes weer opgedroogd, schoenen weer aan en verder. Het lijkt alsof Thea vleugeltjes heeft gekregen, maar na enkele kilometers zijn die weer kapot en gaat het moeizaam in de hete zon met amper schaduw. Over een lange stoffige weg lopen we naar Viterbo toe. Wat een heisa is het om door en over drukke verkeerspunten te komen bij binnenkomst. Wat een auto's. Wat een getoeter. Wat een geduld hebben ze! In mijn wandelgids staat Albergo Roma als slaapplek vermeld. We komen er langs en.....zijn voorzien van een bed voor vannacht. Dat ook nog voor een speciale pelgrimsprijs. De lucht is nog steeds staalblauw. Ik kan me niet herinneren dat ik zo'n dag als vandaag eerder heb meegemaakt op mijn pelgrimstocht. Snel doen we ons wasje. In de zon natuurlijk zo droog. Zelf wassen en dan een tukkie. De aaje zien meug. Tegen half vier bezoeken we de stad. Een mooie stad, tenminste voor zover wij kunnen zien. Alleen overal een ontzettende drukte van auto's en scooters. Zelfs in de voetgangerszone mogen auto's rijden, weliswaar maar 30, maar toch. Voor een stempel moeten we in de kathedraal San Lorenzo zijn. Hierna een lekker terrasje. Miense kieke. Italiaanse schonen paraderen voorbij. Op hoge hakken, over kinderkopjes. Och wat loopt het lekker! Maar nao al det kieke, sjtaon veur aug op. We gaan richting dom en kijken daar of we ergens een hapje kunnen eten. En mooie dag vandaag en mijn hoestbuien zijn aan het minderen. Hoije
Maandag 13 juni
Acquapendente-Bolsena 24 km met de bus.
Bolsena-Montefiascone 21 km
Il Dottore Gerardo Naddeo
Fikse hoestbuien, een branderig gevoel in de luchtpijp en een gesnotter van heb je me daar. Alle ingrediënten voor een heel slechte nachtrust. Daarbij ook nog een torenhoge bloedsuikerspiegel. Bij het opstaan vanmorgen voel ik mij dan ook verre van fit. Na het ontbijt gaan we toch maar op pad. Twee kilometer verder zie ik bij een bushalte een jonge meid staan. Scusi, mer geit de bus nao Bolsena, vraog ich um. Si, si senor. Thea zegt tegen mij dat het een goede keus is en dat we in Bolsena ook een arts gaan zoeken. Echter er doet zich een probleem voor. In de bus kun je geen kaartjes kopen. En wij hebben geen buskaartjes. Kaartjes koop je veelal in een tabbaci. Als de bus arriveert, leggen we dit aan de chauffeur uit. Hij spreekt gelukkig goed Engels en vertelt ons dat hij in San Lorenzo Nuovo stopt bij een tabbaci, zodat we kaartjes kunnen halen. Thea neemt dit voor haar rekening. De chauffeur wacht rustig tot ze terug is. Efkes later is miene sjat teruuk met twieje kaertjes. Aafsjtempele in de bus en verder nao Bolsena.
Kwart over acht staan we in Bolsena en vragen meteen aan een man of er ergens een dottore medico is. Alle geluk van de wereld, we staan er nog geen honderd meter vanaf. Bij aankomst wijst een man ons dat we ein nummerde motte trekke. Il Dottore begint pas om negen uur. Met nummer 86 in onze broekzak gaan we zolang op de Piazza Matteotti zitten op een bankje in de zon. Als we tegen negen uur terug zijn komt de secretaresse ook aan. Zij opent de spreekkamer van de dokter en gaat dan naar haar eigen kantoortje. Ze heeft het erg "druk", want telkens als we door het raam van haar kantoortje kijken, zit ze een of ander computerspelletje te doen. In de wachtkamer is het wel gezellig. De patiënten, meest ouderen, praten honderduit. Tegen tien uur is nummer 86 aan de beurt. En det zien veur. In bijna perfetto Italiaans probeert Thea de dokter uit te leggen wat ik mankeer. Fijn is het dat hij ook de Engelse taal machtig is. Na nader onderzoek van mijn keel is de conclusie: een fikse keelontsteking die de nodige klachten met zich meebrengt. Hij schrijft een kuur voor zes dagen voor. Thea vraagt nog of het geen bronchitis kan zijn. Dat kan, zegt de dottore, maar de kuur is toch een algemene. Elke twaalf uur een tablet. Na het betalen van het consult gaan we naar de Farmacia voor de tabletten. Ich haop mer det ich mich get baeter gaon veule hiej door. Na het betalen, gaan we een lekker bakje koffie drinken. Thea kent gelukkig de naam van de kuur, dus wat dat betreft ben ik wel gerustgesteld. God weit, waat ze dich in de henj duuje. Het is inmiddels half elf en we overleggen wat we gaan doen. In de middag kunnen we pas terecht bij de meeste slaapplekken. Zo ook in het klooster hier. Tegen elf uur stappen we dan toch maar op.
Eerst neem ik een tablet en dan maar lopen. Veur gaon der veur. Het weer is sinds dagen mooi. We lopen naar het Lago di Bolsena om eerst een heel stuk langs dit meer te lopen. En het is er prachtig. Er staan overal de mooiste hortensia's. Geweldig mooie grote kleurrijke struiken, die goed beschut tegen de zon staan door gigantische platanen. Het is niet de officiële route, maar het loopt lekker en volgens "Mary" zijn er punten genoeg om weer de route op te pakken.
Als we weer op de Cassia uitkomen, volgen we deze een stuk, om uiteindelijk de route weer op te pikken. Door mooie bossen, langs wijnvelden (Est, Est Est) komen we aan bij het natuurpark Turoma. Via infoborden worden we erop attent gemaakt, dat hier resten zijn gevonden van een Etruskische nederzetting. Ook zien we hier een nieuwe markering. Een granieten zuil met een pelgrim op en "Roma". Hier is het lekker lopen, ondanks al het gesnotter ongerwaeg. Mooie uitzichten op het Lago di Bolsena krijgen we erbij. Voordat we uiteindelijk aankomen in Montefiascone krijgen we nog een pittige klim onder de zolen. Dao kriegse dieke kuute van. Ich mot mer ens met Il Pape kalle, waorom al die sjoene plaetskes op eine berg motte ligge. Door de "Ponta Maggiore" lopen we Montefiascone binnen. Het eerst wat ons te doen staat is
het zoeken van een slaapplek. Het is al half vier en er is veel dicht. Ook vandaag kiezen we niet voor een Ostello of i.d. Nee in albergo Urbano vinden we een kamer.
Douchen en dan plat. Beiden zijn we behoorlijk kapot. Om half zes gaan we toch even eruit. We bezoeken het oude centrum en brengen ook een bezoek aan de Dom Santa Margaritha. Een juweeltje is het. Klein, intiem en wonderschoon. Vooral de koepel is geweldig met zijn fresco's en beelden van de apostelen rondom. Hierna gaan we eten in Trattoria La Fontana. Ut haet os veurtreffelijk gesjmaak. Hoije.
Zondag 12 juni
Radicofani-Acquapentente 24 km
Twee schimmen in de mist.
Even terug naar gisterenavond.
In de herberg wordt door de vier hospitalero's voor ons gekookt. "Ons" dat zijn zes Italianen, twee Belgische zussen, een Amerikaan en die twieje van oppe Ruiver. De hospitalero's zijn zeventigers en een genot om te zien. In het kleine keukentje lopen ze zich behoorlijk onder de voeten. De man krijgt van vrouw nr.1 't bevel de borden naar de keuken te brengen. Hier krijgt hij 't bevel van vrouw nr.2 om ze weer terug te brengen. En vervolgens gaat vrouw nr.3 er weer mee naar de keuken. Ook de zakken met pasta worden zeker vijf keer in de handen genomen en naar de keuken gebracht om direct er na weer terug te komen. Tja, 4 kapiteins op een schip.......maar ze zijn allerhartelijkst en 't doet allemaal heel aandoenlijk aan. Voor het eten vindt er nog een rituele voetwassing plaats. Twee hospitalero's doen zich een cape om met daarop de schelp van Jacobus. Bij elke pelgrim wordt een voet gewassen, gedroogd en gekust, onder het oplezen van een gebed. Ik weet niet goed wat ik hier van moet denken. Ein dink is zeker, ut eate wuerd allein mer later. Uiteindelijk zitten we om half negen aan tafel. 'T smaakt prima. Ja, koken dat kunnen de oudjes wel. Er wordt tijdens het eten wat afgebabbeld over de route van morgen. Welluswaar mit henj en veut, maar allaa dae weg blief nets zoewe langk. Drie Italianen hebben een afkorting die mij niet helemaal bekend is. Bij Ponte a Rigo zijn n.l twee mogelijkheden. Links of rechtsaf.
Na een zeer slechte nachtrust in een koud en klammig kamertje, zitten we om half zeven al aan 't ontbijt. Nadat we de "donativopot" hebben gespekt, zijn we om kwart over zeven weg. Buiten is het koud en grijs. Ein ech aezelewaer. Het zicht is amper vijftien meter. Als twee grijze schimmen lossen we op in de nevel. Even later begint het ook nog te regenen. Bah! Regenpak en poncho aan en verder. De twee Belgische dames, Katrien en Ceciel lopen met ons mee. Gezellig dat Vlaams taaltje. Na anderhalf uur lopen hubbe veur nog neet veul gezeen. Maar dan trekt het toch open en kunnen we genieten van de omgeving waar we door lopen. Dik twee uur zijn we aan de wandel als we in Ponte a Rigo aankomen. Een bord verwijst ons naar een barretje 40 meter verderop. Allee koffie hè, zegt Katrien. Maar helaas, zondags chiusi (gesloten). Potverdomme. Dan pauzeren we maar in de buitenlucht op een picknick plek. Na onze rustpauze pakken we de route weer op en gaan linksaf, en volgen de alternativa route. Deze gaat tot Aquapendente over de oude Cassia. Hier is niet veel verkeer op en het scheelt heel wat kilometers voor vandaag. Wel niet erg leuk maar, allee. Op een bepaald moment gaat de route ineens links en dan meteen weer rechts 't veld in. "Allez" zegt Katrien "het zal wel een fantazieke zijn". En gelijk heeft ze want we komen zo weer op de Cassia uit. Hier is trouwens erg weinig verkeer op. In 't kleine gehuchtje Certone staat een alleraardigst barretje. Hier pakken we een langere pauze. Zeker als het ook weer begint te regenen. Eenmaal weer op weg klettert het er weer lustig op los. Wao blief det sjoene Italiaans wearke, verdorie zegk nog uns aan toe. De regenkleding gaat aan en uit deze laatste kilometers. Zo lopen we nog steeds langs de Cassia. Net voor Aquapendente staat een fruitventer. Een banaan en sinaasappel moet genoeg zijn voor de laatste pittige twee kilometer. Het gaat behoorlijk stijl omhoog. Het is afzien en Kaput wie hund komen we in het wat zich laat aanzien rommelig stadje Aquapendente aan. Katrien en Ceciel gaan opzoek naar de Ostello. Wij zoeken een Albergo uit. Nee vannacht geen koude, klamme kamer. Maar hopelijk een warm nest. Tegenover de Albergo ligt een wasserette. Als we zelf lekker hebben gedoucht gaat een heel pakket was mee de straat over. Kleine wasje, grote wasjes, gooi ze in de wasmachine. En maar lekker draaien en maar lekker draaien. Een dik uur later is alles schoon, fris en droog. Daarna het onvermijdelijke middagdutje. Veur hubbe ut neudig, om weer wat op krachte te komme. Hoije
Zaterdag 11 juni
Passalacqua-Radicofani 16 km
Een groot veldboeket.
Elena voorziet ons van een voortreffelijk ontbijt. Zelfs eigengebakken cake van die mama. Dit kunnen we nu niet laten staan. Ik voel me nog steeds niet lekker. Thea denkt dat ik bronchitis of zoiets heb. Ze vraagt aan Elena of er ergens een dokter is. Zij zal naar de herberg in Radicofani bellen of men ons hier verder kan helpen. Even later komt ze terug en vertelt dat ze geen gehoor kreeg. Wel heeft ze diverse soorten tabletten bij zich. Thea ontfermt zich hierover. Een soort is paracetamol 1000mg. Daar nemen we er enkele van mee. Kijken of die baten.
Elena heeft alleen zomers haar agriturismo open. In de winter gaat ze van haar verdiende centjes de wereld rondtrekken. Niet verkeerd zou ik zo zeggen. Na een hartelijk afscheid zijn we om kwart over acht weg. Het zonnetje schijnt al. Heerlijk wandelweer. Als we een flink stuk de hoogte in zijn, hebben we een prachtig zicht op agriturismo Passalacqua. Wat ligt het mooi!
We lopen verder over kleine, bijna dichtgegroeide paadjes, afgewisseld met brede grindpaden en zelfs stukken over de grote weg. Dat laatste is niet zo prettig, maar kan dan niet anders. Maar overal vandaag lijkt het alsof we door een groot veldboeket lopen. Prachtige veldbloemen in vele kleuren en variaties staan op de paadjes en langs de weg. Os mam zou zegge: waat ein net bleumke.
In Beyfin stoppen we bij een bar voor een koffiestop. De laatste mogelijkheid voordat we in Radicofani zijn. Dan is nog ca 8 km omhoog naar onze plaats van bestemming. Ongerwaeg zien we diverse kuddes schapen en geiten. Honden houden ze in het gareel. Er is geen mens verder te bekennen. Hoe hoger we komen hoe zwaarder het wordt. Het landschap is wat aan het veranderen. Er is meer bebossing. We naderen stilaan de provincie Lathium. Meer ut blief un sjoen plaetje mit al die bloomeprach.
Radicofani ligt boven op een berg op een hoogte van 814 m. Veur zien bliej det veur der zien, want het laatste stuk was behoorlijk zwaar. Het is weer zo'n prachtig oud stadje. We slapen vannacht in Casa San Jacopo di Compostella, langs de kerk van de H. Petrus.
Na de inschrijving en de gebruikelijke dingetjes maken we een rondje door het mooie plaatsje. Zo komen we terecht in de alimantari van Silvana Cesaretti, op de Piazatta del Teatro, een prachtig klein pleintje. De hartelijke vrouw steekt meteen van wal met een waterval aan Italiaans. Waar we natuurlijk geen woord van verstaan. Als we vertellen dat we uit Nederland komen, neemt ze ons mee naar voren in haar winkeltje. Ze wijst naar een artikel van Riet en Guus, Nederlandse pelgrims. Zij waren hier ook en hebben een boek over hun tocht geschreven en de passage over hun bezoek aan de alimentari hangt hier tussen de pelgrimssouvenirs. Leuk om dit te lezen. Thea koopt wat brood hier en een specialiteit van de streek. Want we moeten eerst vanalles preuve. Ze meent dat we nog wat moeten eten, maar we hebben net al gegeten. Ah si,si, zegt ze. Ze had ons al gezien bij restaurante La Grotta. Ja ja, ook de Italiaanse sociale controle is groot. Hoije
Vrijdag 10 juni
San Quirico d' Orcia-Passalacqua 18 km
Gen gefoetel vandaag
Hoewel we tegenover de kerk slapen en de kerkklok ons elk uur even wakker luidde, hebben we toch allebei goed geslapen. Het ontbijt bestaat weer uit veel zoetigheden, zoals zoete croissants, diverse soorten cake enz. Het ziet er allemaal lekker uit, maar op de vroege morgen is dat niet aan ons besteed. Dus na een paar crackers, koffie en thee zijn we om half acht op weg. Het is nog wat frisjes, maar lekker om te wandelen. Na een uurtje komt de zon tevoorschijn en gaan jas en trui uit. We zullen vandaag een fantastische dag tegemoet gaan met prachtig weer. In mijn wandelgids is de etappe van vandaag lang, heel lang zelfs. Van San Quirico d'Orcia naar Radicofani: 34km. Thuis heb ik al zitten de puzzelen hoe we dit aan kunnen pakken. Effe googele en voila...we komen terecht op de site van Agriturisme Passalacqua. Dit ligt op de helft van de eigenlijke dagafstand. Perfetto!! Dus vandaag nemen we alleen de benenwagen.
Het lopen gaat redelijk vandaag en dat geeft de burger moed.
De route gaat aan het kuuroord Bagno Vignoni links voorbij. Wij nemen toch de tijd om dit dorpje te bezoeken. Het is er prachtig. Een groot bad met heilzaam water. Dit blijft steeds opborrelen waardoor er een feeërieke wasem over het bad hangt. Het hele dorpje heeft een luxe uitstraling. Tijd voor een bakje koffie op een van de vele terrasjes.
Weer ongerwaeg geneete veur van hiele sjoene landsjappe. We voelen ons bevoorrecht om hier te mogen lopen. De paden zijn prettig om te lopen en om ons heen....ein groet plaetje.
Als ik 'Mary' ongerwaeg nog eens raadpleeg, besef ik dat ik sinds enkele dagen met twee vrouwen op paad ben. " Mary" mijn onmisbaar wandelmaatje die mij de weg wijst als ik hub zitte te sjlaope en "Thea", mijn maatje voor het leven. Kilometers verder, heuvel op en heuvel af, komen we in de buurt van onze slaapplek. Veur hoove allein mer op te lette det veur ut neet verbiej laupe. Het ligt namelijk aan de route en even later zie ik het bord, waarop het mooi staat aangegeven. En we zijn er.
Elena heet ons hartelijk welkom en brengt ons een "granaat" (grote fles bier), die we ons heerlijk laten smaken terwijl zij ons appartementje nog op orde brengt.
Op een bankje in een heerlijk zonnetje proosten we op een prachtige dag. De agriturisme staat hoog boven op een heuvel. We zijn aan alle zijden omringd door een prachtige omgeving. En kunnen met recht zeggen dat we vannacht dicht bij de hemel slapen.
Het heerlijke weertje is in meer opzichten Perfetto, want we hebben zelfs ons wasje buiten kunnen drogen. Ja, het is hier goed toeven. We kunnen ons opladen voor de dag van morgen: 16 km slechts, maar wel steeds bergop.
Vanavond wordt er door Elena voor ons gekookt. Wat willen we nog meer? Gaar nieks mier. Ut is gaaf, vet, cool, grandioso, perfetto en zoe ken ich nach waal efkes doorgaon. Hoije.
Donderdag 9 juni
Ponte d' Arbia-San Quirico d' Orcia 28 km
Het wil maar niet.
De Ostello gisteren was zo goed als vol. Een oud vochtig en niet al te proper huis. Alle ingrediënten zijn hier aanwezig om mij maar niet van mijn griep/verkoudheid af te helpen. Gisterenavond nog met het Duitse echtpaar Jozef en Marianne uit de buurt van Dortmund gegeten in de ristorante t.o. de Ostello. Een goed verzorgd en lekker pelgrimsmenu. Snel hierna gaan we dan toch om negen uur al naar bed. Er heeft zich nog een Fransman bij ons op de kamer genesteld. Die kwam om vijf uur zeiknat en hartstikke vuil aan. Als we in bed liggen komt hij zijn hele handel halen omdat hij morgenvroeg om vijf uur wil vertrekken. Hij wil richting Assisi gaan en heeft een tocht van 48 km voor de boeg. Wie gek kense ut make! Hij loopt volgens ons toch al tegen de 70. Hij zet zijn rugzak alvast beneden neer, zodat we geen last hebben van zijn gerommel morgenvroeg. Even later komt hij met slaapzak terug en legt zich op het bed naast mij. Van zijn gerommel hebben we inderdaad geen last gehad, maar van zijn gesnurk des te meer. Alsof der vannacht alle Toscaanse cypressen haet omgezaag.
Om half zeven staan we vanmorgen op. Allebei slecht geslapen. Ik door het hoesten en snotteren en Thea door de snurkende Fransoos. Ook vandaag gaan we weer eerst een stuk met de bus. Om vanaf Tonnieri de route weer op te pakken naar San Quirico d'Orcia, ca 10 km. Dat is weer voldoende voor ons allebei. De Toscaanse heuvels liggen weer in de nevel. Na eerst een heerlijk kopje koffie in Tonnieri gaan we op pad. Ut gries is opgetrokke en zo genieten wij van een mooi wijds landschap. De rijen cypressen in deze omgeving zijn geweldig. Dat is Toscane volgens de bekende plaatjes. Mer.... De Toscaanse heuvels hubbe aug hiel venijnige valse platjes. Echte kuitebijtertjes. Ongerwaeg besluiten we om niet in de Ostello van de parochie te gaan slapen. Daar hebben we even genoeg van.
San Quirico d'Orcia is een mooie oude plaats. Bij binnenkomst lopen we door naar het historische oude centrum. Het is hier bijzonder mooi. De dame van het toeristenbureau helpt ons op weg bij het vinden van een B&B. Ook stempelt zij onze credenziale af met een mooie stempel. We duiken een barretje in waar WiFi is en telefoneren met Affittacamere l'Orcia. Een ganse mondjvol veur ein B&B. Dit ligt in de oude kern in een heel oud pand. Hier kunnen we pas over een uur terecht, dus gaan we eerst lekker eten. Tegen 13.30u lopen we naar de B&B maar er is nog niemand. Kwartiertje later (ut San Quiricocaans keteerke) komt de dame en laat ons binnen. We krijgen een prachtige grote kamer met badkamer toegewezen. Samen wassen we onze loopspullen uit en hangen die her en der aan de luiken op. En den......legk ich mich langk-oet in de kuup. Heeeerlik! En den........kroep ich lekker in ein sjoen groet bed. Heeeerlik! Even later kruipt Thea er ook schoongewassen bij en den....haet ut zandjmenke os zoewe te pakken. Na dit heerlijk middagdutje gaan we nog wat inkopen doen. En ga ik naar de kapper. Eine Koep Italia, en dao is gein sjier aan te pas gekomme. En zoals gebruikelijk de laatste dagen, op het eind van de middag weer onweer en regen. In de B&B valt herhaaldelijk het licht even uit en natuurlijk ook de WiFi. Hier laat ik het bij. Blij dat we in dit B&B terecht zijn gekomen en hopelijk morgen weer wat fitter. Hoije.
De Toscaanse heuvels
Hier in deze wijde wijdsheid,
waar wind, zon en regen de baas zijn
Hier waar cypressen naar de hemel reiken,
waar de stilte door de heuvels wordt verslonden
Hier lopen wij door de Toscaanse heuvels,
stil genietend van de mooie plaatjes
Woensdag 8 juni
Siena-Ponte d'Arbia. 28 km
Samen ongerwaeg
Na een slechte nachtrust sta ik om zeven uur op. Thea slaapt nog. Ik ben fiks verkouden, grieperig en het ergste, ich veul mich wiej eine oetgeknepe dweijel. Een blik door het raam van ons hotel zegt ook al alles. Siena ligt helemaal in de nevel. Het prachtig uitzicht dat we hadden op de dom, is vanmorgen vergrijst. Zo gries is ut boete. Als ik gedoucht heb, staat Thea ook op. Gisterenavond hebben we nog even overlegd wat te doen vandaag. Voor Thea zijn de 28 km van vandaag veel te veel van het goeie. En veur miene kranke kop idem dito. Na een heerlijk uitgebreid ontbijt gaan we op pad. Bij het station moet een bus te vinden zijn die ons naar Monteroni d' Arbia brengt. Nadat we de kaartjes hebben gekocht is het nog enig speurwerk naar de busterminal. Deze ligt n.l ondergronds. Na wat rondvragen is deze toch redelijk snel gevonden. Bliej bun ich as veur in de bus zitte. De paracetamol en de zuigtabletten met ibruprofen werken nog niet echt. Bij aankomst in Monteroni d' Arbia is het al behoorlijk warm. We zien een Coop liggen en gaan daar naar toe voor wat bananen, drinken en wat brood voor Thea. Bij het verlaten van de Coop gaat het alarm af. Ja, ik heb nog enkele pakken glutenvrij brood in mijn rugzak zitten, die ik gisteren in Siena heb ingeslagen. Mer hiej doon ze neet moeilijk euver en winke mer det veur door kenne laupe.
Buiten raadpleeg ik "Mary" even. We zitten 1,5 km van de de Via Francigena af. Maar met "Mary" komen we er wel. Ut is ein fiks begin veur vandaag, veural veur Thea. Een pittige klim voert ons naar boven, waar we uiteindelijk de route weer oppakken. Vanaf hier zijn het nog 14 km naar Ponte d' Arbia. Over een mooi pad met prachtige vergezichten gaan we verder. Ongerwaeg mot ich behuurlik aafzeen: ut is werm, miene rugkzak is zwaor en ich hub gen loch. Maar ik zie dat Thea ook afziet op haar eerste dag hier in de Toscaanse heuvelen. In Quinciano houden we pauze op een rustplek die voor pelgrims is aangelegd. De waterkraan met "Aqua Potabile" komt als geroepen. Miene kop geit der onger en det veult hiel lekker. We eten nog wat en dan gaat het richting Ponte d' Arbia. Kilometers lang gaat het over een pad langs de spoorlijn. Driemaal daags gaat een boemeltreintje over. Voor ons is de hemel zich weer aan het samentrekken. Het wordt alsmaar donkerder en de bliksemschichten zien we in de verte al flitsen. Ich zegk taege Thea: kom maedje asse de ierste daag neet naat wils waere, den motte veur doorlaupe. Gelukkig komen we droog aan in de Ostello Mons L.Cristi in Ponte d' Arbia, gelegen net achter de brug over de rivier de Arbia. Het is intussen weer behoorlijk afgekoeld en het regent, maar de warme douche is heerlijk. We drinken nog een kop koffie en dan .......beiden plat.
Resumé van today:
(En efkes zemmele)
Kranke kop: Ger
Kotsmisselik in de bus: Thea
Aafzeen in de zon zonger sjaduw: Thea
Piene Tienkes: Thea
Mer veur de res is alles bes
Dinsdag 7 juni
Pisa - Siena
Ger is wat grieperig en niet echt in "schrijvers-mood" , dus neem ik vandaag de honneurs waar. Vanmorgen ga ik na een goede nachtrust en een uitgebreid ontbijt in een zeer gastvrij B&B richting Pisa Stazione Centrale. Het is even wennen met de rugkzak oppe poekel. Mer det kump waal! Ik koop een ticket Pisa-Siena, overstappen in Empoli. Je kunt zeggen wat je wil over de Italianen maar Trenitalia is zeer punctueel. Als een geoliede machine komen en gaan treinen op het geplande tijdstip. In de trein loopt voor vertrek een zigeunerachtige vrouw rond met briefjes, die ze bij reizigers neerlegt. Hierop staat in Italiaans en Engels dat ze erg arm is, vier kinderen heeft, geen huis, geen werk. Vraagt als ik ertoe in staat ben haar te helpen. God zal het me lonen. 10 min later haalt ze het weer op. Liefst met een bijdrage. Ik kan het uiteraard niet over mijn hart krijgen dit te negeren. Ze blijft zeer vriendelijk. Ook als ze van sommigen niets krijgt. Het is toch wat als je zo aan de kost moet komen. Laot mich den mer uns zanike oppe Zorggroep!
In Siena staat mien menke me al op te wachten. Blij dat ik hem na drie weken weer zie, ondanks ziene kranke kop. Het is benauwd warm. We lopen snel naar ons hotel. En na een verkoelende douche gaan we onze "reünie" lekker vieren met een heerlijk etentje in een van die oergezellige restaurantjes. Daarna een tochtje door de stad. Wat is Siena toch mooi. Ondanks de vele toeristen maakt alles toch een rustige indruk in deze oude stad. Zo rond de klok van vier begint het te regenen en we besluiten terug te gaan naar het hotel. Zo, hier laat ik het bij. De res van de aovend is veur oszellef.
Hoije
Thea
Maandag 6 juni
Monteriggioni-Siena 23 km
Morge kumt miene sjat
Gisterenavond heb ik nog een hele tijd met Franco op het terras gezeten op de gezellige Piazza Roma. Hij woont aan het Gardameer en is met de fiets ongerwaeg naar Rome. Het lot dat we beiden diabeet zijn bracht ons samen. Hij zag dat ik aan het bolussen was met mijn pomp. Hij gebruikt ook een insulinepomp van het merk medtronic. Mijn pomp is van accu-check. Maar ze zullen niet veel van elkaar schelen. Het enige verschil is dat hij een bloedcensor op zijn bovenarm heeft. Hij hoeft de bloedsuikermeter er maar langs de houden en kan gelijk de waarde aflezen. Dus niks prikken en bloed opzuigen. We praten over de waarde's van de suikerspiegel. Met inspanningen is dit toch heel wat anders, daar zijn we het snel over eens. Onder genot van een wijntje hebben we samen een gezellig "praatuurtje" gehad over diabetes. Vanmorgen ga ik om zeven uur al op pad. Op naar Siena. Daar wil ik op tijd zijn. Mede ook door de voorspelde onweer en regen. De weg gaat door mooie stukken bos, waar het heerlijk lopen is in de schaduw. Maar ook vandaag toch weer pittig. In het gehucht Castello di Villa pauzeer ik. De naam zegt het al: Castello. In dit gehucht staat het grote kasteel, Castello Chiocciola, wat overigens mooi is gelegen. Over asfaltwegen in de volle zon gaat het richting Il Palazzo. Hier in dit gehuchtje is een mooie rustplaats voor pelgrims gemaakt. Ook is er een speciale stempel aanwezig voor in de credenziale. Ongerwaeg maak ik gebruik van een wifi verbinding om mijn slaapplek te reserveren. Dit is in de oude binnenstad vlak bij het plein Il Campo. Door de stadspoort Porta Camollia loop ik de oude stad in. De herberg voor pelgrims ligt me te ver verwijderd van het station van Siena. Hiej gaon ich morgevreug miene sjat afhaole. Voor ik naar mijn slaapplek ga, bezoek ik eerst de Dom, voor een stempel. Het adres is zo gevonden en eenmaal binnen hoor ik het al onweren en regenen. Wat is het toch een raar weer de laatste dagen. Misschien ook wel de reden dat ik behoorlijk grieperig ben. Om nog wat te eten ga ik nog even op uit. Als ik terug ben duik ik direct het bed in. Ich veul mich hartsjtikke beroerd. Gelukkig kump morge mien privé-zusterke. Maar ik ga morgenvroeg wel naar een farmacia. Kijken of ze wat hebben waar ik me beter door ga voelen.
Abbadia Isola-Monteriggioni 5 km
Na alle indrukken van gisterenavond verwerkt te hebben, worden we na het ontbijt uitgeleide gedaan middels een gebed. Hierna neem ik afscheid van Suzie en Joshe. Emoties komen op. Ik zal ze niet meer zien ongerwaeg. Voor mij is het vandaag een heel korte route. Ik wil niet te vroeg in Siena zijn, anders moet ik hier te lang wachten op Thea. Want miene sjat kumt dinsdaag a.s nao Siena. Same haope veur den verder nao Rome te laupe. Heel mooi vind ik dit, dat Thea met me mee loopt.
Monteriggioni
Vandaag is er een folklorisch feest hier. Een schouwspel dat gaat over de oorlogen die er zijn geweest tussen Florence en Siena, met Monteriggioni als middelpunt. Het begint allemaal met een H.mis in de kerk van Maria Asunta. De folkloregroep van Monteriggioni is in vol ornaat aanwezig. De woordvoerder hiervan voert eerst het woord. Ik heb me laten vertellen dat hij spreekt over de vroegere oorlogen tussen de beide steden. Met veel gevoel voor drama en spraakkunst maakt hij er een boeiend geheel van. Een muziekgroep die Keltische muziek speelt, assisteert hem hierbij. Na beëindigen van zijn voordracht, spreekt de burgemeester nog een woordje en dan begint de H.mis. Opgeluisterd wordt het geheel door de muziekgroep en een gitariste met twee zangeressen. Een mooie viering is het, mede door de inbreng van muziek en gezang. Ich dink det ze dao biej os nog waal get van kenne liere. Dit is gewoen hiel sjoën. De priester spreekt langzaam en duidelijk met volle overgave en gebaren. Ik kan het zelfs een beetje volgen. Emotioneel word ik bij het wensen van "Pace e Bene". Indrukwekkend het gitaarspel en het gezang hierbij. Volwassenen en kinderen die totaal vreemd voor je zijn wensen je vrede en alle goeds. Dit is toch geweldig. Ik ga hierna met natte ogen te communie. Het doet wat met me.
Na de H.Mis is er een openluchtspel op de Piazza Roma voor de kerk. Inmiddels staat de folkloregroep uit Florence ook in vol ornaat klaar. Samen maken ze er een mooi openluchtspel van. Ridders die elkaar te lijf gaan. Dansende hofdames en zingende jonkvrouwen. Vlaggenzwaaiers en roffelde tamboers. En de Italianen kennende natuurlijk met heel veel drama. Hierna wordt en nog gegeten en gedronken, maar niet samen. Dat valt mij op. Zelf eet ik ook bij een van de vele restaurantjes hier op de Piazza Roma.
Zaterdag 4juni
San Gimignano-Abbadia Isola 27 km
De slaapplek maakt alles goed
Vanmorgen ben ik om kwart voor zeven weer ongerwaeg. Door een heel stil San Gimignano kom ik een persoon tegen. Het is een Chinees. Zal hae gister de bus hubbe gemis! Bij een barretje drink ik nog een koffie en verlaat dan de stad door de Porta San Giovanni. Hoije doe sjoen sjtedje, doe bus geweldig. Ongerwaeg heb ik nog een paar keer een mooie kijk op deze stad. Het is erg benauwd en behoorlijk vochtig. Zo'n twintig kilometer gaan vandaag door bossen. Dus, omhoog, omlaag, omhoog, omlaag enz. enz. Viermaal moet ik de grootste kunsten uithalen om over een beek te komen. Of over stenen waar dit mogelijk is, of de schoenen en sokken uit. Maar wat is het vies op de paden, ongelooflijk. Het is ploeteren, baggeren en weet ik veel wat nog meer. Dit kost heel veel energie. De veer bananen en glute vrieje keuk gaon der allemaol aan. Vele stukken van de paden zijn helemaal niet beloopbaar door de vele regen van de laatste dagen. Maar het ergste van alles vandaag zijn de mountainbikers, die de Tuscany Trail rijden. Ook zij maken gebruik van de de Via Francigena route. Ongelooflijk, dat ze toch een andere weg pakken. In plaats van pilgrimke peste! Door al de modder en waterplassen is er zo al geen plaats om te lopen. In mijn wandelgids wordt geschreven over een gebied waar veel slangen voorkomen. Nou, twee heb ik er gezien. Een kleine slang en een grote zwarte met rode strepen en behoorlijk glad. Mer dao kwaam water oet!! Wat zie ik er uit. Benieuwd hoe ik dit allemaal schoon en droog krijg vandaag.
Abbadia Isola is een gehucht, meer niet. Toch bestaat het al sinds 1001. Toen werd n.l het klooster Abbazia dei Santi Salvatore en Cirino gesticht met het aangrenzend Hospital. Een Benedictijner klooster. Sigeric schrijft hierover dat dit station XVI was op zijn tocht terug naar Canterbury. Hier is ook sinds 2012 een nieuwe pelgrims herberg in gevestigd. Maar ik slaap vandaag in de Ospidale dei Santi Cirino e Giacomo, die er naast ligt. Om half drie gaat hij open. Intussen regent het weer en de hospitalero's maken de deur maar eerder open. Grazie. Ik word verwelkomt door een bevlogen pelgrims echtpaar. Hij Italiaan, zij van oorsprong uit Luik. Het zijn mensen die samen de nodige Jacobswegen hebben bewandeld in Spanje. Pas nog van Porto naar Santiago de Compostele. Ze vertellen mij dat alles hier donativo is en dat ik hier kan slapen en eten op vertoon van mijn credenziale. Heel mooi. In mijn rugzak zit nog een portie pasta S.G. Deze geef ik af voor het avondeten. Ik voel me thuis hier. Zo'n gedreven mensen die het zo goed met je voor hebben. Mijn wasje: Ich hub aardig motte sjoere mit eine borstel om mien boks sjoen te kriege. Maar het is gelukt. Inmiddels is het aardig volgelopen. Ook Suzie en Joshe zijn hier aangekomen.
Om acht uur vanavond is het avondeten. Vooraf is er eerst een ritueel van een voetwassing en kussen door de hospitalero. Tevens wordt erbij een gebed uitgesproken. Beiden hospitalero's, getooid in Jacobsmantel, die voorzien is van schelpen en kruis doen dit. Een heel aparte ervaring. Deze herberg behoord tot de Confraternita di San Jacopo hier in Italië. Er zijn er nog twee van, welke we beslist moeten aandoen. Namelijk in Radicofani en in Rome. Na dit ritueel wordt er gevraagd om samen het Onze Vader te bidden, ieder in zijn eigen taal. Dan kunnen we aan tafel. De hospitalero's hebben gezorgd voor een heerlijk diner. Gezellig getafeld met vijf verschillend nationaliteiten. Een pluim voor deze bevlogen mensen.
Voor vandaag stop ik met:
De weg, maar ook het leven is geen wedstrijd.
Niet overdrijven, je lichaam zal je snel de rekening presenteren.
Probeer te blijven staan, te kijken en te genieten.
Dat is, wat de weg je wilt leren.
Een dagje San Gimignano
Laat opgestaan vanmorgen. Mer ja, ich hub eine snipperdag vandaag, dus alle tied. Na het ontbijt lever ik de sleutel in bij de zuster en ga. Zo te zien ben ik de enige hier in de stad. Nog geen toerist te zien. Dus foto time. Hierna koffie time. Dan is het half tien en ....toerist time. Als om tien uur de winkels open zijn, loop ik eerst terug naar de opticien waar ik gister een nieuw montuur heb gekocht. Gisterenavond merkte ik bij fel licht dat er iets niet klopte. Wat was het geval? De glazen van mijn kapotte bril, pasten niet helemaal in het montuur. Er zat links en rechts boven in de hoek een opening. Er werd niet moeilijk gedaan en de verkoper zocht naar een juist montuur. Det hub ich noe op mien naas. Noe bun ich hielemaol in "Italian Style". Met mijn nieuwe bril op de neus ga ik de dom bezichtigen. Voor een pelgrim hier geen korting. Den mer de volle mup. Fotograferen en filmen is verboden. Kans krijg je hier niet voor, want er loopt genoeg bewaking rond. De dom is mooi. Het is een groot schilderij. Nadat ik alles gezien heb, wordt het tijd dat mijn rugzak afgaat. Ik ga op pad naar de Convento San Agostino waar ik zal slapen. Half twaalf is het inmiddels en via de kerk kom ik in de sacristie terecht. Ook dit is weer zo'n groot klooster. Een bed krijg ik alleen na het afstempelen van mijn credenziale. De man zegt dat ik samen met een Italiaanse fietser de kamer moet delen. No probleme. Claudio zit verder op in een stoel te lezen. Hij gaat met mij mee naar boven om de kamer te wijzen. Helaas, hij spreekt geen woord Engels. Ook denk ik dat hij nog wat ouder is dan ik. Op de kamer staat een schaaltje waar je de donativo in kunt doen.
Tegen een uur ga ik wat eten op de Piazza San Agostino. Ut ligk naeve de deur. Op het terras lekker in het zonnetje zie ik in de verte Suzie en Joshe aankomen. Geweldig hen hier te treffen. Zij gaan ook kijken of ze hier kunnen slapen vannacht. In dit klooster valt niks te reserveren. Die het eerst komt, het eerst maalt. En vol is vol. We kletsen even en dan lopen ze snel door. Mijn eten was heerlijk: een lekkere spaghetti S.G en een salata mista. Dan begin ik aan mijn city tour. Maar wat een drukte, oei, oei. Ik bezoek enkele galerijen, waar verrassende glaskunst tentoongesteld wordt. Loop en kruip via ik weet niet hoeveel trappen de hoogste toren in van San Gimignano, om daar te genieten van een grandioos uitzicht. Hiel vuul kiekjes gemaak hiej boave. Op de weg terug omlaag breng ik nog een bezoek aan een museum dat in de toren is gevestigd. Snel loop ik nog even naar de Coop voor wat boodschappen en dan rap terug want het regent inmiddels weer. Als laatste voor vandaag: de Toscaanse bomen. Hoije
De Toscaanse bomen.
Hier, waar de heiligen van hun sokkels springen,
waar kerken tussen de huizen staan,
waar de straatjes maar zuinigjes de hemel laten zien
en oude mannen de taal van de duiven verstaan.
Hier, waar op wijdse pleinen
de schaduwen leren dansen en de musea
de glimlach van de Madonna's bewaren
voor een volgende dag.
Hier, waar de adem van de aarde heuvels opwerpt
waar Francesco voor de zon steeds weer een nieuw lied uitvindt
en de horizon kwistig met haar rijkdom omgaat
Hier, kun je van verre en dichtbij
de bomen zien wandelen.
Donderdag 2 juni
Gambassi Terme-San Gimignano 15 km
Afscheid en rustdag.
Kwart over zeven zijn we al aan de wandel vanmorgen. Weg voor weer een dag door de Toscaanse heuvels. Ik ga vandaag maar tot San Gimignano. Ernes gaat nog zo'n 14 km verder. Het wordt dus afscheid nemen. Onze wegen gaan uit elkaar vandaag, Jammer. Ut is gries vanmorge, behuurlik gries. Maar de temperatuur is aangenaam. Behalve een verschrikkelijk slecht stuk pad, veroorzaakt door de regen van gisteren is het weer lekker lopen vandaag. Lopen over de vele paden in de Toscane met een overvloed aan: Podere, azienda, agriturisme en hoe het allemaal ook heten mag. Ze zijn in grote getalen aanwezig. Bij een van zo'n azienda staat een man langs het pad. Dae is auch al vreug oet de vaere. Hij vraagt waar we heen gaan. Rome signor. No,no e piedi. Si, signor en hae sjleit zich ein groet kruuts. In Pancole pauzeren we bij het kerkje van Santa Maria. Dit kerkje heeft ook weer een geschiedenis die terug gaat naar 1668. Volgens de legende gaat het doofstomme meisje Bartolomea Ghini zo als elke dag met haar kudde schapen naar de weide. Op een dag verschijnt voor het kind Maria. Maria vraagt haar om goed voor de schapen te zorgen. Als ze ’s avonds thuis komt is het meisje genezen. Zo zijn er denk ik veel van deze "wonderen" hier in Italië.
Tegen half elf lopen we San Gimignano binnen door de Porta San Matteo. Eerst bezoeken we het infocentrum van de dom, voor een stempel. Samen drinken we koffie in een van de vele barretjes. We praten over de afgelopen acht dagen die we samen hebben gelopen. Over de kamers die we vaak samen deelden. Dat dit dan zo vertrouwd wordt. Ik denk ook dat we veel aan elkaar hebben gehad. Ernes is voor mij een spontane en aardige man. We nemen afscheid van elkaar wat toch weer zwaar valt. Ik blijf twee dagen hier en ga zaterdagmorgen verder. Op zoek naar mijn slaapplek loop ik door het alsmaar drukker worden San Gimignano. De Aziaten lijken wel de overhand te hebben zo te zien. Als ik aankom bij mijn slaapplek, het gasthuis van de Benedikterinnen van het Monastero San Girolamo, loop ik nog twee Zwitserse dames tegen het lijf van de groep die lopen voor hun actie "meer vrouwen in de kerk". Ze zijn beiden geblesseerd en de groep heeft hier overnacht. Dat doe ik dus ook hier en morgen hoop ik te kunnen slapen in de Convento di Sank Agostino. Na de inschrijving gaat een zuster mee naar boven voor de kamer. Drie bedden staan er op en vooralsnog ben ik alleen. Als alles weer gewasse is en ich bun auch weer sjoen, den gaon ich der op oet veur ein niej montuur. Gisterenavond is een poot gebroken van mijn bril. Hoije
Woensdag 1 juni
San Miniato Alto-Gambassi Terme 25 km
De Toscaanse heuvelen
Bedolven onder nevelflarden,
loop ik door het Toscaanse landschap.
De zon is nog te harden,
ik neem ze mee in vriendschap.
Mijn rugzak weer zwaar beladen,
van de voorspelde regen nog geen spat.
Trek ik over mooie wandelpaden,
over dit glooiend pad.
Deze dag door de Toscaanse heuvelen,
ook al regent het nu sowieso.
Zal ik toch gaan bejubelen,
met lekker eten, in Osteria Pellegrino.
Gekomen bij een bijzondere plek,
in de Ostello Sigerico.
Vind ik weer een nachtvertrek,
na een dag, in een rustig tempo.
Een mooie route gelopen vandaag, naar Gambassi Terme. Jammer dat de eerste zes km weer langs een drukke weg gingen met veel verkeer. Maar eenmaal in de Toscaanse heuvels werd het weer een prachtig dag. Mooi waren de nevelflarden die boven de dalen hingen. Zeker noe, as ze zuus det ut zunke zich ter door haer aan ut worstele is. Ongerwaeg treffen we de Chinese jongen Xiang. Gisterenavond in de Convento San Francesco zat hij bij het avondeten tegenover mij. Hij loopt een stuk met ons mee. Maar meer dan yes en no en beautiful komt er niet uit. Als ik het goed begrepen heb, is hij in Lucca gestart. Hij maakt veel foto's. Als we nog eens omkijken zien we hem niet meer. Van veraf zien we onze eindbestemming al liggen op een heuvel. Maar ook zien we dat er zwarte wolken zich daar samen trekken. Met nog een tweetal kilometer voor de boeg, naar onze slaapplek in de Ostello Sigerico, duiken we bij de eerste druppels Osteria Pellegrinni in.
Het begint te hozen. Zien veur effe bliej. We vragen om de menukaart. Als de jongedame deze brengt, zeg ik tegen haar dat ik een dieet S.G heb. No probleme. Ze hebben spaghetti en penne S.G. Dus heerlijke spaghetti met tomaten en bacon. Daarbij nog gegrilde groente. En veur ut allemaol weg te kriege, eine pot beer. Het is er bomvol. Ik sta er nog steeds versteld van, dat het ook tussen de middag in zulke eetgelegenheden helemaal vol zit. Hoofdzakelijk zijn het mannen die hier zitten te eten. Ken die mama thoes den neet koake? Na anderhalf uur stappen we op. We ontkomen er niet aan om de regenkleding toch maar aan te trekken. Haaje veur get langer blieve zitte, den haaj ich mich det gefoddel met die regenboks kenne besjpare. Maar nou heb ik het aan en het blijft aan.
Een enthousiaste vrouw verwelkomt ons in de Ostello Sigerico. Al mocht ze wel een beetje langzamer praten. Als alle formaliteiten zijn afgehandeld en het S.G eten is geregeld voor vanavond, neemt ze ons mee naar de kamer. Ze maakt de deur open en vraagt aan ons of het "bello" is. Det is ut os zeker. Twee eenpersoonsbedden en plaats zat. Ook hier vind ik, zitten we weer in een voortreffelijke Ostello die vast zit aan de kerk van Santa Maria in Chianni. Voor het avondeten bezoeken Ernes en ik deze kerk die d.m.v. een tussendeur te bereiken is. De kerk is oud, wat goed te zien is en toch is ze mooi. Eenvoudig. In de kerk treffen we een jongen aan uit Duitsland. Het is Matthias uit Sachsen. Hij is al 65 dagen ongerwaeg. Het wordt een mooi gesprek met hem. Goed lettende op zijn woordkeuze vertelt hij over zijn pelgrimstocht die begon thuis begin april. Ik heb gesprekstof genoeg met hem. Hij is via St.Gallen in Zwitserland op de Via Jacobi terecht gekomen. Deze gevolgd tot in Lausanne en daar verder op de Via Francigena. Het avondeten eten is om half acht. De hospitalera en haar hulpje hebben goed gekookt. Met zijn vieren zitten we aan tafel.
Matthias 19 jaar Duitsland
Xiang 24 jaar China woonachtig in Italië, Ernes 58 jaar Slowakije woonachtig in Basel, Ger 64 jaar van "Oppe Ruiver"
Na gezellig te hebben getafeld, duik in om half tien het bed in.
Hoije
Dinsdag 31 mei
Altopascio-San Miniato Alta 28 km
Wat een ambiance
Tegen drie uur komen we aan bij de Convento San Francesco. Wat is dit een enorm complex. Op weg er heen zagen we het al van ver liggen. Een warm welkom valt ons ten deel. Er wordt ons wat te drinken aangeboden en tevens krijgen we de Tau aangeboden, dat slaan we niet af. Hierna de gebruikelijke taferelen:
Registratie formulier invullen.
Betalen en stempelen credenziale.
19.00 uur heilige mis in de kloosterkerk.
20.00 uur Avondeten
07.00 uur Ontbijt.
Er wordt verteld, dat we kunnen gaan en staan waar we willen in het klooster. Waar deuren openstaan, ben je welkom. Hierna worden we mee naar boven genomen. Prachtig al die mooie lange gangen met identieke deuren. De mooie muurschilderingen. Ik word er gewoon stil van. Cel XXXII is voor mij. Ernes krijgt cel XXXIII. Ook deze cellen zijn identiek aan elkaar. Na een warme douche en een wasje van mijn kleren, ga ik op verkenning uit. Uitkijken dat ik hier niet verdwaal. Tegenover mijn cel is de kloosterkapel. Hier is een schitterend glas in lood raam te bewonderen. Ook de eetzaal is mooi. Hier moet het eten toch wel lekker smaken, had ik me zo bedacht. Ben benieuwd waat de pot sjaf. Via de kruisgang kom ik in de kloosterkerk. Heel eenvoudig en toch mooi. Precies in de geest van Franciscus. Hij leidde ook een leven dat in het teken stond van eenvoud. Deze eenvoud raakt mij, hier in de kerk. Ik ben er helemaal alleen en heb alle rust hier om te schrijven. Deze Convento San Francesco een geweldige plek op mijn pelgrimstocht naar Rome. Hier zou ik het zo enkele dagen uit kunnen houden. Mer ja, den mis ich miene sjat mesjien. Als ik terug denk is dit misschien wel een van de hoogtepunten tot nu toe.
De H.mis is in de kapel van de kloosterkerk.
Er leven hier zes monniken in dit grote klooster. Twee doen de mis en een is de misdienaar. De mis is sfeervol met veel samenzang. Vijfentwintig personen zijn hierbij aanwezig. Heel bijzonder voor mij is altijd de vredeswens voor je “buren in de kerk”: Het geven van een hand aan de mensen rondom je, terwijl je zegt “Pace e Bene”. Vrede en alle goeds. Op het eind van de viering die 50 minuten duurt, worden we gevraagd ons voor te stellen d.m.v. naam en land van herkomst. De mis is nog niet uit of de misdienaar is de kaarsen al aan het uitblazen.
Jammer dat we enige pelgrimsin de mis zijn, want er zijn er meerdere hier.
Terug in het klooster wordt er aan de bel getrokken ten teken dat we aan tafel kunnen. Met 12 man zitten we aan tafel. Inclusief de drie monniken die de mis dienden,overig personeel en nog een Chinese pelgrim. Het eten gaat in een rap tempo. Vooraf een heel dikke bonensoep met brood. In plaats van brood krijg ik een soort omelet met aardappelen. Hierna tomaten met vlees en mozzarella en wat rode wijn. Als toetje fruit. En zoewe te zeen al behuurlik aad. Na het eten vraagt een van de monniken of we een mooi uitzicht willen zien. Wij met z'n drieën mee naar zijn kamer. Ik denk dat hij de beste kamer heeft. Hij heeft namelijk een terras daar boven waar hij woont.( luxe-monnik) En inderdaad het uitzicht vanaf het terras is geweldig. Als we gaan geeft hij ons nog een tip mee om onder in de gewelven de kelders van het kloosters maar eens te bekijken. Ik kan het niet beschrijven, maar ongelooflijk wat hier staat en te zien is. En wat een grote ruimtes.
Ja, en dan de dag van vandaag. Eindelijk weer eens een mooie route met gelukkig niet zoveel asfalt en drukke wegen. Vandaag zien we al een beetje van hoe mooi de Toscane is. We hebben dan ook enorm genoten vandaag ongerwaeg. Ondanks te twee pittige buien. Ernes zei zelfs: auf diese alte Römerstrase sind zwei Römerpilger unterwegs nach Rom. Een historisch stuk weg viel ons hier ten deel. Maar ook de vriendelijkheid van de mensen vandaag, was heel bijzonder. Niet vergeten de mooie plaatsjes waar we door liepen. Jao noe geit ut eg de Toscane in. Ich verheug der mich al op.
Een geweldige dag vandaag. Hoije
Maandag 30 mei
Lucca-Altopascio. 18 km
Nog even terug naar gisteren:
‘s Avonds werd het dan toch nog droog. Een massa volk sjravelde zich door Lucca. Achter onze Casa ligt de prachtige ovale Piazza Anfiteatro. Een schitterend plein, rondom voorzien van allemaal terrasjes. Nu is het geen terrasweer, maar we hebben hier heerlijk buiten gegeten. (Fleecetrui aan). Bij da Gherardo staat een bord "gluten free".
De ober legt uit wat er allemaal senza glutine is. En dat is heel wat.
Ik bestel:
Pattata il forno
Salata mista
Tagliatelle con chinqale
En ein lekker wit wienke om dit alles weg te sjpeule.
Terug naar vandaag.
Het heeft niks gedroogd vannacht. Dus alles gaat nat de rugzak in. Als we Lucca uitlopen via de stadspoort Porta Elisa is het fris buiten en hangen er donkere wolken boven onze kop. Zal het hebben gebaat dat we vanmorgen een half uurtje een H.mis hebben bijgewoond in de kerk van het klooster St.Gemma, waarbij nonnen achter een hek prachtig zongen? In Capannori geloof ik het zeker en gaat bij de koffiestop mijn regenpak uit. Jammer dat de route vandaag net zoals gisteren veel over asfalt gaat. Daarbij ook nog eens langs drukke wegen. Met een stevige bries in de rug gaat het rap. In Porcari valt de grote kerk San Giusto op, die wat hoger gelegen is. We lopen naar boven voor een “timbre”, die volgens mijn gids hier te krijgen zou zijn. Helaas, alles potdicht. Een stukje voor de Abbazia di Pozzeveri hangt een gedenkplaatje van de Belgische pelgrim Cor Vanlaer, oud 74 jaar. Bijna een jaar geleden, op 4 juni 2015 is hij hier gestorven. Even een moment van stilte is op z’n plaats. De Abbazia staat aardig in de steigers. Renoveren is een grote noodzaak. Dit geldt ook voor de abdijkerk die er aan vast ligt. Om half een zijn we al op de plaats van bestemming in Altopascio. Eerst gaan we eten. Een eenvoudig pelgrimsmenu bij een restaurantje vlak bij onze slaapplek. Ook bezoeken we de bibliotheek waar de “timbre” voor onze credenziale te krijgen is. Een uit de kluiten gewassen stempel is het. Intussen hangt alles te drogen in de zon!! Inclusief mijn rugzak. Eine daag dae gelökkig drueg is gebleve en wao zelfs noe de zon sjient. St.Gemma heeft ons toch verhoord.
San Jacopo Maggiore en het avondeten
Rond zes uur lopen we naar het centrum voor een kleinigheidje te eten. Maar eerst willen we de kerk van Jacobus de meerdere bezoeken. Er is een H.mis bezig. En ierlik, twieje misse op eine daag is waal get tevuul van ut goeie. Dan maar eerst ons avondeten bij elkaar scharrelen. Tegenover de kerk ligt een winkel van Cavour. Bij de vleesafdeling vinden we alles wat we willen. De man achter de toonbank doet zijn best om ons in Duits en Engels uit te leggen wat het allemaal is. Je kunt het zelfs laten opwarmen. Ik bestel risotto met asperges, kalkoen met wortelen en artisjokken en komkommer. Ernes neemt een stuk pizza en een soort vlaai. Alles wordt opgewarmd en mooi in aluminium bakjes gedaan. Buiten op de trappen van de kerk in het zonnetje peuzelen we onze "kleinigheid" op.
Net voor zeven uur ga ik de kerk in. De pastoor staat aan de deur en wil net sluiten. Hij nodigt mij uit om binnen te komen en vraagt natuurlijk of ik een Pellegrini ben. Si Signor, dat ben ik en vraag hem meteen maar voor een stempel. In de sacristie krijg ik een mooie stempel.
Binnen was mij al het prachtige beeld van Jacobus opgevallen. Ik vraag of ik er een foto van mag maken. Dat is goed. Dan begint hij te vertellen over zijn kerk en Jacobus. Altopascio was al sinds honderden jaren een belangrijke plaats voor pelgrims, op weg naar Rome of Santiago de Compostela. Ook was hier de zetel gevestigd van de ridderorde van San Jacopo Maggiore. Door het bijzondere kruis op hun mantel (Tau teken) werden zij ook wel de orde van de Tauridders genoemd. De bijzondere stempel hier van de kerk beeld dit ook uit. Een stempel met San Jacopo Maggiore en een Schelp en de Tau. Hij is een bijzonder joviale pastoor dat merk je aan alles. Als ik wil gaan legt hij een hand op mijn schouder en zegt iets over Jacobus, wijzend met een vinger naar zijn beeld. Hertelijk bedank menier pasjtoer, zoewe wie uch motte der mier zien.
Zondag 29 mei
Camaiore-Lucca 25 km
Een dag om snel te vergeten
Het regent een beetje als we vanmorgen vertrekken uit Camaiore. Eerst gaan we nog kijken naar de "tapijten" van het folklore festival "Tappeti di Sagatura". Gisteravond hebben we al vol bewondering gekeken hoe ze deze op straat aan het maken waren. Tot diep in de nacht is eraan gewerkt en dat heeft onze nachtrust geen goed gedaan. Het resultaat moest natuurlijk gevierd worden op de piazza waar wij sliepen. Een herrie van jewelste. Maar vanmorgen bij het zien van al die kunstwerken, kunnen we alleen maar zeggen: geweldig, mooi en prachtig gemaakt. Google maar eens op: Tappeti di Sagatura.
En dan vandaag
Na al dat moois te hebben gezien, gaan we op pad. Net buiten Camaiore moet het regenpak aan. En ich zal uch vertelle, auch nimmer oet, de ganse daag neet. Voor ons, achter ons, links en rechts van ons trekt het helemaal dicht. Ongelooflijk wat valt het er uit. Voor Montemagno beginnen we in het bos aan een pittige klim. Als toetje gaan de sluizen helemaal open. Ja, dan loop je daar bergop over een smal geitenpaadje naar boven. Het water gutst naar beneden. Lekker voor mijn schoenen. Maar het wordt nog erger als het flink begint te knetteren. Vroeger is mij geleerd, dat je moest tellen tussen de flits en de donder. Hoe meer tellen, hoe verder het onweer weg was. Maar hier is niets te tellen. Het is flits en boem. Stiekem knijp ik hem onder deze hoge bomen. Tien minuten houdt het geknetter aan. Gelukkig stopt het dan. Noe dae raegen nog. Boven aangekomen lopen we zo vanuit het bos een barretje binnen. Een aangename verrassing. Ernes gaat koffie halen en ik meet even mijn suikerspiegel. Want dat dit veel heeft gekost, was me wel duidelijk. De waarde was 4.6. Kan er net mee door. Ik bestel toch een flesje gatorade energie, die ik half naar binnen werk. Na een ruime pauze gaan we verder. Via Valpromaro, Piazzano, San Macario en Ponte San Pietro lopen we Lucca binnen. Totaal verzopen gaan we voor wat info bij de toeristinformatie naar binnen. Hierna regelrecht naar de Ostello San Frediano.
Slaapplekken in Lucca.
Ondanks de hevige regen zijn er veel mensen op straat. Bij aankomst in de Ostello zien we de ( nu figuurlijke) bui al hangen! Completo. 140 Bedden hebben ze hier, maar geen enkel veur ein paar verzaope pelgrims. Er wordt ons verteld dat er enkele grote groepen hier zijn. M.n Duitsers. Ik vraag aan de dame: houden jullie dan niet enkele bedden vrij voor pelgrims. Het antwoord is kort en krachtig: no. Ze sturen ons naar de Convento delle Suore Agostiniane. Maar ja, ook vol. Door de regen dwalen we maar wat door Lucca. Prijzen, daar weten ze hier alles van. Daar zeg je U tegen. We kijken eens op het papiertje van het toeristenbureau. Maar dat zit in een jaszak vol met water. Niet meer te lezen. Toch vinden we in Casa Alba een kamer. Bij toeval ontdekken we dit adres en bellen direct het nummer dat er bij staat. Vier hoog en 56 traptreden op: hoog en droog. En nu wij en onze spullen nog, want de grootste zorg is ut naat gerei droog te krijgen. Hoije.
Zaterdag 28 mei
Marina di Massa-Camaiore 27 km
Piano aan vandaag
In de Ostello Murimar is geen ontbijt voor ons. Gisterenavond ben ik nog op pad gegaan voor yoghurt, bananen en kaas. Om kwart voor zeven zit ik op een bankje aan zee te ontbijten. Het is hier heerlijk zitten en ik heb ook geen zin om hier weg te gaan. In zee liggen enkele "flinke kerels" al te spartelen. Even later komt Ernes er ook bij zitten. Vandaag zullen we samen naar Camaiore lopen. Na het ontbijt gaat de rugkzak weer op de poekel en zijn we weg. Tot Marina di Pietrasanta zullen we de wandelweg langs de zee nemen. Dit zijn 12 km. Het is lekker lopen in de schaduw. Op dit stuk stoppen we vaak voor een koffie of iets anders. Wat liggen hier langs de weg oude villa's en vervallen huizen te koop. Deze zijn ook nog eens afgeschermd met een rieten hek. Nemes moog zeen wiej ut der noe oetzuut.
In Marina di Pietrasanta slaan we links af richting Pietrasanta. Weg zee, weg heerlijk windje, weg schaduw. In de volle zon gaat het omhoog. Uiteindelijk zijn we tegen twaalven in Pietrasanta. Op de Piazza Statuto krijgen we een mooie stempel bij de toeristinformatie. Ook vraag ik de dame of ze voor ons een slaapplek in het Oratorio il Colosseo in Camaiore wil regelen. Ons lukt het niet. We krijgen steeds geen gehoor. Via een ander nummer lukt het haar wel. Zo dat is geregeld.
In Pietrasanta nemen we de tijd voor een heerlijk diner. Gisteren alleen maar brood gehad. Vandaag ga ik het er dus eens lekker van nemen. Op de voetgangerszone zoeken we een leuk terras uit. Maar we zijn aan de vroege kant. Ze zijn nog met de voorbereidingen bezig en het kan nog wel drie kwartier duren. Even verderop wenkt een man ons. “Prego, prego”, oftewel “estebleef,gaot uch zitte”. Hier kan het dus wel. Op een leuke plek langs de straat eten we heerlijk, met een warm zonnetje op de rug. Och diej aaj knök vinje det waal good. Na half twee stappen we op. Het wordt tijd dat we in Camaiore komen, want het inmiddels heet geworden. Ongerwaeg stoppen we nog een keer en dan in een vlot tempo naar onze slaapplek.
Het Oratorio il Colosseo
Angelo, met wie de dame in Pietrasanta de afspraak heeft gemaakt, wacht ons bij de kerk op. Hij neemt ons mee naar de slaapplek een paar straten verderop. Bij aankomst krijg ik al een vreemd gevoel. Moet dit het nu zijn! Ook weer zo' n groot goor gebouw. Binnen lopen, denk ik, veel mensen rond uit oorlogsgebieden. Voor de duidelijkheid, hier heb ik niks op tegen. Angelo neemt ons mee naar boven en laat ons eerst de twee "badkamers" zien. Hierover een woord: bah! Dan komt het keukentje aan de beurt. Hier zou ik nog geen kop heet water uit willen. Dan gaan we naar de "pelgrimskamer". Een kamer met een stapelbed en drie eenpersoons bedden. Ernes kijkt mij eens aan en ik denk: wegwezen hier. Nee, ik ben heel wat gewend op mijn pelgrimstochten, maar dit! Op het onderste bed van het stapelbed ligt een slaapzak. Er liggen flessen op en tussen het bovenste bed en het onderste bed staat een t.v. We vragen of daar “Une Pellegrini”slaapt. Hij geeft geen antwoord hierop. Ook hangt er een zak met stinkend fruit aan het bed. Nee, hier willen we niet slapen en vertrekken. Te smerig.
In mijn gids staat albergo " Le Monache". We lopen hierheen en hopen op een twee persoonskamer met twee aparte bedden. De bijzonder aardige dame zegt ons deze toe. Bliej bun ich nao eine lange daag, tog ein bed gevonge te hubbe. Hoije.
Vrijdag 27 mei
Sarzana-Marina di Massa 25 km
Mannentrouw, Verleiding, Apostolo San Pietro
Vandaag gaat het naar de zee, naar Marina di Massa. Zoals wel vaker de afgelopen dagen zijn mijn kuiten al ontploft voor ik Sarzana uit ben. Mer ze kenne ut hubbe. Gisterenavond de route nog wat aangepast met "Mary" zodat ik een beetje op tijd op mijn eindbestemming ben vandaag. Ook vandaag weer een mooie route. In Molicciara loop ik door een mooie villawijk. Wat hier opvalt zijn de vele kruiden, met name tijm, die hier aan de rand van de tuinen groeit. Ze hangen over muurtjes tot wel een meter. En dat ruikt wel zo lekker. In Carrara loop ik door het industriegebied van de marmer. Pijn aan mijn ogen krijg ik van al dat wit. Met op de achtergrond de bergen waar het gewonnen wordt. In hoofdzaak witte marmer. Zware vrachtwagens rijden af en aan met een enorm blok marmer er op. Hoeveel fabrieken hier liggen! Als ik Marina di Massa nader ruik ik al de zee. Het doet me gelijk denken aan een regel uit een lied van Blöf: De zoute zee slaakt een diepe, zilte zucht, boven het vlakke land trilt stil de warme lucht. En het is warm vandaag. Om half twee kom ik aan bij de Tyrreense zee. Toch even met de voeten in het water.
Ongerwaeg vandaag:
De hond
In Colombiere stop ik voor de koffie. Bij de eerste de beste bar plof ik neer op het terras. Bestel een koffie americano, met wat extra heet water. Anders is hij mij te sterk. Binnen in de bar ligt een hond, een soort labrador. Terwijl ik geniet van mijn koffie komt de hond naar buiten. Hij snuffelt hier, hij snuffelt daar. Maar bij mijn rugzak trek hij zijn achterpoot op. Mer hae krieg gen kans om mer get te piese. Ich mep um met miene wanjelsjtek op zien vot. Weg is hij. Dan komt de eigenaar naar buiten en begint tegen mij te praten als brugman. Ik zeg tegen hem "no Italiano". Hij gromt wat en gaat terug naar binnen. Ik betaal en ben ook weg. Dao hove gen hunj taege miene rugkzak te piese. Klaor.
De mannentrouw
In Luni loop ik door een wijk waar de geur van mannentrouw overheerst. Heerlijk ruikt het. Mannentrouw als afscheiding, honderden meters lang en overal in volle bloei. Wat een mooi gezicht. Is de Italiaanse man dan zo "mannentrouw" dat hij geëerd wordt met een haag? Ik heb mijn twijfels. Want ik ben veel "macho's" tegen gekomen. Gelukkig kan ik te zeggen dat ik dit wel ben. Of neet Thea.
De Apostolo San Pietro
Om half twaalf kom ik aan in Avenza. Voor een lekker glas sinaasappelsap stop ik in bar Pellegrini. Even uitblazen en stoom aflaten. Als ik verder ga wil ik een bezoek brengen aan de Chiesa San Pietro. Als ik naar binnen wil gaan staat de pastoor klaar om de deur te sluiten. Het is twaalf uur nu en tot drie uur vanmiddag dicht. De heiligen zalle auch waal heure siësta hubbe. Maar de pastoor wenkt mij naar binnen en sluit dan de kerk. Une timbre de credenziale, vraagt hij. Si, signor. Hij vraagt of ik Duits spreek. Ja zeker. Dan begint hij te vertellen over zijn kerk en de apostel Petrus. Neemt me mee naar de sacristie en krijg een mooie stempel van hem in mijn credenziale. Une timbre di Apostolo San Pietro hoort in mijn credenziale te staan, zegt hij. Ik bedank hem hiervoor en ga verder.
De "verleiding"
Ergens ongerwaeg voor Carrara Loop ik over een pad tussen het hoger gelegen spoor en een industrieterrein. In de verte zie ik een vrouw staan. Als ik haar voorbij wil lopen, houdt ze mij aan. "Pellegrini", vraagt ze. Si signora. En of ik naar Rome ga. Ook dat bevestig ik. Ze begint heel aardig tegen mij te praten.
Of ik mee naar haar Casa wil?
Of ik zin in koffie heb?
Of ik wat wil eten?
Of ik een bad wil?
Ze begint wel erg opdringerig te worden.
No, zeg ik tegen haar en wil verder lopen. Ze loopt een stukje met me mee en wijst naar haar "Casa" die op een fabrieksterrein staat. Er staan twee vrouwen voor het huis. Casa, casa, hmmm un nette Casa! nee, een bordeel of zo iets. Sjnel laup ich verder en huur her neet mier aan. Mannentrouw!
De Ostello Turimar
Ik schrik als ik bijna bij mijn slaapplek ben. Wat ik zie......ik kan het niet beschrijven. Wat een gore grote vieze blok beton die hier staat. En dit gaat door het leven als " Ostello Turimar" een plek met 1400 bedden. Kun je je voorstellen hoe zo iets uitziet. Werkelijk. Maar ja, in het hoogseizoen is dit natuurlijk een plek voor de jeugd, zo stel ik mij dat voor. Die hebben aan een bed genoeg. Ik loop wat te zoeken waar de ingang/receptie is. Deze ligt aan de zeekant. Nou dan moet ik nog een stuk om lopen om daar te komen. Bij de receptie krijg ik de sleutel van mijn kamer en er wordt bij verteld dat hier geen ontbijt is. Ook krijg ik een laken en kussensloop. De kamer heeft ook de beste jaren gehad. Och ja, Pellegrini hè.
Dit verslag hub ich gesjreve aan de zieje
met eine blik nao det oneindige wieje.
Mer auch mit eine blik nao ut sjtranjd,
hiej loog vanalles, waal of neet verbranjd.
Hoije
Donderdag 26 mei
Aulla-Sarzana 18 km.
Sarzana, een beauty
Vandaag een schitterende wandeling naar Sarzana. De eerste twee en een half tot drie uur zijn heel pittig. Net als gisteren, kloete sjtukke en neet zo'n klein bietje. Maar de prachtig gelegen dorpjes ongerwaeg, maken veel goed. Zoals het op een heuvel gelegen Bibola en Vecchietto. Het zijn plaatjes. Vandaag wel de nodige krassen opgelopen. Ich sjtrukel ein paar kier op die kl....sjtukke. Als we boven op de pas aankomen, zitten we op Quadro Strada. Genoemd zo omdat zich hier vier zandwegen kruisen. Ook omlaag is het geen pretje. In het lager gelegen Ponzana Superiore willen we koffie gaan drinken. Wie zijn we: de drie Italiaanse dames van gisterenavond, de Slowaak Ernes en ik.
Helaas, het barretje is gesloten. Via de resten van het Castello della Brina, dalen we verder af naar Sarzana. Bij dit Castello heb je ook een eerste gezicht op de zee. De Tyrreense zee.
Mogen hoop ik hier toch efkes puutje te baje. Want het wordt heet de komende dagen.
Bij aankomst in Sarzana gaat iedereen zijn eigen weg.
Sarzana
Als ik onder de boog van de stadspoort, de Porta Parma, de voetgangerszone betreed, kom ik al ogen tekort. Wat is het hier mooi. De Via Francigena loopt hier helemaal door tot aan stadspoort aan de andere kant van dit stadje. Ik slenter het ene steegje in het andere uit. Op de piazza Matteotti ga ik eten. Tot mijn verrassing staan daar Suzie en Joshe bij het grote oorlogsmonument. Even praat ik met hen. Ze twijfelen om door te lopen of hier te blijven.
Ich veul mich wiej eine keuning, om hiej te moge zitte. Allemaal terrasjes rondom, fantastisch. Na het eten ga ik verder. Jammer dat ook hier de kathedraal Santa Maria Assunta dicht is. Binnen schijnt veel met marmer te zijn gewerkt. Ja, dit is de marmerregio hier. Bekend van de Carrara marmer. En dao hubbe veur thoes auch nog ein sjtuk van sjtaon. Ooit mee gebracht van een vakantie. Maar hier is zoveel te zien. Prachtige piazza's, gebouwen en nog zo veel meer. Voor mij tot nu toe een van de mooiste plaatsjes op mijn tocht.
Ik zoek mijn B&B op en hoop tegen de avond nog wat rond te wandelen. Het is een beauty, Sarzana.
Overdenkertje: een stap voorwaarts, kan het begin van een wandeling zijn. Tot ziens.
Woensdag 25 mei
Pontremoli-Aulla 34 km. Auto 7 km Piedi 27 km.
Mijn engel
Een lekkere boterham met kaas
Een lekkere boterham met salami worst
Een lekkere kop koffie
Een lekkere yoghurt met muesli
en voila: een heerlijk ontbijt. (en miene mik is weer op)
Al een dag of vier loop ik met een wond op en onder mijn kleine teen. Deze wil maar niet dicht gaan. Iedere dag goed verzorgen en afplakken helpt niet. Misschien is het wondkussen te dun. Mien tienke krieg op unne daag toch hiel get op ziene donder.
Vanmorgen ga ik dus eerst maar eens op zoek naar een farmacia. Die is snel gevonden. Om tien voor acht zit ik op de vensterbank te wachten totdat deze om 08.00u open gaat. Even later maakt een vrouw de deur open en laat me binnen. “Pellegrini?”, vraagt ze. Si. Ik neus wat tussen de pleisters en vind wat ik zoek. Wondpleisters met een dik wondkussen. Als ik betaal, valt mijn oog op iets wat met senza glutine heeft te maken. Ik vraag haar of ze ook pane hebben. Si, si dat hebben ze. Haar man, die inmiddels ook in de zaak staat, gaat naar achter. Komt terug: Scuzi, maar de pane is op. Sjit.
Gisteren las ik iets over engelen op mijn weg. Nou ziedaar het volgende:
De vrouw gaat bellen met de farmacia in Filattiera. Ik hoor van haar dat ze nog pane s.g in huis hebben. Ik laat haar het kaartje uit mijn wandelgids zien en zeg dat ik niet die weg ga. No problema. Ze neemt me mee naar buiten en zegt dat ik in moet stappen. Zij brengt me wel even naar de farmacia in Filattiera. Netjes veur de deur waer ich aafgezatte. Ze gaat even mee naar binnen, ratelt in rap Italiaans wat tegen de man achter de toonbank en wijst naar mij. Hij legt twee grote pakken pane s.g op de toonbank en de vrouw zegt "for you". Zonder dat ik de kans krijg om haar te bedanken is ze alweer weg. Det waar miene Ingel veur vandaag. Nadat ik heb betaald ga ik buiten op een bankje mijn kleine teen voorzien van nieuwe pleisters.
De route vandaag.
Van Pontremoli naar Aulla zijn 34 km. Ik wil in Villafranca in Lunigiana de Via Francigena weer oppakken. Dit kan ook hier in Filattiera, maar dit is langer.
Vanuit Pontremoli is er de originele weg, maar ook een alternatief. De originele weg loopt links van de autostrada. De alternatieve weg, een fietspad volgens mijn gids, loopt rechts van de autostrada. Het verschil is 6 km tot Villafranca in Lunigiana. Gisterenavond nog met Joshe en Suzie er over gehad, welke we nemen. Onze keuze viel op de fietsweg. Mer ja, ich mos zo nuudig nao de farmacia. Dus ik heb ze niet meer gezien ongerwaeg. Samen met "Mary" vind ik een goed alternatief aan de linkerkant van de autostrada om in Villafranca in Lunigiana te komen. De Via Francigena ten spijt.
Als ik aankom in Villafranca in Lunigiana ben ik weer snel op de route. Kilometers lang gaat het door een bos. Omhoog, omlaag en weer omhoog en omlaag. Op sommige plekken wordt het een ware survival. Waat eine tooter. Ik kom een groot bord tegen met info over de Via Francigena en over de weg. Schijnbaar loop ik over een historische weg tussen Vingolette en Fornoli. Jao, sjoen vind ich det. Mer veur mich is ut g.v.d. eine kloete waeg. Sorry Petrus, mer ut mos der efkes oet. Niks anders dan keien, dikke, dunne, platte, ronde, grote en kleine. Ik ben hier heel blij met mijn stevige hoge wandelschoenen. Ook in verband met de nodige slangen vandaag. In Terrarossa loop ik verkeerd. Mijn aandacht heb ik er niet meer bij. Ik merk dat ik zwabber. Als ik bij een barretje mijn bloedsuiker meet, is deze veel te laag. De schuld schuif ik snel af naar dat klote pad. Aan de Signora bestel ik een gatorade met citroen. In een grote teug gaat het naar binnen. Als mijn ogen weer recht kijken, betaal ik en stap op. Even zoeken naar de juiste weg. Een politieman wijst mij de weg en deze loopt precies voor het politiebureau langs. Over een mooi aangelegd pad loop ik naar Aulla. De ontvangst in de Ostello van de Chiesa di San Caprasio is warm. Een mooie plek waar alles goed geregeld is en dit voor donativo. Mijn was hangt intussen op het dakterras te wapperen in de felle zon.
‘s Avonds gaan we met zeven pelgrims heerlijk eten. Suzie en Joshe en drie Italiaanse dames en een man. Er wordt met handen en voeten gesproken, zodat ik toch mee kan genieten. En ik verzeker jullie dat we lol hebben. Ken auch det ut door de roeje wien is gekomme. Het eten is voortreffelijk. Salada mista met veel mista!! Rijst met pestosaus en kaas. Een spies en een lapje kalfsvlees. Als afsluiting tiramisu. Maar die is niet glutenvrij dus die geef ik af. Kwanta Costa: 15 euro. Om half tien lig ik met een mooie rode kop in bed. Van de wijn of van de zon? Wem ut wet, moog ut zegke! Hoije
Dinsdag 24 mei
Ostello della Cisa-Pontremoli 21 km
Was het nu konijn, of.......
We zaten gisterenavond laat aan de warme maaltijd. Zeven uur werd half acht, acht uur, half negen. Maar dan komt de " ober uit Fowlty Towers" met de suppa. Lekkere rijstsoep met kikkererwten in. Als tussendoortje dunne plakjes vlees in gelei. Dan krijgen we de zelfde rijstsoep, alleen nu wat dikker. Er zit meer rijst in en veel komkommer. Wie bedinke ze zo get biej ein. Tegen halftien komt er nog een vleesschotel op tafel. Verdomd scherpe gehaktballetjes met dikke witte bonen en kidney bonen. Als toetje om tien uur een niet nader te omschrijven iets. Hierbij de nodige witte en rode wijn en zo rond als een ton ga ik om half elf naar bed. Gen auch toe gedaon, nao zoewe eine zjwaore kos. Maar alles was wel "senza glutine". Mij is opgevallen dat dit veel beter bekend is in Italië dan bij ons. Ik hoef de twee woorden maar uit te spreken en de alarmbellen gaan hier rinkelen.
Vanmorgen ben ik vroeg op. Geen mens te zien en ik zit al aan het ontbijt dat klaar staat. Mijn laatste plakken brood gaan er aan, bedekt met jam. Even zit ik te prutsen met zo'n klein koffiepotje, maar het wordt toch maar thee. Tegen zeven uur komen ook Suzie en Joshe en Ernes, een Slowaak aanschuiven. Ik vertel hun dat ik ongerwaeg bekijk hoe de route erbij ligt. Na al die regen van gisteren en vannacht zal het wel weer veel blubber zijn. Ook schrijft mijn wandelgids iets over een gevaarlijke steile afdaling ergens in een bos. Als ik vertrek, ga ik over de Strada della Cisa eerst omhoog naar de pasovergang. Voor dat ik deze bereik, kan ik ook de route door de bergen nemen. Nee, hier heb ik het zo gezien. Ik volg de weg helemaal naar Pontremoli. Als ik boven op de pas aankom, kan ik via vele trappen naar boven naar de kapel van Sanctuario della Madonna della Guardia. Eine ganse mondj vol. Achter deze kapel staat ook de poort naar de Toscane. Een grote boog met opschrift. Bij het omlaag gaan, kom ik de Zwitsers tegen. Zij zijn dit eerste stuk ook over de weg gegaan maar pakken boven bij de kapel de route op. Even bijpraten over gisterenavond en dan verder. Het is nu alleen maar dalen 18 km lang. Op de Strada della Cisa is bijna geen verkeer. Motorrijders kom je het meest tegen.
Genietend daal ik steeds maar verder af. Prachtige vergezichten en af en toe zie ik kleine dorpjes of gehuchtjes die er zo tegenaan konden zijn geplakt. In Terme Montelungo, een gehuchtje van niks langs deze weg, is een oud vrouwtje de tafeltjes buiten met een mooie kleedje aan het bedekken. Ja, haar barretje ligt bijna op de straat. Ik vraag haar of de bar aperto is. Si, si en ze wijst mij een stoel aan langs de straat. Nadat ik mijn cappuccino op heb, bestel ik nog een flesje aqua en dan weer verder. Ongerwaeg staat hier en daar ook nog weleens een huis. Als ik zo'n huis voorbij loop, hoor ik gegrom. Daar zitten ze dan, twee stokoudjes bijeen. Een man en een hond. De hond wil wel blaffen maar kan niet meer. En de oude man kijkt alleen maar vooruit. Tsjonge zo zal je maar je oude dag moeten slijten. Uiteindelijk kom ik rond half een aan in Pontremoli. De natuurwinkel met het glutenvrije brood ligt aan de route en is snel gevonden. Een pakje brood, meer hebben ze niet meer. Dao doon veur ut den mer met. Ik had mij voorgenomen om vanmiddag hier ergens warm te eten. Langs de dom (wel dicht) ligt Trattoria "da busse". Ze bevelen konijn met salade en frites aan. Dat is tenminste zeker glutenvrij. Mer waas ut waal knien? Lekker was het wel, maar....ik heb zo mijn twijfels! Als ik weer buiten ben en een ijsje heb gekocht, komt een vrouw naar mij toe. In gebrekkig Engels begint ze mij van alles te vragen. Een hippe tante, maar te oud voor de make-up, voor de hoge hakken, voor het korte rokje, voor haar open blouse. Ik vraag haar maar naar een alimentari. Ik moet nog bananen, pudding en beleg voor vanavond en morgenvroeg hebben. Oh, dat weet ze wel en neemt me mee een donkere kleine gats in. Oei, denk ik, wat zou Gina Lolobrigida willen. Mich de waeg wieze, of.......gelukkig waal. Aan de andere kant van de brug zie ik een supermarkt. Hier koop ik mijn spullen zodat ik vanavond en morgenvroeg een goed belegde boterham heb.
Dan in een rap tempo naar mijn slaapplek voor vanavond. Deze is in de Convento Cappuccini. Na inschrijven, betalen en een stempel krijg ik een kamer op een lange gang waar veel bureautjes staan.
Mijn rugzak pak ik helemaal uit. Alles is vochtig en mijn slaapspullen die ik moet hebben, zijn zelfs nog nat van gisteren. Als ik mijn loopspullen heb gewassen, hang ik alles ik de zon te drogen. Dit is het, ik ga een boterham eten. Hoije.
Voor wie niet weet waar hij naar toe wil, zijn alle wegen goed.
Maandag 23 mei
Ostello de Cassio-Ostello della Cisa 18 km
Laat de zon snel gaan schijnen.
Vanmorgen maak ik de gordijnen open en wat zie ik: gries, gries en nog ens gries.
Zou het een slecht voorteken zijn voor vandaag? Na een uitstekend ontbijt ga ik de rugzak inpakken. Inmiddels staan buiten de hemelsluizen weer helemaal open. Ik proef even de "sfeer" buiten. Nat en steenkoud is het. Er waait een stevige koude wind. Het regenpak pak ik maar niet in. Als alles "waterdicht" is ingepakt, mijzelf incluis, ga ik op pad. Vandaag gaat het naar de Ostello della Cisa. En maar hopen dat het niet weer de hele dag zo hard regent als nu het geval is. Na zo'n 500 meter te hebben gelopen slaat de route rechts af, steil omhoog een geitenpad op. Twintig meter ploeter ik er op los. Onmogelijk om hier naar boven te komen. Ik neem een wijs besluit en loop verder over de Strada della Cisa. (SS62) Deze weg gaat geleidelijk omhoog en dit loopt goed. Het is ook een hele rustige weg. Ongerwaeg hoor ik op eens: “hè Ger”. Ik kijk onder mijn pet door en zie daar Joshe en Suzie staan. Ze schuilen onder een veranda van een huis dat "vendesi" is (te koop). Een kort hallo en ik ga snel verder, ondanks dat het gutst en weer dondert. Jammer natuurlijk omdat de omgeving prachtig is. Volgens mijn wandelgids zit ik hier midden in de Apennijnen. Mer gen Appenijntje te zeen.
Voor Berceto volg ik de Via Francigena nog een stukje door een bos omlaag. Ik moet tenslotte in Berceto uitkomen, omdat ik hier de route weer wil oppakken en om koffie te gaan drinken.
As ein verzaope kat ga ik een barretje in. De verwarming draait hier op volle toeren en daar maak ik maar wat graag gebruik van. Even later komen ook de Zwitsers aan. De cappuccino hier is van het betere soort, uitstekende bak. Buiten zien we zelfs een waterig zonnetje schijnen. Zal ut den verdorie toch nog drueg waere vandaag. Na een half uurtje pauze stap ik op en ga de Romaanse dom San Moderanno bezichtigen. Van binnen een vrij sobere dom. Wel ontdek ik in een glas-in-lood raam een afbeelding van Jacobus. Berceto was stopplaats XXXIII op de terugweg van bisschop Sigeric. Hij liep van Canterbury naar Rome en weer terug. Als ik de dom uitkom, is het warempel droog. Voor de dom pak ik de Via Francigena weer op. Ook nu zal ik niet lang op de officiële route blijven lopen. Het is vies,modderig en glad op de paden door het bos. Een stuk verder raadpleeg ik "Mary" maar weer en zie dat ik verderop ergens weer op de Strada della Cisa kom. Bij dit punt volg ik deze weg tot aan mijn slaapplek in de Ostello della Cisa. Ik tref Ludwig en Anja en samen lopen we verder. Zij gaan morgen weer naar huis en lopen nu nog een stuk door. Zo hebben ze morgen een korte route naar Pontremoli. Hier pakken ze de trein naar Verona omdat daar bij het station hun auto staat. Bij aankomst bij de Ostello neem ik afscheid van hen en ga snel naar binnen. De kachel in de huiskamer draait op volle toeren. Ik doe mijn natte schoenen uit en zet ze er langs te drogen. Even later komen ook de Zwitsers aan.
Ik krijg boven een kamer aangewezen met 4 bedden erop. Maar, zegt de hospitalera, helemaal voor jouw alleen. Het lijkt wel een kleine danszaal. Na alle dagelijkse taferelen te hebben doorlopen, ga ik beneden in de hoeskamer mijn boterhammen op eten. Hierna ga ik mijn verslag schrijven, zittend langs de werme sjtoof, waar intussen ook mijn natte kleren hangen. Ik heb al kunnen regelen dat het avondeten "senza glutine" is. Ondertussen komen ook 12 Zwitserse dames met hun begeleider aan. Ook zij zijn op weg naar Rome. Volges mich wille ze met de Paus om de taofel gaon zitte en dae uns good toesjpraeke. Ze zijn met een doel op weg en hun doel is: “Frauen mit der Kirche”, dat lees ik tenminste op sommige rugzakken. Zij willen zich sterk maken voor intreding van vrouwen in de katholieke kerk.
Of det geit lukke biej Paps Francesco!!
Gisteravond zag ik ze voor het eerst bij de Ostello in Cassio. Ze zaten toen buiten aan een viering van hun H. Mis met veel gezang. Uit Sank Gallen komen ze.
Zo dit is het voor vandaag. Ik ga nog een uurtje of twee plat en eindig vandaag met:
De Apennijnen,
vol met konijnen.
Vol met hagedissen,
voor geen geld zou ik ze willen missen.
Zondag 22 mei
Sivizzano - Ostello di Cassio 15 km
Heet, zweet en kuitenbijters
Gisterenavond een heerlijke glutenvrije pastaschotel gemaakt. Joshe en Suzie gingen naar het een kilometer verderop gelegen restaurantje iets eten. Ik maak gebruik van al het glutenvrij eten dat er speciaal voor mij is. Lekker buiten in het avondzonnetje geniet ik van het eten en het uitzicht. Onder het eten lees ik in mijn wandelgids de nodige informatie over de route voor morgen. Wat al snel duidelijk is, is dat het pittig gaat worden. Goed dat ik maar tot de Ostello di Cassio ga.
Vanmorgen ontbijten we samen. Er staat zoveel op tafel. Ich weit neet wao ich ut iers aan zal beginne. Nadat we alles samen hebben opgeruimd, doe ik mijn toch wel veel te zware rugzak op miene poekel en vertrek. Als ik Sivizzano uit ben en vervolgens ook nog de nodige oversteken en klauterpartijen langs en over de "bach" heb doorstaan, ga ik over een mooie weg richting Bardone. Wel gaat het steeds omhoog, maar dit loopt prima. Ik ben in de Apenijnen en dat zal ik vandaag ook merken. Een geweldig mooie omgeving met fantastische uitzichten, zelfs tot in de Po-vlakte. Maar ook geweldig weer vandaag: 32 graden. Toe mer, of ut nieks kos. Een temperatuurverschil van 20 graden met afgelopen donderdag!!
In Bardone kan ik voor 2 euro de kerk in. Geen korting voor een pellegrino. Maar het is het waard. Een klein kerkje waar binnen twee mooie, een soort van, timpanen staan met enkele consoles. De uitdrukkingen op de afgebeelde gezichten zijn prachtig. Als ik verder ga richting Ferenzo gaat het gelukkig nog steeds omhoog over die mooie weg, met die prachtige vergezichten. Ferenzo is de volgende pauze plaats. Mer ja, auch weer zon gehuchtje van nieks. Ik zit op een muurtje bij het kerkje te snoepen van de glutenvrije koekjes als er twee pelgrims komen aanlopen. Ik heb hun nog niet eerder gezien. Het is een Duits stel uit Bamberg, Ludwig en Anja. Het is toch wel fijn om nu elke dag pelgrims te treffen. Achter Ferenzo gaat de route het bos in. Hier beginnen pittige klimmetjes en vervolgens ook weer pittige afdalingen naar Castello di Casola, Villa di Casola en uiteindelik naar de Ostello in Cassio. Afzien is het, behoorlijk afzien. Ik voel pijn in botten waar ik nog niet eens wist dat ik botten had. De korte en lange pittige klimmen en afdalingen, over paden bezaait met steenslag. Ik moet vaak stoppen om maar weer een dextro te pakken. Mijn suikerspiegel blijft aan de lage kant. Poeh, poeh, het kost energie! Als ik dan uiteindelijk voor Cassio op de Strada della Cisa uitkom, komt voor de eerste keer “Mary” uit de rugzak. Als alternatief deze weg volgen tot aan de Ostello zou mooi zijn. “Mary” is het er mee eens en zo wandel ik over deze mooie weg naar Cassio. De letste aafdaling en klum nao Cassio sjink ich Pietrus. Bij de Ostello word ik verwelkomt door Andrea, de beheerder. In uiterst rap Italiaans wil hij mij van alles uitleggen. Ik denk bij mezelf: sjut ut mer in eine zak den zeuk ich ut thoes waal oet.
Maar ik kan hier koken, ontbijten, een pilsje drinken. Ik krijg van hem een eenpersoons kamertje. Hij heeft werkelijk alles in huis. Maar ik ga eerst eten bij de tegenoverliggende ristorante Al Miglio. Meer dan friet en een stukje vlees kan ik niet krijgen. De salada is finito. Maar het smaakt goed.
Hier tref ik ook Ludwig en Anja en samen drinken we een pilske op deze ook voor hun zware dag. Als ik terug ga naar de Ostello om te gaan douchen, kom ik Joshe en Suzie tegen. We reserveren samen voor morgen bij Ostello della Cisa. Het zal een tocht worden van zo'n 18 km naar het hoogste punt van de Apenijnen. Strakjes eet ik nog een boterham en dan......rap de bult in. Hoije.
Zaterdag 21 mei
Medesano-Sivvizano 19 km
Casa Sulla Strada (huis aan de weg)
Vandaag maar eens geen verslag.
Want wat was er ongerwaeg:
Heel veel moois te zien.
Het is toch allemaal mooier met de zonneschijn.
Genieten van de mooie vergezichten.
Maar soms ook afzien door de ook pittige stukken ertussen.
Zelfs heel pittige. (Fornove di Taro)
De vriendelijkheid van de mensen ongerwaeg.
Vriendschap die de wereld goed kan gebruiken.
De lekkere cappuccino en ijs in het kleine barretje in Fornove di Taro.
En dan de puinhoop die ik maak in de supermarkt in deze plaats.
Maar die puinhoop werd met een glimlach opgeruimd.
Ja, je moet ook niet met een rugzak door een supermarkt gaan lopen.
Dat is als een olifant in een porseleinkast!
Dat is vragen om problemen.
In een draai stoot ik een heel rek met koekjes om.
Alles lag dus op de grond, maar mijn “Scusi, scusi” was voldoende.
Dan de mooie ontvangst in B&B Casa Sulla Strada.
Ik heb er wat over geschreven:
Ut hoes aan de waeg
Waat ein werm en hertelik welkom,
krieg ich hiej van die mama as ich aankom.
Hiej in dit sjoene hoes,
veul ich mich den direk auch toes.
De senza glutine sjteit klaor,
ich geluif mien auge neet, mer ut is waor.
Pasta, koekjes, vleis en broed,
van de honger gaon ich hiej zeker neet doed.
Mien auge dao komme de traone in,
ongeluiflik wat ein moei begin.
Dit is tog get veur poëzie,
daorom zegk ich: mille, mille grazie.
Vrijdag 20 mei
Fidenza-Medesano 24 km
Een prachtige dag, ondanks.....
Even terug naar gisteravond:
In de albergo waar ik slaap, tref ik de twee mannen uit Como, Dario en Robert.
Ze vragen of ik vanavond met hen mee wil gaan eten. Ik vind het prima. Als we gaan, regent het. Maar gelukkig geen pijpenstelen. Ze hadden ‘s middags een restaurantje ontdekt bij de Dom.
Als we aan tafel zitten, komen nog twee mensen binnen. Een Zwitsers echtpaar, Joshe en Suzie, ook op weg naar Rome. Gezellig getafeld en lekker gegeten. De Zwitsers zijn ervaren camino lopers. Vele pelgrimswegen hebben zij al bewandeld. Nao ut eate nog ein lekker sjlaopmutske en ich ken der weer taege. Als we betaald hebben en willen gaan, regent het weer pijpenstelen. De eigenaresse van de zaak stelt voor om ons met de auto terug te brengen. Dat is nog eens service van de zaak en uiteraard slaan we dat niet af. We hebben al genoeg hemelwater op onze kop gehad vandaag.
Vanmorgen om acht uur ben ik op pad. De route is zo gevonden. Door mooie lanen verlaat ik de stad Fidenza. Een stralende dag vandaag, met de zon hoog aan de hemel. De temperatuur is meer dan het dubbele van gisteren. Buiten Fidenza tref ik het Zwitsers echtpaar. Samen lopen we een heel eind op. Net voor het kleine dorpje Costamezzane gaat de route rechtsaf. Op een bordje staat: 300 meter bar, osteria. De Zwitsers gaan rechtsaf. Ik gok op een lekkere bak koffie. Het is inderdaad maar een klein stukje omhoog. Boven bij een wel heel grote kerk voor dit dorpje komt een oud mannetje mij tegemoet. “Pellegrino, pellegrino timbre, timbre bar, bar” en hij wijst naar de bar en roept al heel hard naar de waard “pellegrino, pellegrino, timbre, timbre”.
Nog voor dat ik op het terras zit, staat hij al voor me, met het inschrijfboek en vraagt om mijn naam en nationaliteit in te vullen. Stapelgek van de Via Francigena. Intussen bestel ik een cappuccino en een fles water. Maar eerst wil hij mijn credentiale afstempelen. Hij glundert met zijn hele gezicht. Een hele aardige toffe kerel, die uitstekend Engels spreekt. En dan krijg ik toch mijn drinken. Als ik ga afrekenen roept hij al “ah Ger”. Det haet der toch sjnel gelierd oet zien book. Als ik weer ga, zwaait hij mij uitbundig uit en roept “Ger, Ger good way, buen camino”. Det duit unne mins goot!
Als ik weer terug op de route ben, tref ik Vanessa. Zij staat te fotograferen. Samen lopen we verder en ergens ongerwaeg treffen we Joshe en Suzie weer. Met z'n vieren baggeren we door de leem. Door de hevige regenval van gisteren is de bovenlaag erg week geworden. De schoenen zuigen zich erin vast. En als je ze lostrekt uit deze bagger, blijft een hele lading aan de schoenen plakken.
Wat een smurrie. Het gaat berg op, berg af en ontzettend zwaar lopen. Je glijdt steeds weg. In Cella nemen de Zwitsers nog een pauze. Vanessa en ik lopen door, tot we plots voor een beek staan. Vier meter breed en geen brug. Alleen een smal houten plankje en twee dikke stenen. Maar dat wil niet zeggen dat je er dan over ben. De laatste meter moet je springen. Hier gaat het bijna mis. Ik spring…en kom net verkeerd op de oever terecht. Gelukkig val ik de goeie kant op. Dus niet in het water. Maar ik zit wel onder de smurrie. Vanessa komt zonder problemen aan de overkant. Tja, zo’n jonge meid is toch wat leniger dan zonne aajere Ruiverse jong! Dan gaat het stevig omhoog. En waat is ut euveral vettig! Als we eindelijk boven zijn, nemen we een flinke pauze. We proberen zo goed en zo kwaad als het kan de schoenen schoon te maken. Extra kilo’s modder meeslepen is niet zo’n pretje. Als we in de zon zitten te genieten van het uitzicht, zien we de Zwitsers omhoog komen. Boven maken ook zij hun schoenen schoon en dan lopen we samen verder naar Medesano, zo’n vijf kilometer verderop. Over een lange weg dan weer omhoog, dan weer omlaag bereiken we Medesano. Onze slaapplek in het Oratorio Don Bosco is zo gevonden. Natuurlijk weer langs de kerk. Na een half uurtje wachten, kunnen we binnen. Ja en dan maar eerst de schoenen schoon zien te krijgen. Wat zeen ze der oet. Alsof ik ermee achter een ploeg heb gelopen. Nadat ik mijzelf en mijn kleren heb schoon gemaakt, ga ik op bed liggen. De piep is laeg. Hoije
Donderdag 19 mei
Fiorenzuola d'arda-Fidenza 24 km
De hemelsluizen staan open
Het zal een natte dag worden, volgens mijn Italiaanse mede pelgrims. Als ik om kwart voor acht de deur achter me dicht trek, regent het pijpenstelen. Maar ja, we gaan verder. Twee regenhoezen over de rugzak zullen hopelijk alles droog houden. Zelf heb ik het regenpak aan en dat is geen overbodige luxe. Waat ziemelt en dondert ut. Ongerwaeg schuil ik bij het klooster van Chiaravalle della Colomba. Als ik de kruisgang aan het bekijken ben, roept een vrouw achter mij...”pellegrine, pellegrine, timbre, timbre”. Ze heeft de stempel in de hand en wil graag mijn credentiale stempelen. Nou graag. Zo staat er een mooie stempel van deze bijzondere plek in mijn credentiale. Door de mais en- tomatenvelden loop ik verder. Het is bar en boos, maar ja, verder. Ongerwaeg komt de Italiaanse uit Bergamo me achterop gelopen. Vanessa heet ze. Dertig jaar oud en werkzaam met gehandicapte jongeren. Eerst heeft ze jaren op een bank ewerkt. Wao hub ich zo get ierder gehuurd? In Castione Marchesi duik ik met Vanessa ....een bar in. Samen drinken we een cappuccino. Ik vraag haar of zij een slaapplek wil regelen voor mij. De eerste drie adressen uit mijn gids zijn vol. Ich zeen de buuj al hangen. Van albergo Ugolini krijgt ze het telefoonnummer van albergo San Donnino in Fidenza. Zij belt en mijn plek voor vanavond is geregeld.
We gaan verder. Achter ons is het donker en voor ons pikdonker. Tsjonge, tsjonge, sjteit ut noe neet oet. De bliksemschichten schieten ons om de oren. Om maar te zwijgen over het vele hemelwater. Bij binnenkomst in Fidenza neem ik afscheid van Vanessa en zoek mijn weg naar de albergo. Om twee uur kom ik hier aan. De ontvangst is geweldig hier en dat doet goed. Ook al staat er een hele plas water op de marmeren vloer. No problema, no problema! Boven op mijn kamer pak ik in de douche mijn rugzak uit. Veel is er nat, ondanks twee regenhoezen. Zelfs mijn voeten zijn kletsnat. Iets wat ik nog niet eerder heb meegemaakt. Na mijn was gedaan te hebben, neem ik een warme douche. Heerlijk. Ik ga op bed liggen en deze keer is het niet het zandmannetje maar het watermannetje dat er voor zorgt dat de ogen snel dicht vallen.
Ongerwaeg heb ik nog wat zitten te dichten in het klooster en bij de koffiestop.
Miene leeve Hier,
wat duise mich deze kier.
Trek ze mich alle hemelsjloeze aope,
ich bun der bienao in verzaope.
Naat toet op ut bot,
de waeg...dae leep neet al te vlot.
Zellufs gluif ich det mien botte naat ware,
det hads ze mich tog kenne bespare.
En det gedonder en geflits,
aaf en toe keek ich waal wat pips.
Want onwaer, dao haaj ich neet van,
zeker as ich nurges sjuule kan.
Doe deilste flinke klappe oet,
en met dae reagen rech in mien sjnoet.
Leep ich, als mer verder en verder,
met ein vertroewe in dich, dae herder.
O ja, en mijn telefoon werkt weer goed. Dankzij mijn privé helpdesk op het thuisfront!
Woensdag 18 mei
Piacenza-Fiorenzuola d'Arda 25 km
Langs de BAAN!!
Om half acht vanmorgen zit ik aan het ontbijt. Een uitgebreid buffet staat klaar. Een vriendelijke jongeman legt mij uit wat het allemaal is. Ook vertelt hij erbij wat glutenvrij is. En det is behuurlik get. Het ziet er fantastisch uit. Ik vraag aan hem of hij niet even naar mijn telefoon wilt luisteren. Een vervelend probleem doet zich voor. Ik kan niet bellen, zowel niet naar huis als ook niet in Italië. Maar ik kan wel gebeld worden. Steeds krijg ik een dame aan de lijn die in rap tempo iets vertelt, uiteraard in het Italiaans, waarna de verbinding wordt verbroken. De jongeman zegt dat de dame vertelt dat er iets geblokkeerd is en ik alleen maar gebeld kan worden. Nou, det is den sjit. Wat de reden is weet hij ook niet.
Dus beste lezers, wie heeft er voor mij een oplossing? Ik heb een abonnement bij Ben. Zonder telefoon kan ik ook geen slaapplekken regelen. Om boete te pitte, is ut mich sjnachts nach te kaat veur.
Na het ontbijt krijg ik nog twee glutenvrije cakejes mee voor ongerwaeg. Voor ik de deur uitga app ik Thea nog even over mijn probleem met de telefoon. Ik hoop een dezer dagen toch een oplossing te vinden/krijgen hier voor. Om half negen ben ik op pad. Voor vandaag heb ik gekozen om de doorgaande weg te volgen en niet de officiële route van de Via Francigena, die 35 km lang is. Iets teveel van het goeie voor de eerste dag. De Belgen zullen zeggen
"ah wel, dan loop ik maar langs de BAAN". Maar dat langs de baan lopen valt vies tegen. Bijna 24 km lang langs de SS9 met alleen maar auto's en vrachtwagens die langs je heen scheuren. Nee, dat nooit meer. Da’s uitkijken geblazen. Met name de twee grote op en- afritten naar de autobaan op deze lange weg is een crime. Het lijkt wel op een soort klaverblad. Gelukkig liggen er ook nog enkele dorpjes langs o.a. Montale, Pontenure, Cadeo en Roveleto. Al deze plaatsjes heb ik aangedaan. Al is het maar om even van de baan te zijn voor een bakje koffie.
In Roveleto op een terrasje vraagt een jongedame of ik op weg ben naar Rome. “Si, si”, zeg ik(ik spreek inmiddels een aardig woordje Italiaans!) en maak snel van de gelegenheid gebruik om haar te vragen of zij voor mij met haar telefoon een slaapplek wil regelen voor vanavond in Fiorenzuola d'Arda. Dit lukt en ik vraag of ik haar een koffie aan kan bieden. Gelukkig spreekt zij goed Engels. Een kop koffie wil ze wel. We praten nog wat en dan ga ik verder. Blij ben ik als ik tegen tweeën aankom in Fiorenzuola d'Arda. Zoek gelijk naar een restaurantje om te eten en ben blij als dit lukt. Na Lekker te hebben gegeten, stap ik om drie uur op om naar de Ostello di San Fiorenzo te gaan. Deze ligt zoals gebruikelijk langs de kerk. Op de Piazza voor de kerk tref ik nog zes pelgrims. Twee mannen uit Como, een meid uit Bergamo en drie mannen uit Milaan. Met het Engels van dit gezelschap is het slecht gesteld. Mer den wuurd ut henj en veute werk. En dat gaat altijd wel. Om vier uur gaat de Ostello open. Nadat er kopieën van de credentiale en het paspoort zijn gemaakt, krijgen we een stempel. De dame van de kerk vraagt ons om een bijdrage wat we dan ook allemaal doen. Dan worden we naar de kamers gebracht. Ik slaap met de twee mannen uit Como op een kamer. Na het douchen ga ik nog wat yoghurt kopen voor morgenvroeg. En dan, dan lig ik op tijd in bed. Hoije.
Dinsdag 17 mei.
Reisdag naar Piacenza.
Punklich om 07.27 vertrekt de ICE in Düsseldorf. Maar wat is het druk. Gelukkig staat alles duidelijk aangegeven op "Gleis 16": waar en welk treinstelnummer stopt tussen A en F. Mijn gereserveerde zitplaats heb ik snel gevonden. Tussen Siegburg/Bonn en Frankfurt/Flughafen zie ik op het infoscherm een snelheid van 304 km/uur staan. Efkes dink ich det ich langs ozze Max zit. Wat een snelheid. Maar het is relaxt treinen in de ICE. In Mannheim stap ik over op de ICE die me naar Bern moet brengen. Ook dit gaat heel soepel. Wel hebben we een vertraging van vijf minuten opgelopen. Mer det ken ich hubbe. Ook in Bern ben ik "punklich".
Hier heb ik een half uur de tijd om over te stappen op de trein naar Milaan Centrale. Ook deze trein is weer op tijd. Zwitserse precisie! Dan gaat het door het prachtige Zwitserland, waar een heerlijk zonnetje schijnt, richting Milaan. Tussen Thun en Spiez gaat het een stuk langs de Thunersee. Hier heb ik in 2013 langs gelopen op mijn weg naar Santiago de Compostela. Door lange, hele lange tunnels gaat het richting Italië. Mien auge dinke zeker al det ut aovund is, ze valle mich om de haverklap toe. Ongerwaeg is er in de trein een strenge controle door de Zwitsere grenspolitie. Er worden paspoorten met een oogloep bekeken. Achter Brig volgt nog een controle met honden door de Italiaanse grenspolitie. Volgens mijn treinschema ben ik precies op tijd op Milaan Centrale. Ruimschoots heb ik de tijd om mijn trein te vinden naar Piacenza. Na een rit van een uur ben ik om zes uur op plaats van bestemming. Het B&B, dat ik een tijdje terug heb gereserveerd, is zo gevonden. Eerst een heerlijke douche en dan een hapje eten. Vanavond op tijd naar bed. Ut is eine lange daag gewaes. Hoije.
Mei 2016
Ben weer op weg gegaan
De voeten zullen spreken
Paden luisteren
Donderdag 27 augustus
Piacenza-Reuver. (trein)
Naar huis
Jacques en ik hebben gistermiddag nog samen genoten van de oude binnenstad van Piacenza. Een lekkere pot bier op een van de vele terrasjes ging er in als hop. Miene letste daag vandaag, ut duit tog sjtiekum pien. Voor ons "afscheidsdiner" vanavond bezoeken we nog de Basilica San Francesco en de Duomo. Beiden zijn gelukkig nu wel open. De Basilica is mooi maar eenvoudig en straalt zeker geen pracht en praal uit. Ik denk dat dit precies in de geest van de H. Franciscus is. Binnen vragen we aan een Signora, die met bloemen bezig is om een timbre (stempel). Zij wijst naar een man die verderop staat. Hij neemt ons mee naar de sacristie en zet in onze credential een mooie stempel. We kijken nog wat rond en gaan dan naar de Duomo, die een paar honderd meter verder achter de Basilica ligt. Een prachtige grote Duomo, zonder meer. We horen dat er ergens hier binnen een mis bezig is, maar kunnen niet direct zien waar dit is. Bij het hoofdaltaar staat een Signore die een kaartje op zijn colbert heeft. Ik ga naar hem toe en vraag ook aan hem een stempel. Hij wordt heel enthousiast als hij hoort dat we ongerwaeg op de Via Francigena zijn. Hij neemt ons mee naar de sacristie alwaar een priester zit te schrijven achter zijn bureau. Hij vertelt wie we zijn en gaat weer weg. De goeie man is behoorlijk van postuur. Om met Wim Sonneveld te spreken: 'hij heeft goed gegeten, heel goed gegeten!' "Un timbre" zegt hij, si Signore. Hij rommelt wat in zijn bureaula en vindt hier een stempel. Hij vraagt ons naar de credendials en zet met grote precisie de stempel in het hokje. Zonder meer een mooie stempel. Hij vraagt ons waar we vandaan komen en waar we vertrokken zijn. Als wij hem dit vertellen, begint hij hartelijk te lachen. "No, no" zegt hij. "Dat kan ik niet". Ter verduidelijking pakt hij zijn dikke buik eens met twee handen goed vast en schudt er even mee. Hij schatert het uit. Tja, als je boven op het gewicht van een rugzak ook nog zo'n omvangrijke buik mee zou moeten sjouwen, den hubse hiel get met te sjleipe! Met een stevige handdruk en een kaart van de Duomo nemen we afscheid van hem. De man die ons naar de sacristie bracht, wijst ons naar de crypte. We gaan de trap af en komen in een werkelijk prachtige crypte uit, die ook hier weer onder het hoofdaltaar ligt. Dit is een van de mooiere die ik heb gezien. Na nog enkele foto's te hebben genomen, gaan we eten.
We komen uit bij een kleine ristorante. Het eten is lekker en zeker niet duur. Onder het eten zeggen we niet veel. Allebei wat weemoedig over het naderende afscheid. Maar het is niet anders. Ongerwaeg truuk nao de B&B pak ich mich nog ein ieske op de voes.
Ik had Jacques al verteld dat ik vanavond vroeg naar bed zal gaan. Morge om vief oer kreit den haan. Als we terug in ons B&B zijn, is de tafel al gedekt voor het ontbijt morgenvroeg. Alles staat al klaar en wat we niet kunnen vinden, staat in de koelkast. Dan het onvermijdelijke, ik ga naar Jacques toe geef hem een stevige hand en wens hem heel veel succes met zijn verder pelgrimstocht. Beiden zijn we emotioneel. Hij zegt tegen mij; "Sjer you're an good companion for me and a good friend". Om negen uur lig ik in bed.
Vanmorgen na een slechte nachtrust (zalle de zenuwe waal zien) ben ik om half vijf al op. Neem eerst een korte douche en ga dan ontbijten. Het ontbijt is voortreffelijk. De koelkast is rijkelijk gevuld en zeker de prosciutto ham is heerlijk. Een paar broodjes smeer ik voor ongerwaeg en doe die samen met twee bananen in de rugzak. Geruisloos sluip ik het huis uit en ga op weg naar het station. Twintig over vijf in de morgen en boven een farmacia zie ik dat het 23 graden is. Van allerlei pluimage zit of staat op straat wat rond te hangen. In een straf tempo loop ik naar het station. Binnen zie ik dat mijn trein naar Roh Expo Milano op spoor drie vertrekt. Hier moet ik overstappen op de trein naar Basel. Roh Expo Milano is een nieuw station, speciaal aangelegd voor de Expo 2015, die gehouden wordt in Milaan. Het ligt een stukje achter Milaan centraal en is gelukkig niet groot. Mijn aansluiting naar Basel is perfect. Ik kan op het zelfde perron blijven. Om half twaalf ben ik op het station Basel SBB na een prachtige treinreis door Zwitserland. Hier koop ik een treinkaartje voor een rechtstreekse reis naar Düsseldorf waar ik tegen zessen aankom. Nog snel een kaartje halen voor de trein naar Kaldenkirchen waar Thea mij komt ophalen. Hiel, hiel bliej ben ich as ich Thea zeen aankomme laupe. Ein paar dieke kusse en sjnel nao "Oppe Ruiver". Gauw naar Ostello "Thoes". Volgend jaar hoop ik mijn pelgrimstocht naar Rome te voltooien. Als God beleef wil ik in het voorjaar (begin mei) vertekken in Piacenza waar ik nu ben gestopt.
Woensdag 26 augustus
Oria Litta- Piacenza 19 km
Mijn laatste dag
Vanmorgen zijn we weer vroeg uit de veren. Zonder ontbijt gaan we op pad naar de aanlegsteiger van de boot. Deze zal ons naar Soprarivo brengen, vier kilometer stroomafwaarts aan de andere kant van de Po. Om half negen worden we daar volgens afspraak opgepakt door de bootsman Danilo Parisi, die dit al doet sinds 1998. Hij is hier door de organisatie van de Via Francigena voor aangewezen. Voor we bij de aanlegsteiger zijn, lopen we door de laatste vier kilometer rijstvelden. Ich gaef ze de zaegen nao! Als we er aankomen, wachten we rustig tot Danilo komt. Ook de andere pelgrims, die gisteren in de Ostello verbleven, zijn inmiddels gearriveerd. Met z'n zessen zijn we, waarvan een met de mountainbike. Puntje precies om half negen komt hij aanscheuren. Wij gaan omlaag over een steile trap naar de speedboot, want dat is het. Eerst moet de fiets er op en dan de rugzakken en dan kunnen wij een plekje zoeken. Nou der valt neet vuul te zeuken, hae is mer klein. Als iedereen zit, gaat het in een rotvaart over de Po. Wat geit det hel zegk, ich hub ut der nieks op. Stiekem hoop ik dat hij wat meer aan de kant blijft. Maar nee hoor, hij vaart midden over de Po. Ik ben blij als we er zijn. Hij neemt ons mee naar zijn huis om te betalen en stempelt hier ook onze credential af. Een groot boek voor de pelgrims statistieken komt op tafel. Hier moeten we onze gegevens inschrijven. Weer op pad, zijn we zo in Calendasco. Bij het eerste barretje in het dorp stoppen we voor een ontbijt. Heerlijk, vooral de vers uitgeperste sinaasappelsap. Twieje glazer hiejvan gaon der net zo rap in als eine kaaije Franziskaner. (Waat hub ich dao tog zin in).
Weer op pad gaat het alleen nog maar over asfaltwegen. Langs de weg lopen is in Italië geen pretje. Je komt ogen te kort. We naderen Piacenza en de route gaat kilometers lang langs een akelig drukke verkeersweg naar de binnenstad. Levensgevaarlijk met al die wegpiraten, maar ook de uitlaatgassen zijn geen pretje bij 29 graden. Om half een zijn we dan op de Piazza die Cavalli. Hier ligt de Basilica San Francesco en onze slaapplek is hier vlakbij. In B&B San Francesco krijgen we een mooi appartement tot onze beschikking. De Signora geeft ons een kleine rondleiding en als zij weer weg is, ga ik ook op pad. Met een stadsplan in de hand ga ik op zoek naar het station van Piacenza. Voor mij is het de laatste wandeldag vandaag. Ik stop hier zoals ik heb afgesproken met Thea. Morgen ga ik met de trein naar huis. Thoes wach miene leeve sjat op mich en det krieg onnag dit weekend vekantie. Het station is zo gevonden en is ongeveer 15 minuten lopen vanaf de B&B. Ik koop een treinkaart voor Piacenza naar Basel met eenmaal overstappen. In Basel waar ik een uur de tijd heb, koop ik dan een kaartje van Basel naar Düsseldorf. Een rechtstreekse reis. En dan nog van Düsseldorf naar Venlo. Zeventien dagen heb ik met Jacques opgetrokken. We konden het goed met elkaar vinden. Het zal me pijn doen om morgenvroeg afscheid van hem te moeten nemen. Jacques heeft al aangegeven dat dit wederzijds is. Ik was dan ook heel blij dat ik hem in Martigny in Zwitserland heb ontmoet. Hier laat ik het bij. We gaan nog even de stad in om een terrasje te pakken en om de Duomo te bezoeken. Hoije.
Dinsdag 25 augustus
Santa Cristina-Orio Litta 19 km
Wat een bijzondere plek
Vanmorgen word ik wakker van gerammel met buizen op de straat. Marktlui zijn al bezig hun kramen op te bouwen. Dinsdag, marktdag! Na een vlug opfrissertje verlaten we dit 'hok' en gaan ontbijten in het barretje tegenover de Ostello. De chagrijnige dame achter de bar ziet ons zo te zien liever gaan dan komen. Ze ziet er niet al te fris uit en door haar haar haaj ze auch waal ens eine kamp moge haole. Maar het ontbijt is prima. Als we gaan, lopen we nog even langs de fruitkraam. Ik wil een paar bananen kopen voor ongerwaeg. Dan zijn we weer op pad. Het is erg benauwd en heiig en daar ben ik niet blij mee. We zijn dus gewaarschuwd. Ook vandaag weer een erg saaie weg. We lopen door enkele kleine dorpjes op onze route, zoals Miradolo Terme en Chignolo Po. En voor de rest alleen maar rijst- en maïsvelden en vele stukken drukke verkeerswegen. Om een uur komen we aan in Orio Litta in de Ostello Cascina S.Pietro. We worden hartelijk verwelkomt door de burgemeester himself, die de zaken behartigt van deze Ostello. En wat is het een bijzonder fijn plekje, deze Ostello op de Piazza die Benedettini. Er zijn prachtige slaapvertrekken. Wij kiezen voor het torentje van het gebouw. Maar als hij ons de sanitaire voorzieningen laat zien, slaat dit werkelijk alles. 'Spic und Span' zou de Pruus zegge. Wat een groot verschil met dat 'hok' van gisteren. Maar deze burgemeester is een gepassioneerd persoon, die zich met hart en ziel inzet voor pelgrims. Hij regelt de boottaxi voor morgenvroeg. Vanavond brengt hij ons naar een restaurant dat een stukje uit de buurt ligt, maar waar je goed kunt eten. Ik vertel hem van mijn Senza Glutine dieet. Hij wijst op zijn telefoon dat hij het wel regelt. Geweldig, wat een man. Hij spreekt ook nog Engels, wat het voor mij nog mooier maakt, omdat ik nu alles kan volgen. Als hij weggaat, is het eerste wat ik doe, mijn kleren wassen en mezelf natuurlijk. Met dit zonnetje buiten moet het zo droog zijn. De laatste dagen waren saai. Dagen door de rijstvelden lopen viel niet mee. Veel heb ik er over geschreven, meestal over de mosquitos. Vandaag stop ik met een gedichtje over die andere bewoners, die ook in grote aantallen aanwezig zijn, de kikkers. Waal in ut plat Ruivers:
De kwekkers
Ongerwaeg zoog ich hiel vuul kwekkers,
sjienbaar is det ach hiej get lekkers.
In ein ristorante zoot ich te eate,
waat ich zoog, zal ich neet gauw vergaete.
Eine man kump binne met ein net vol kwekkers,
de kok dae wreef zich in de henj, van al det lekkers.
Inkele waere der onger veer auge efkes gekeurd,
de kok keek tevree en de man haet weer gebeurt.
Maandag 24 augustus
Pavia-Santa Cristina en Bissone. 28 km (12 met de boemel)
Met de boemel door de rijst.
Gisteravond gingen we eten in het restaurant waar we 's middags een tafeltje hadden gereserveerd. Dit restaurant maakte reclame met pizza e pasta senza glutine. Hier zou ik nog eens lekker kunnen eten, tenminste det dach ich. Voor het eten brengen we nog eerst een bezoek aan de Basilica di San Michele Maggiore uit de twaalfde eeuw. Vanavond is hij wel open. Bij binnenkomst valt inderdaad het meesterwerk van Romaanse bouwkunst op. Hier zijn ook vele koningen gekroond o.a. Friedrich Barbarossa in 1155. Bijzonder is het grote zilveren kruis, met corpus. Ook hier bevindt de kripta zich onder het hoofdaltaar, een bezoek meer dan waard. Het restaurant ligt naast de kerk en om half acht zitten we aan een tafeltje. Ons tafeltje staat bijna vast aan de tafel van de buren. Bij het opnemen van de bestelling wil ik dus graag glutenvrije pasta. Maar.... non pasta e pizza senza glutine. "Waarom maken jullie er dan reclame voor", vraag ik de ober. De ober, die vanmiddag nog goed Engels sprak is het nu schijnbaar verleerd. "Solo Italiano", zegt hij. Ik kan een omelet krijgen van aardappelen en courgette. Oké, dat is mij ook goed. Ook bestel ik er nog een salata mista bij. Als het eten wordt opgediend, krijgt Jacques alles wat hij heeft besteld en ik alleen de salata mista. Och, denk ik nog, de rest komt dadelijk wel. Nae nieks kump der mier. Als ik de ober hierop attent maak, is het alleen maar scusi hier en scusi daar. Maar brengt intussen niets. Dan vraagt hij of ik nog wil wachten op de omelet. Nee, dat hoeft niet meer, van dit gezoks hub ich miene boek vol. Zo'n arrogant ventje. Kwaad ben ik, we betalen en wegwezen hier. In de Ostello pak ik een broodje uit mijn rugzak en eet dit nog samen met een perzik op.
Vanmorgen worden we wakker van de regen buiten. Het zijn de bekende pijpenstelen. Ik sta maar op en ga me op mijn gemak wassen. Kwart voor acht kunnen we ontbijten in het barretje tegenover de kerk. Vanmorgen willen we twaalf kilometer met de boemeltrein gaan. Het regent en we hebben echt geen zin om door de zompige rijstvelden te lopen. Als we na 2,5 kilometer lopen bij het station aankomen, kunnen we nog net de trein halen van negen uur. Het is een echte boemel. Waat ein krakkemikkig dingk. Slechts twee coupés. Bij het vertrek rammelt het hele ding. We gaan op weg met de boemel door de rijst. Ongerwaeg stopt hij nog op plekken waar je dit niet verwacht, midden tussen de rijstvelden. Ik zie dat er ook nog mensen in en uitstappen. Maar waar die heen gaan? Na een kwartiertje boemelen zijn we in Belgioioso, waar we uitstappen. Met behulp van Mary zijn we weer vlot op onze weg. Bij het binnenlopen van Belgioioso valt het mij op dat dit een bedrijvig dorp is. We stoppen hier even voor een koffiestop. Ja en dan komen we weer in de wereld van de musquitos terecht, de rijstvelden. Ich zegk ut nog eine kier, saai, saai, saai. Drie uur lopen we nog om in Santa Cristine e Bissone te komen. We lopen maar naar de kerk toe, waar ook in de meeste gevallen de Ostello is. Pelgrims zijn van harte welkom, wel pas vanaf half drie, staat er op een bord. Nou dan pikken we nog maar een uurtje een terrasje bij een barretje tegenover de kerk. In de bar is een kleine alimentari. Zo'n typisch Italiaans winkeltje waar van alles te krijgen is. Ik zie er Parmaham liggen en kaas. Van beiden bestel ik een plak van een centimeter. Buiten op het terras peuzelen we dit lekker op. Inmiddels regent het weer .......stelen en is het erg benauwd. Om half drie steken we de weg over naar de Ostello. Binnen worden we welkom geheten door een vrouwtje. Ze ratelt aan een stuk door. Wat ze allemaol zaet, ich ken der gen tauw aan vasknuipe. Zelfs Jacques niet. Ze stempelt onze credential af en neemt ons mee naar boven. Vies is het hier en wat een rommel. Jacques begint al meteen over 'punaise' (bedwantsen). Van alles kruipt hier rond, maar het ergste zijn nog de vele musquitos. Elk krijgen we een gedesinfecteerde kussensloop en laken. Ich ken der nach waal ein oer langer euver sjrieve, mer dao wuurd ut der neet sjoënder op. We doen het er maar mee. Er zit ook niets anders op. Tot morgen. Hoije.
Zondag 23 augustus
Bezoek aan de stad Pavia
Zaterdag 22 augustus
Vanmiddag bezoeken we de stad Pavia, waar Karel de Grote tot koning van de regio Lombardije werd gekroond. Maar eerst gaan we naar het toeristenbureau voor een plattegrond van de stad. Met deze in de hand beginnen we aan de Ticino, bij de Ponte Coperto. Vanmiddag houden we ons op aan de linkerzijde van de Corso Strada Nuova, die midden door Pavia gaat. Als eerste gaan we naar de Duomo. Een prachtig bouwwerk. Aan de bouwplannen hiervan zou ook Leonardo da Vinci hebben meegewerkt. Binnen kijk ik mijn ogen uit, wat een schoonheid. Alles is bekleed met marmer in de kleur lichtgrijs/blauw. Onder de koepel staar ik naar boven. Zevenennegentig meter kijk ik omhoog. Geweldig mooi. Heel bijzonder is de rare ronde preekstoel, met zijn uit hout gesneden figuren. De Duomo is gebouwd in de vorm van een Grieks kruis, wat binnenin goed zichtbaar is. Een werkelijk schitterende Duomo. Via vele smalle straatjes en kleine en grote Piazza's komen we aan bij de Chiesa di San Teodoro. Eenmaal binnen kom ik ook hier ogen te kort. Bijzonder in deze kerk is de krypte met zijn zuilen. Maar ook de muurschilderingen die over het leven van Teodoro gaan, zijn fraai. Op de Piazza Della Vittoria drinken we wat. En laot ze hiej noe lekker weisbeer hubbe. Auch al is ut genne Franziskaner, heerlijk is dae. Na een uurtje gaan we verder naar de Chiesa di Santa Maria del Carmine. Ook weer zo'n prachtig stuk bouwkunst. Ook hier weer ogen te kort. Mijn fototoestel maakt overuren. Als we weer buiten staan is het bijna zes uur. Vlot terug naar de Ostello om ons wat op te frissen voor het avondeten. Een crime is dit geworden. Alles zat vol of was al gereserveerd. Uiteindelijk na lang zoeken, jao auch nog in de riej te hubbe motte sjtaon, krijgen we een tafeltje aangewezen. Inmiddels half negen, wat mij betreft erg aan de late kant, wordt de bestelling eindelijk opgenomen. Toch hebben we hier goed gegeten.
Zondag 23 augustus
Om tien uur gaan we weer op stap. Vandaag bezoeken we de rechterzijde van de Corso Strada Nuova. We lopen deze helemaal af en starten boven in de stad bij de Basilica di San Pietro in Ciel d'Oro. Als we hier zijn en naar binnen gaan, staat de H.Mis net op het punt te beginnen. Er zitten behoorlijk veel mensen binnen en ook wij zoeken een plaatsje. De mis is mooi met veel gezang. Altijd mooi vind ik dit. Na afloop vraag ik aan een van de voorgangers om een timbre (stempel) voor in de credential. We mogen meekomen naar de sacristie. Hierbinnen valt mij de mond open als ik het prachtig beschilderd plafond zie. We krijgen een speciale stempel in onze credential van de Cammino di S.Agostino van wie hier in deze Basilica de graftombe staat. Een prachtig stuk kunstwerk uit wit marmer. Bijzonder hieraan zijn de 95 figuren uit wit marmer boven zijn tombe. Maar ook het vergulde mozaïek wat de verlosser, omgeven door de apostel Petrus en de heilige Agostino met zijn vrome moeder Monika voorstelt. Prachtig deze Basilica. Weer buiten kijken we op de Piazza Castello voor koffie. Inmiddels twaalf uur geweest, gaat deze er wel in. Bij het Castello Visconteo kijken we wat rond, maar het heeft niet onze interesse. We gaan naar de Universita. Een van de grootste en oudste universiteiten van het land, gesticht door de familie Visconti. Wat een immens groot gebouw in twee lagen voorzien van galerijen. Rondom deze galerijen veel buste's en plaquettes van beroemde Italianen die hier schijnbaar allemaal gestudeerd hebben. Nadat we dit allemaal hebben gezien gaan we naar de Basilica di San Michele. Volgens mijn wandelgids een meesterwerk van de Romaanse bouwkunst. Helaas is deze bij aankomst gesloten en dat valt ons erg tegen. Inmiddels regent het en gaan we maar terug naar de Ostello. Eerst reserveren we nog een tafel voor het avondeten, zodat we niet meer op zoektocht hoeven te gaan. Nog effe onger eine lekkere douche en ich bun weer wiej niej. Dit is het uit deze mooie stad Pavia waar we zeker niet alleen maar kerken hebben bekeken. De vele steegjes en piazza's nodigen je uit om maar steeds verder te lopen. Hoije uit een nat Pavia.
Zaterdag 22 augustus
Villanova d'Ardenghi-Pavia 13 km
Buonanotte, met 2 dikke kussen van die mama
Gisteravond hebben we goed gegeten buiten onder de overkapping. Lekkere dikke minestrone soep. Lasagne en voor mij een flinke omelet, veel eieren met aardappel en groente. Rode en witte wijn en aqua frissante. Als afsluiting een schaal met twee soorten heel dun gesneden Parma ham, heerlijk. En wie waren we: onze gastenfamilie Peter en Patricia. Rosanna, een ouder vrouwtje dat in hun tuin een kleine woning van hun huurt. En wij natuurlijk. Peter gaat hun hond, een grote Mallemut, uitlaten en als hij teug is moeten we nog mee naar een barretje twee deuren verderop. Hier krijgen we dan nog een digestief aangeboden. Als we eenmaal binnen zitten, schuift er ook nog een oude man aan. Een kennis zo te horen. Dan komen er zes bevroren glaasjes op tafel en een driekwart volle fles met limoncello die ook onder het ijs zit. De fles gaat snel rond. En as ich neet oetkiek den geit ut harsjtikke verkierd hiej. Onze tafelgenoten lusten hem allemaal heel graag. Om half tien kijk ik Jacques aan en wijs op mijn horloge. Hij wil ook naar bed. Ik zeg tegen Peter dat wij naar bed willen. No problem. Rosanna, die slecht ter been is, wordt door Patrica onder de arm genomen en bij haar huisje afgeleverd. Intussen staan wij met Peter in de woonkamer, die weldra onze slaapkamer is, te wachten op zijn vrouw. Als ze binnen is, komt ze naar ons toe en wenst ons een buonanotte vergezeld van twee dikke kussen. Ut mot neet gekker gaon waere met die mama. Ich dink det ze get te deep in ut glaeske haet gekeke. Als ze beiden naar boven gaan, kijken wij ons eens aan en schieten allebei in de lach. Als we in bed liggen, horen we dat ze boven de oude vrouw naar bed helpen. We horen bijna niks anders als "Mama, Mama". Het vrouwtje , zo heeft Patricia vertelt, komt nooit beneden, laat staan buiten. Ze zit op haar kamertje in een rolstoel en leeft daar in haar eigen wereldje met enkele spullen. Als ze eens een keertje uit de kamer komt, begint ze helemaal te schokken. Zij hebben de zorg voor haar op zich genomen.
Vanmorgen zijn we vroeg op. Terwijl wij ons wat opfrissen maakt Peter het ontbijt klaar. Onder het ontbijt overleggen we nog maar eens hoe we iets kunnen geven. Ze hebben ons gisteren duidelijk laten weten geen enkele vergoeding te accepteren voor ons verblijf. Wij zijn hun gasten en dan neemt de gastheer alles voor zijn rekening is hun motto. Een stevige handdruk bij ons vertrek doet goed, horen we. Ongerwaeg raken we maar niet uitgepraat over deze twee mensen. Wat een gastvrijheid hebben we genoten. Voor vandaag hebben we bewust een korte route naar Pavia. Het gaat een lang stuk langs de Ticino. Met weer een paar muggenbultjes rijker komen we om elf uur aan in Pavia. We gaan naar de Ostello Santa Maria de Betlem waar we hopen twee dagen te kunnen verblijven. Bij aankomst is dit geen enkel probleem. Zo zitten we mooi dicht bij de oude stad. Alleen de Ponte Coperto over de Ticino hoeven we maar over. Het is een mooie en schone Ostello waar we nu verblijven. Zo schoon hebben we nog niet eerder meegemaakt. Hier stop ik voor vandaag. We gaan twee dagen genieten van Pavia. Hoije.
Vrijdag 21 augustus
Tromello-Villanova d'Ardenghi 18 km
Een dag vol met indrukken
Om half acht vanmorgen staat Carlo voor de deur van de Ostello. Hij zal ons meenemen naar een barretje voor het ontbijt. Ik sta er versteld van hoe vol het hier is. Zowel op het terras buiten als ook binnen in het café. En dit om half acht in de morgen. Doon Italianen noe gaar niks zelf thoes? Onder het ontbijt komt een jongeman bij ons staan en vraagt waar we heen gaan vandaag. Ook vertelt hij ons dat we vandaag en zeker vanmorgen geen last zullen hebben van de mosquitos. Het waait hard en het is fris buiten en daar houden ze niet van, zegt hij. Ich hoap mer det hae der versjtand van haet. Dat is dan een grote meevaller. Later op de middag zal het weer heet worden. Nadat we betaald hebben, loopt Carlo een stuk met ons mee. Wat een gedreven man is hij toch. Bij de markering van de Via Francigena nemen we afscheid van elkaar. Vandaag zullen we vele kilometers langs brede kanalen lopen. Kanalen die allemaal in verbinding staan met de rijstvelden. Ongerwaeg treffen we een pelgrim uit Canada, Philip. Gestart in Santiago de Compostela en langs de Ligurische kust naar Rome gelopen. Nu over de Via Francigena ongerwaeg naar de Grand Saint Bernard. Petje aaf veur dae man, dae haet moot. Een leuke man waar we in het Frans en Engels goed mee kunnen praten. Als we opstappen, gaat het verder naar Bozzala met zijn prachtige Bedevaartskerk Santuario Madonna della Bozzala.
De kerk
Als ik binnen kom, krijg ik al een brok in mijn keel. Dit niet alleen, ik raak er zelfs geëmotioneerd van. Wat is dit mooi. Alle tijd nemen we om maar alles gezien te krijgen. De legende gaat terug naar 1465. De doofstomme dertien-jarige Maria uit Garlasco is met haar dieren op de weide. Een noodweer steekt op en het meisje zoekt beschutting in een kleine kapel met een beeltenis van de moeder Gods. Plotseling verschijnt er langs de kapel een verblindend fel licht. Het meisje hoort de volgende woorden: 'Maria, zeg tegen de inwoners van Garlasco dat hier een Bedevaartskerk gebouwd moet worden die heel Lombardije zal beschermen'. Er zouden vele wonderen gebeuren die toe worden geschreven aan dit meisje. Op grond van de wonderbaarlijke genezingen wordt ze Maria Benedetta genoemd. Door de eeuwen heen is de kerk geworden wat ze nu is. Een Bedevaartskerk waar veel bezoekers komen. Dit zie ik als ik binnen kom. De kapel met beeld van de moeder Gods en het meisje Maria Benedetta bevindt zich achter het hoofdaltaar. In deze kapel steek ik een kaarsje op voor een bijzondere intentie. Mensen zitten hier geëmotioneerd te bidden. De een hardop, de ander in stilte. Wat een bijzondere plek. Voorbij de ingang is nog iets bijzonder moois te zien. Op grote muurschilderingen wordt het leven van Jezus uitgebeeld, van geboorte tot kruisiging. In het midden hiervan staan, tegenover elkaar, twee levensgrote beeldengroepen. Ook zij beelden de geboorte en het sterven uit. Ongelooflijk mooi.
Na dit uitgebreid bezoek gaan we snel weer op pad naar Gropello. Jacques wil hier overbodige kleding op de post naar huis doen. Net voor Gropello komt ons weer een pelgrim tegemoet, Simone. Hij is ongerwaeg naar Santiago de Compostela. Hij heeft een vlotte babbel in goed Engels. We wisselen wat gegevens met elkaar uit en gaan elk weer op pad. Als Jacques in Gropello zijn pakket heeft gepost, drinken we koffie. Hiele slegte cappuccino, krek baekwater. Het smaakt nergens naar. Het is ook maar zo'n la-la barretje. Lang blijven we hier niet en lopen verder langs een kaarsrecht kanaal naar Villanova d'Ardenghi. Inmiddels is het heet geworden en er is geen zuchtje wind meer. Om half twee komen we aan bij onze slaapplek! Het is een privé-adres bij een familie thuis. Ik bel aan en een man met slechts drie hele grote tanden in de mond maakt open. Hij en zijn vrouw stellen zich voor. We slapen hier vanavond in de grote woonkamer waar hij twee eenpersoons bedden zal neerzetten. Van oorsprong is hij een Duitser, maar woont sinds de negentiger jaren in Italië. We moeten maar doen alsof we thuis zijn. Mi casa e su casa! We kunnen vanavond eten bij hun en morgenvroeg ook ontbijten. Drie keer vertelt hij dat wij hun gasten zijn en ze zelfs geen donativo willen. Douchen kunnen we boven. De vrouw gaat met ons naar boven en hier zijn twee kamers en de badkamer. Een zal wel hun slaapkamer zijn. Maar dan.... De vrouw maakt de deur open van de andere kamer en daar zit een oud vrouwtje in een rolstoel aan een lege tafel voor zich uit te staren. Achtentachtig jaar is ze en helemaal dement, zegt de vrouw. Het is haar moeder. Ik kan mijn ogen nauwelijks geloven. Als ik snel rond kijk in de kamer staat er verder nog een bed en een kastje. Zou dit vrouwtje ooit nog van haar kamer boven afkomen? Ik vraag het mij af. Eenmaal gedoucht zitten Jacques en ik buiten in hun tuin te schrijven. Van alles wordt aangedragen, veel te veel om op te noemen. We kijken terug op een bijzondere dag.
Donderdag 20 augustus
Nicorvo-Tromello 24 km
Pellegrino, Pellegrino
In de Ostello is geen ontbijt te krijgen en in dit gehucht ook niet. Wat eet je dan in deze streek: juist, mijn eigen rijstwafels. Na het nuttigen van enkele rijstwafels zijn we vroeg op pad. Ontbijten doen we wel ergens ongerwaeg. Wel is dit pas na tien kilometer in Mortara. We zijn Nicorvo nog niet uit, of we zitten weer in de......rijstvelden. Over een kloteweg die ook nog eens slecht gemarkeerd is, lopen we de mille mille musqiutos tegemoet. Geur kent ut allemaol waal; uche, uche, uche ut sjtik hiej van de mugge. Sjtapelgek we arse der has van. Van alles had ik mij er bij voorgesteld maar dit, nee dit had ik nooit verwacht, wat een krengen. Jacques foetert in het Frans van alles bij elkaar. Dan zeg ik tegen hem, "you like them!" Blij zijn we als we dit sompig stuk achter ons kunnen laten en Mortara bereiken. Hier stoppen we voor ons ontbijt, na bijna twee uur lopen en om ons heen slaan. Lekker in het zonnetje doet het ontbijt ons goed. Een croissantjes met chocolata, kannetje lemon thee en een glas verse sinaasappelsap. Onder het ontbijt worden we lastig gevallen door een oude vrouw. Ze wil geld van ons als, we het goed verstaan. De bediening heeft haar zo weg bij ons. Vijf minuten later staat er man bij ons, idem dito, geld wil hij, maar ook hem hebben ze zo weg. Ich hub auch neet vuul mier op de tes. Als we opstappen, lopen we eerst naar een bank. Beiden zijn we schijnbaar door onze voorraad heen. Via een ingewikkeld draaideursysteem komen we binnen in de ruimte van de pinautomaat. Als we beiden hebben gepind kijken we verbaast naar wie er binnen komt. Staat dat ouwe wijfie binnen en weer wil ze geld. Snel maken we dat we weg komen.
Bij het verlaten van Mortara horen we achter ons iemand roepen "Pellegrino, Pellegrino" Si, Si. Een dame komt naar ons toe en we moeten meekomen naar een barretje enkele meters verderop. Ze wil ons beiden een fles aqua geven. Clair heet ze ( wao duit dae naam mich aan dinke!) en heeft te doen met de Pellegrinos. Ik maak een foto van haar en Jacques. Ook van vier oude dametjes, die lekker aan de koffie zitten, krijgen we alle aandacht. Och ut zien tog zo'n sjnoezelige tantes, die dich zoewe kenne vurleije met huer leef sjnuutje. Na al deze leuke intermezzo's gaan we dan eindelijk verder. Richting Tromello gaat het, waar we een slaapplek hebben geregeld in de Ostello St.Martin. Ongerwaeg blijft het saai en er is ook niks te genieten. Ich hub ut ach te druk met mien mede "waeggebroekers". Het laatste stuk is veel over asfalt dat er voor zorgt dat we om twee uur aankomen in Tromello. We lopen maar richting kerk omdat we denken daar de Ostello te vinden. Bij een plaatselijk barretje dicht bij de kerk, worden we aangesproken door bijna het hele terras. Alsof ze op ons hebben zitten te wachten. Er wordt gewezen, gebeld en we moeten maar uno minuto wachten op Carlo, zeggen ze. Even later weten we waarom en wie Carlo is. Hij is de man hier in dit dorp die alles voor de Pellegrino regelt. Een bijzondere verschijning op zijn fiets in de kleur van de Italiaanse vlag, met het opschrift 'Via Francigena'. Iedereen in dit dorp weet dit en bij het zien van een Pellegrino wordt Carlo gebeld. Hij neemt ons mee naar zijn eigen kantoortje. Krijgen hier wat te drinken en hij stempelt onze credential af. Ook krijgen we een kleine "Compostela" van hem. Hierna gaan we naar onze Ostello. Helaas, ook deze is niet erg fris. Maar we doen het er maar mee. Vanavond komt Carlo ons om zeven uur halen om te eten. Waar hij ons heen brengt? We zijn erg benieuwd. Om zeven uur precies is Carlo er. We wandelen met hem mee door het dorp naar een café. Binnen worden we meegenomen naar een eetzaaltje. Hier zitten me wat figuren bij elkaar. Ik denk dat het meer een sociale eetgelegenheid is. Het Leger des Heils van Tromello! Een vrouw komt vertellen wat de pot schaft. Carlo probeert het ons een beetje duidelijk te maken. Aete wat de pot sjaft. Ennuh.....het smaakt best, moet ik zeggen. Gebakken aardappeltjes, stukje vlees en salade. Dit is het voor vandaag. Buonanotte.
Woensdag 19 augustus
Vercelli-Nicorvo. 27 km
De eerste pelgrim
Door de hevige regenval van afgelopen nacht, heb ik slecht geslapen. Het gekletter op de twee grote dakramen is niet prettig. Na het ontbijt maken we ons op voor de tweede dag door de rijstvelden. Als we eenmaal Vercelli uit zijn, al lopend langs een drukke weg, komen we weer terecht in de rijstvelden. Vandaag is het ook weer benauwd en vochtig, iets wat wij niet graag hebben. Maar er zijn van die kleine krengen die hier wel liefhebber van zijn, de mosquitos. Het eerste stuk tot Palestro gaat bijna helemaal over een hoogwaterdam. Links en rechts, juist ja: rijst. In Palestro houden we een koffie stop. Ik heb jeuk op mijn armen en op mijn rug. Als ik de mouwen omhoog stroop zie ik een paar flinke bulten. Sjteake die kringe aug noch door mien niej sjurt met lange moewe hear! Slechte kwaliteit. Na een lekkere bak cappuccino gaan we verder en lopen Lombardije binnen. Als we ongerwaeg een praatje maken met een paar rijstboeren, zien we in de verte warempel de eerste pelgrim. Als ik het allemaal goed kan volgen vertelt een van de mannen dat de rijst begin september geoogst wordt. In twee weken zal alle rijst in de Po-vlakte geoogst zijn. Hoofdzakelijk is deze rijst bestemd voor de regio Piemonte en Lombardije. Weer op weg gaat het richting Robbio. Ook hier zullen we een stop houden. Net voor Robbio maken we praatje met de pelgrim die we voorheen gezien hebben. De man is gestart op de Grand Saint Bernard en loopt tot Pontremoli waar zijn moeder woont. Hij loopt op sportschoenen. Iets dat wij ons moeilijk kunnen voorstellen, zeker als we horen waar hij begonnen is. De man gaat een restaurant zoeken om te eten en wij duiken een terrasje op. Beiden bestellen wij een fles aqua frissante, die er vlot in gaat. Dan zijn het nog zes kilometer naar Nicorvo. Ik ben heel blij als we er zijn. Het zijn zware kilometers geweest vandaag. En as ich zoewe links en rechts wat om mich hear zit te kratsen, dink ich det der aardig get bulten zien biej gekomme. Onze slaapplek is in de Ospitale della Madonnina e di Giacomo. Een hele mond vol. Eenmaal binnen valt deze Ospitale ons toch tegen, met name de sanitaire voorzieningen. En als ik dan onder een armzalig douchestraaltje sta en mezelf eens goed bekijk, dan hebben de mugkskes me goed te pakken gehad vandaag. Het moet niet gekker worden. 'S avonds kunnen we gelukkig eten in de Sherwood Music Pub. Ongelooflijk zo'n geweldige plek voor muziek en ook nog eens lekker eten. Bijna niet te geloven voor een gehuchtje van amper 380 inwoners. Hiej laot ich um uns lekker gaon. Toch een fijne afsluiting na een behoorlijke saaie dag. Rijstvelden: saai hoor. Hoije.
Dinsdag 18 augustus
Santhia-Vercelli 25 km
Rijst, muggen, kikkers
Vandaag gaat het dan de Po-vlakte in. Onze eerste kennismaking hiermee. Wat moet je dan vertellen over zo'n dag. Dankzij "Mary" heb ik de route van 28 naar 25 kilometer terug kunnen brengen. Bij vertrek vanmorgen is het vochtig en benauwd. Dao geis ze den in dien lange books en sjhirt mit lange moewe. Na een half uur plakt al alles aan mijn lijf vast. Het wordt zweten geblazen vandaag. Dit weer zorgt dan ook nog eens voor de muggen. Ongetwijfeld de hoofdpersonen hier in deze delta samen met de kikkers en de witte reigers. Gisterenavond had ik nog bij de farmacia in Santhia muggenzalf gekocht om me mee in te wrijven vooraf. Goed spul. Slechts een van die krengen heeft voor een bultje op de arm gezorgd. Ja en ze steken door het stof heen. Het gaat vandaag veel over landbouwwegen, waar het lopen niet gemakkelijk is door de vele hobbels en bobbels, veroorzaakt door tractoren. Een ingenieus watersysteem zorgt er voor dat de rijstvelden onder water en in verbinding met elkaar staan. Hoe hebben ze het kunnen bedenken. Maar het zijn saaie uren geworden, het lopen door rijstvelden naar Vercelli, de la citta del riso. Oftewel de hoofdstad van de rijst. Ik eindig met een klein gedichtje wat me ongerwaeg is ingevallen.
Ries
Vreug gingen veur op paad door de Ries,
ich zelf dach, busse noch waal wies.
Oere allein mer ries, ries, ries,
den busse toch neet good wies,wies,wies.
Mesjien bun ich waal neet good wies,
mer vanaovund eat ich ries, ries, ries.
Maandag 17 augustus
Ivrea-Santhia met Trenitalia
Een rustdag vandaag
Vandaag zal het een piano-aan dag worden. Neet det ich piano gaon sjpeele of zoewe, nae nae. We gaan het rustig aan doen. We slaan deze etappe van 33 km vandaag over en nemen de trein vanmorgen naar Santhia. Beiden zijn we moe, de Alpen hebben veel van ons gevraagd. Vanaf Martigny in Zwitserland tot Point Saint Martin in Italië was het iedere dag klimmen en dalen geblazen. Met als hoogtepunt natuurlijk de top van Grand Saint Bernard. In Santhia willen we uitrusten en kijken hoe we de etappes gaan invullen door de Po-vlakte. Het is weer heet en er moeten nog slaapplekken worden geregeld voor de komende dagen. Bij aankomst in Santhia lopen we direct door naar de Ostello Santhia degli Amici della Via Francigena, die naast de kerk ligt. Een man komt uit een café en brengt ons de sleutel zodat we binnen kunnen. Het is een eenvoudig maar mooi onderkomen op basis van donativo. Tevens heeft hij enkele tips voor ons als we morgen de Po-vlakte ingaan. Een goede bescherming tegen de "musquitos" is wel de grootste zorg. Geen korte broek en geen hemd zonder lange mouwen. As ich noe ens get van die plekkerigge vlegevangers gaon koupe en die om mich her dreij, ich hub nieks mit lange moewe biej mich. Na velen dagen door de bergen te hebben gelopen, wacht nu een nieuwe uitdaging; de Po-vlakte. Beiden zijn we erg benieuwd hierna. De rest van de dag is het vooral voor mij veel slapen. We willen morgen in elk geval vroeg vertrekken. Voor de komende dagen alleen maar hitte. Gelukkig heb ik nog later op de dag een shirt met lange mouwen kunnen kopen. Als afsluiting een klein gedichtje.
De bergen
In een tempo niet al te rap,
dat dagen lang, niks vragend.
Ik kwam er stap voor stap,
zwaar, maar uitdagend.
Nu laat ik jullie achter mij,
soms leek ik wel een dwerg,
Eenmaal boven was ik super blij,
daar op die ene hoge berg.
Veel vroegen jullie van deze Ger,
toch kreeg ik er wat voor terug.
Al lopend vele dagen ver,
ook al sputterde het weleens in mijn rug.
Zondag 16 augustus
Pont-Saint-Martin-Ivrea 23 km
Osteria L'on ch'a-ie
Terug naar gisterenavond. Voor onze warme hap moeten we de deur uit. Buiten is het behoorlijk koud geworden en het re..... Och dao sjei ich mer euver oet. We lopen naar een osteria die niet al te ver van onze slaapplek ligt. Als we aankomen is hij nog gesloten. Om half acht gaat hij open, volgens het bordje op de deur. Ze zullen ons toch niet hier in de regen laten staan. We kloppen eens op de deur maar helaas. We wachten maar af. Als er licht aan gaat, kloppen we nogmaals op de deur. Gelukkig worden we binnen gelaten. Ook al is het pas kwart over zeven. Aan tafel kunnen we alvast het menu uitzoeken. We krijgen een soort klein kerkboekje. Ich vraog mich aaf, wat mot ich hiej in godsnaam mit. Het menu en de drank beslaan acht bladzijden. Alles gewoon met de pen geschreven. Dit was dus de menukaart. Heel apart. We hebben de keuze uit twee menu's. Een van 15 euro en een van 20 euro. Inclusief drank en toetje. Ook hier is het senza glutine dieet van mij geen enkel probleem. Onder het voor- tussen en- hoofdgerecht komen ze steeds rond met grote schalen met kleine hapjes. Die zijn allemaal heerlijk. Tja en wat heb ik hier zoal gegeten? Lekker en..veel:
Een heerlijke salade en neet mer allein sjlaai met pommedore.
Penne senza glutine met gehakt in tomatensaus.
Stukjes vlees gestoofd in rode wijn. Met gebakken blokjes aardappelen.
Stragiatelli ijs en een limoncello ter afsluiting.
Een kannetje rode wijn.
Als we zitten te eten komt er een ouder stel binnen. Zij gaan een tafeltje verderop zitten. Ook zij krijgen het kerkboekje voor de menukeuze. Ik zie dat het vrouwtje het niet goed kan lezen. Even later brengt de bediening een bril. Als zij deze opzet en in het kerkboekje kijkt, gaat volgens mij een wereld voor haar open. Ze raakt er helemaal opgewonden van. Laat haar man zien dat ze het kan lezen! Deze schudt zijn hoofd maar eens. Die weet natuurlijk allang dat zijn vrouw wat kippig is. Een bijzondere plek hier om te eten, we hebben er beiden van genoten.
Vandaag houd ik het kort. Pont-Saint-Martin wordt ook wel de poort van de Alpen genoemd. Hier begint voor de Italianen de klim naar de Grand St Bernard. Bij het vertrek vanmorgen is het maar vijf graden. Een harde wind blaast door het dal. Wij mogen niet klagen, we hebben hem vol in de rug. Het regenpak gaat een paar keer aan en uit ongerwaeg. De route is mooi en gaat weer door verschillende bergdorpjes, waar de wijnbouw de boventoon voert. Toch zitten er enkele pittige klimpartijen in. Zeker over de rotsen en dikke stenen is het goed uitkijken geblazen. Ze zijn door de vele regen spiegelglad. We lopen inmiddels in de regio Piemonte. Zien het Lago Pistono liggen en lopen nu lekker in een zonnetje. Mijn knie voelt steeds niet echt goed, mer ich hoap det, noe de berg bienao op zien, ut euver ein paar daag baeter geit. Om half drie komen we aan in Ivrea. Een tamelijk grote stad. We zoeken naar de Dom Santa Maria Assunta die we graag willen bezoeken. Helaas, als we er zijn is hij gesloten. En dat op een zondag! Is toch niet te geloven. Zo'n stad is niks voor mij. Je loopt je er helemaal suf. Blij ben ik als we bij onze slaapplek komen. Ich merk det ich behuurlik meug aan ut waere bun. Na het douchen ga ik op zoek naar de supermarkt Benner. Ik moet nieuw brood hebben. Ook dit is weer een hele zoektocht geworden. Maar we zijn voorzien. En noe....hiel sjnel oogjes dicht en snaveltjes toe. Hoije.
Zaterdag 15 augustus
Verres-Pont-Saint-Martin 21 km.
Het prachtige Bard
Het ziet er veelbelovend uit als we vanmorgen om kwart over acht vertrekken uit Verres. Zelfs de zon laat zich af en toe zien. Het is fris, maar droog. Vandaag een korte etappe. Langs de, door de vele regen van de afgelopen dagen, wildstromende rivier Dora Baltea komen we bij een mooie oude stenen boogbrug uit, waar we overheen moeten. Mij is opgevallen hoe ze hier met al het water dat van de bergen komt, omgaan. Vele, vele kanalen leiden dit water omlaag. Vandaag is het Maria Hemelvaartsdag. Ook hier in Italië een belangrijke dag. Bij aankomst in Hone zien we al verschillende activiteiten bij de kerk. Hier zoeken we een plekje op voor koffie. Net als we zitten, begint het weer te regenen. Mer veur zitte drueg en mien cappuccino sjmaakt der neet minder om. Als er dan ook nog drie Italianen onder het tentje komen zitten dan is het meteen een gezellig druk gedoe. "Francigena, Francigena, Si, Si". Met handen en voeten lukt het mij om me toch een beetje verstaanbaar te maken. Dit waarderen ze. Jacques heeft daar minder moeite mee. Hij spreekt een beetje Italiaans en de Italianen in deze regio spreken ook Frans. Zo te zien houdt het niet meer op met regenen. Rondom ons is het een hele grijze bewolking. Heel jammer is dit, want we naderen Bard. Er zit niets anders op dan weer het regenpak aan en de hoezen over de rugzak. Na meer dan een uur gaan we verder.
Wij hadden al gelezen dat Bard een toeristisch trekpleister is. Bovendien zijn er vandaag vele activiteiten i.v.m. Maria Hemelvaart. Door maar weer eens de Dora Baltea over te steken, komen we aan in Bard. Hiel jaomer van ut waer. Voordat we dit dorpje, wat tegen een berghelling ligt, inlopen hebben we een mooi gezicht op een grote vesting boven op een berg. Napoleon verwoestte deze vesting in 1800. In de loop der eeuwen is alles opgeknapt en je kunt er als ik het goed heb begrepen alleen heen met een soort funicolare met twee maal overstappen. Een prachtige mooie smalle weg voert ons dan door dit dorp langzaam omhoog. Vele muziekgezelschappen doen hun best om er ook voor de vele toeristen toch nog wat van te maken. Een prachtige plaatsje is Bard. Ongerwaeg naar Donnas lopen we een stuk over een historische oude Romeinse weg. Gelegen tegen een rotswand met een mooie boog. Je kunt nu nog de afdrukken van de karrensporen zien in de rotsplaten. Op een mijlensteen staat de afstand in Romeinse cijfers naar Aosta. Het zijn XXXVI mijlen. Donnar zelf is mooi met vele historische gebouwen. Via een korte variante van de Via Francigena komen we over de Via Roma aan op de historische steenboogbrug in Pont-Saint-Martin. Even vragen waar onze slaapplek zich bevindt en er rap naar toe. Het valt behoorlijk tegen, want het is een aardig stuk uit het centrum. Ondanks het slechte weer een mooie etappe met veel bezienswaardigheden. Boete is ut kaad,naat en sjuverig. Het regent ongelooflijk hard en als toetje ook nog een partij onweer. En dat rammelt hier behoorlijk. Ich gaon mer ein dutje doon.
Groetjes uit een heel nat Pont-Saint-Martin. Arriverdeci.
Vrijdag 14 augustus
Chambave-Verres 28 km.
Zo’n dag die niet loopt.
Als we gisterenavond iets willen gaan eten, is het enige restaurant gesloten. Wat nu? We hebben allebei honger. Na overleg met de Signora van de B&B zal haar man ons wel naar een pizzeria brengen. Het is maar tien minuten rijden, zegt ze. Hij neemt ons mee naar buiten en verontschuldig zich voor de auto. Een heel oude krakkemikkige fiat panda staat daar. Zo vaal als get en de deuken neet te tellen. Maar hij start en rijdt en dat is wat een auto behoort te doen. Als hij ons afzet bij de pizzeria regelt hij binnen dat, als we klaar zijn, zij hem moeten bellen. Een heerlijke pizza bacon gegeten. Een lekker wijntje erbij en ik zal vanavond hopelijk slapen als een os. Als we aan het betalen zijn, zie ik het fiatje al staan. Wat een service! In de stromende regen rijden we terug naar onze slaapplaats.
Vanmorgen dan vroeg op. Door het onweer heb ik slecht geslapen. Onder het ontbijt regent en onweert het nog steeds hard. We zouden om half acht de deur uit gaan, maar helaas daar komt nu even niks van in. Ut is gries, ut raegent en ut dondert en bliksemt. Dao sjaon veur den in vol ornaat. De regenhoezen over de rugzak. Het regenpak aan. Alles waterdicht ingepakt. Om acht uur wagen we het er maar op. We zijn het dorp nog niet uit of er ligt een flinke bult op ons te wachten. Eenmaal boven denk ik aan het liedje van Reinhardt Mey: Über die Wolken, muss die Freiheit wohl grenzenlos sein. Grote stukken gaan weer door de bergen. Omhoog en omlaag, of ik het wil of niet. Door de regen is het oppassen geblazen. De paden zijn spiegelglad. Vele gehuchten passeren we weer. En wat ligt er toch een rommel rond de huizen. Dan nog maar niet spreken over alle bouwval die we vandaag zijn tegen gekomen. Nieks as aaije troep, waat eine kraom.
Even schrikken we op van een flinke donderslag. We krijgen toch geen onweer? Maar dat krijgen we wel. Boven in bergen worden we getrakteerd op een pittige onweersbui met veel regen. Schuilen is niet mogelijk. Doorlopen, er zit niks anders op. Mer ich hub ut ter tog nieks op. Als we bij een ruïne van een kasteel komen, raken we de weg kwijt. Nou, weg is een groot woord. Maar over de rotsblokken en de vele stukken steen is er geen markering meer te zien. Het is net alsof ik in een spookdorp sta, vergezeld van regen en onweer. Zou een decor voor Miss Marple kunnen zijn. We dalen maar op goed geluk af naar een spoorlijn die we beneden zien liggen. Eenmaal beneden zien we op een bord Chatillion staan. Op goed geluk gaan we over deze weg verder. Verkeerde keuze, het is een drukke weg. In Chatillion raken we weer op het verkeerde pad. Er zijn hier twee varianten. Die wij nemen is niet goed gemarkeerd. Ongerwaeg wordt het gelukkig droog. Het is vochtig en benauwd. Ik haal ‘Mary’ uit de rugzak en bekijk waar we zitten. We zijn een heel stuk van “onze” weg af. Maar ’Mary’ weet raad en we zitten we zo weer op het juiste pad. Na veel gesjravel komen we in Montjovet aan. Ook hier staan we weer voor een keuze. Door de bergen, of onder langs het water door het dal. Unaniem besluiten we voor de weg door het dal te gaan. Verkeerde keuze. Slecht gemarkeerd heb ik vaak ‘Mary’ nodig. Na vele omwegen en weer een stuk langs een drukke weg (Italianen rieje wiej gekke) komen we aan in Verres ons einddoel voor vandaag. De Ostella della Gioventu il Casello is snel gevonden. Dit was dus zo'n dag, dat het gewoon niet loopt. Na inschrijving gaat het rap onder de douche. Kleren wassen en maar kijken hoe ik ze droog krijg, want het regent. Jao van die sjtele. Het bed is dan niet ver weg meer. Ich hub de piep oet en miene mede pellegrini Jacques auch. Het kan buiten regenen en onweren zoveel als het wilt. Om half vijf ga ik een paar uur plat. Om zeven uur worden we voor het avondeten beneden verwacht. Heerlijk gegeten en alles glutenvrij. Vooral de pasta is multi belle. Als afsluiting wordt er nog een limoncello geserveerd, die goed smaakt. Zoewe, hiej stop ik der met, want ut zandmenke is al weer aan ut sjtruije. Hoije.
Donderdag 13 augustus
Aosta-Chambave 25 km.
Door de prachtige vallei.
Op tijd op pad vanmorgen. We moeten ergens wat vinden om te kunnen ontbijten. Dit kan in de Lodge waar we hebben geslapen niet. Maar ja, aangezien Italianen 's morgens buiten de deur koffie drinken cq ontbijten is een adresje zo gevonden. We bestellen een ontbijt met verse jus d’orange en cappuccino. Het smaakt goed. Vandaag is de eerste dag dat ik het niet zo nauw neem met de "Senza Glutine". Ik ben bijna door mijn voorraadje heen en kan pas in Ivrea nieuw brood kopen. Als we weer op pad gaan, is het even zoeken naar de juiste weg, de Via Francigena. Eenmaal weer op het goede pad gaat het stevig omhoog. Niet prettig voor mijn knie. Ik blijf maar een zeurende pijn houden aan de binnenzijde van mijn rechter knie. Geen voetbalknietje maar een bergknietje. En den te bedinke det ut vandaag allein maar op en aaf geit. Er zitten zelfs hele pittige stukken in, vooral bergaf. Ongerwaeg hebben we over fruit niks te klagen. We komen van alles tegen o.a. appels, peren, pruimen, kiwi's, bramen, frambozen en perziken. En neet mer allein taege, aug efkes preuve!! We lopen vandaag veel door wijnbergen. Komen natuurlijk weer door heel veel gehuchtjes en dorpjes en deze hebben bijna allemaal.......een hond. Genieten is het, ook weer vandaag, ondanks de warmte. Tegen half drie komen we aan bij onze slaapplek die we gisteren hebben gereserveerd: B&B I Tre Pini in Chambave. Een alleraardigste signora verwelkomt ons. We krijgen een appartement met twee slaapkamers, keuken, zitkamer en badkamer. Hier zitten we goed en de prijs, bijna voor niks.
De honden
Sinds ik op weg ben naar Rome heb ik nauwelijks een hond gezien, laat staan gehoord. Maar deze paar dagen in Italië is dit wel even anders. Wievuul burdjes ich noe al neet gezeen hub met: “Attenti al Cane”, geur wilt ut gaar neet weite. De ene hond die je even het gehele gebit laat zien als je langs loopt, alsof hij wil zeggen: kijk mij eens gevaarlijk zijn. De andere hond, die je smekend aankijkt als of hij zeggen wil:neem me asjeblief mee. Ja, grote en kleine, dikke en dunne honden en ze blaffen allemaal. Gelukkig zit alles achter hekken of aan een stevige ketting. Natuurlijk wel zielig voor hun, maar beter voor onze kuiten. Wat kwamen we tegen toen we vanmiddag door het dorpje Nus lopen......Un Ape. Dae dukker in Italië op vekantie is gewaes, wet wat ich bedoel. Zo’n klein soort bestelwagentje met open laadbakje. De Ape was helemaal volgeladen met pakken hooi. Natuurlijk in de hoogte, want twee pakken stro in de bak en hij is vol. Dus dan maar de hoogte in. Wat zie ik tot mijn verbazing, boven op het hooi stonden twee herdershonden naar alles en iedereen te blaffen. Een betere garantie tegen hooidiefstal is er niet! Zo voor vandaag stop ik er mee. We gaan eens kijken wat het voor een dorpje is en waar we eventueel kunnen eten. Hoije
Woensdag 12 augustus.
Etroubles-Aosta 18 km.
Een hete afdaling
Vanmorgen zaten we gezellig met de nonnetjes aan het ontbijt. Keuze meer dan zat. En noe mochte veur waal euveral aan. Het smaakte voortreffelijk. Als we gaan afrekenen, krijgen we van een nonnetje nog wat fruit toegestopt. Wat willen we nog meer. Tegen negenen zijn we weer op pad. De loch is zoe blauw, zoe blauw, en ut zunke zoe heit, zoe heit. De eerste twee uur lopen we langs een berghelling heerlijk in de schaduw over een mooi pad. Prachtige vergezichten op de bergen met hun eeuwige sneeuw, maar net zo’n mooie view de diepte in, naar het dal. Ook vandaag doen we het piano aan. We nemen de tijd en dat heeft alles te maken met het hete weer. In Gignod gaat het dan behoorlijk omlaag. Ik krijg last van mijn rechterknie. Regelmatig houd ik even stop, want het doet me teveel pijn. Tegen Jacgues zeg ik dat hij maar rustig moet doorlopen. Ongerwaeg koel ik mijn knie in de vele waterbakken die langs de weg staan. Als ik Jacques weer tref, staat hij te wazelen met drie Italiaanse vrouwen. Hij stelt mij even voor als de Peregrino Ollanda. Si, si Ollanda. Snel gaan we daarna weer verder. Mien kneen negert mich behuurlijk. Gelukkig heb ik nog Pferdesalbe in mijn rugzak. Straks na het douchen maar eens goed inwrijven. Als we in Grand Signayes aankomen, gaat de route een heel stuk langs een drukke weg, de Strada Bernardo. Uiteindelijk kunnen we door een smalle gats het oude centrum van Aosta in. Bij het toeristenbureau zoeken ze voor eens slaapplek. De adressen die ik heb, zijn allen bezet. In de Lodge vinden we een kamer. Het ligt een stuk buiten de oude kern maar allee. Neet zaniken, ich hub ein bed veur vannacht. Maar eerst drinken we op een terrasje nog een lekker pilsje. Senza alcohol. Waat is dae lekker, ut geit der in as hop. Aug Italiaanse ingelkes kenne der get van…Als we bij de Lodge aankomen, krijgen we een kamer met twee eenpersoonsbedden. Een lekkere koele kamer. Na het douchen is het weer mijn loopkleren wassen en buiten in de hete zon ophangen. Buiten is het vijfendertig graden. Ik houd me maar lekker op in de koele ontmoetingsruimte van de Lodge. We bespreken hier even de route voor morgen en overmorgen en regelen ook maar direct de slaapplek daar. Zo, dit is het voor vandaag. We gaan eens kijken waar we lekker kunnen eten vanavond.
Dinsdag 11 augustus
Grand Saint Bernard-Etroubles 14 km
Buon Giorno Italia
Nog wat over gisterenavond. Voor het avondeten zijn we naar de H.mis in de kripta geweest. Het eerste wat mij opviel: het was er stampvol. Veel wandelaars die hier overnachten, maar ook families met kleine kinderen die hier een nacht verblijven. Het kan hier allemaal in deze geweldige Hospice. Het was een mis met 6 heren en 1 dame! De voorganger liep ook steeds door de kripta onder de mis. Hij keek je aan, lachte soms, maar was ook nadrukkelijk aanwezig. Ook al verstond ik er weinig van, dit doet toch wel wat met je. Zeker als je elkaar d.m.v. een handdruk alle goeds wenst. Pace e Bene. Mooie gezangen tijdens de mis. Na de mis konden we dan aan tafel. Bij het inschrijven had ik verteld dat ik een glutenvrij dieet heb. Meteen werd er door een monnik naar de keuken gegaan om dit te regelen. Resultaat: Ik heb lekker glutenvrij gegeten. Met z'n veertigen zaten we aan het avondeten. Zeg maar van alle volkeren door elkaar. Wat de gastvrijheid betreft in deze door monniken gevoerde hospice, krijgen ze van mij een grote pluim.
Vanmorgen eens uitgeslapen. Om half negen zitten we aan het ontbijt. Onder het ontbijt overleggen Jacques en ik waar we heen gaan vandaag. In elk geval willen we het rustig aan doen vandaag. We willen genieten van de afdaling door het Alpinelandschap. We gaan vandaag naar Etroubles en dat betekent 1218 meter omlaag. Om half tien zijn we aan het lopen. Nog geen honderd meter verder kom ik al ogen tekort. Mien fototoesjtel kent ut neet biej haaje, om al die kiekjes te verwerke. Wat komen we weer in een prachtige omgeving. Als wandelaar of berggeit kom je hier vol aan je trekken. Veel aangegeven routes wijzen je de weg in dit Alpinelandschap. Overal zie ik al dan niet goed bepakte wandelaars lopen. Mijn dunne windjack kan al snel uit. Gen zuchje winjd is der en ut zunke sjient hiel lekker. We zien weer de marmotten, al is dit wel een andere soort, denk ik. Ze zijn behoorlijk kleiner als die we gisteren zagen. De markering van de Via Francigena is uitstekend. Ik heb "Mary" vandaag niet nodig. Wat zijn de uitzichten toch geweldig mooi. Het is genieten en nog eens genieten. We lopen door enkele bergdorpjes o.a. Saint-Rhemy-en-Bosses, Saint-Leonard en Saint-Oyen. Mooi dat de weg midden door deze dorpjes gaat. Ik zie lantaarnpalen met bovenin een pelgrim. Om half twee komen we aan in Etroubles. Aankloppen doen we bij Casa Alpina Sacro Cuore. Hier krijgen we een kamer in het nonnenhuis, dat er langs ligt. Vijfendertig euro voor slapen, avondeten en ontbijten. Dit zien angere prieze as in der Schweiz. We krijgen een kamer waar drie eenpersoons bedden opstaan. Mooi sanitaire voorzieningen zijn er, wat wil een mens nog meer. Om half acht kunnen we aanschuiven voor het avondeten. Bun benuujd wat de pot schaf.
Het avondeten..
Om precies half acht zitten we vanavond samen met 16 nonnen aan het avondeten. Na eerst enkele gebeden, wordt het eten opgediend. We zijn al verbaasd dat we van die picknick borden hebben. Det sjlap plestiek gerei. Maar de nonnen eten zo te zien van hun goed servies. De schalen bij de nonnen zien er goed uit. Dat belooft wat. Dan komt ons schaaltje, rijst in een sausje met wat strooikaas. Jacques kijkt mij aan, ik kijk hem aan. Ja, dat is het dan zo te zien. Na dit heerlijke voorgerecht komt het hoofdgerecht op tafel. Bij de nonnen grote schalen met groentetaartjes en weet ik wat nog allemaal meer. Ik krijg een gebakken ei, en Jacques ook een klein groentetaartje en we krijgen er nog een schaaltje spinazie bij. Stiekem lachen we ons wat af. Het nagerecht is kaas met fruit. Maar bij ons wordt er niks neer gezet. Gelukkig is een nonnetje zo coulant en brengt ons ook kaas en fruit. Tenslotte moeten wij het doen met een half volle fles rode wijn. Bij de nonnen staan volle flessen op tafel. Tja, verschil moet er zijn! Het deed me denken aan Wim Sonneveld: goed gegeten, ja heel goed gegeten. Zo even de was afhalen en op tijd naar bed. Hoije.
Maandag 10 augustus
Bourg-St.Pierre-Grand St.Bernard 12,5 km.
Een dag om van te dromen.
Vandaag is dan de dag. Neet allein omdet zjwaoger Wim jeurig is , nee het gaat omhoog naar de Col du Grand Saint Bernard op 2473 meter hoogte. Gedroomd heb ik er van vannacht. Zou mijn lichaam dit wel aankunnen! Ja, van alles spookte door mijn hoofd. Als ik vanmorgen samen met Jacques vertrek, voel ik mij wat onzeker. Maar stiekem denk ik bij mijzelf as Napoleon hiej in 1800 met 40000 man euverher is getrokken, waorom ich den neet. Het verslag hou ik voor vandaag kort. Ik ben er te moe voor.
Maar de dag in vogelvlucht:
Een geweldige mooie en pittige klim naar boven.
Eenmaal boven de boomgrens fantastische vergezichten.
Een prachtig fluitconcert van de marmotten en het verstoppertje spelen wat ze dan doen.
Een beetje regen bij vertrek, daarna de hele klim droog gebleven met af en toe de zon.
Een goeie medepelgrim gevonden in Jacques.
Een behoorlijke emotionele aankomst boven.
Een hartelijke ontvangst door de Augustijner- chorherren.
Een dag om van te genieten.
Een dag om nog vaak aan terug te denken.
Als afsluiting van deze dag, mijn dromengedicht:
Ik hoor zaliger Theo Koomen,
vannacht in al mijn dromen.
Zijn reportages op de radio,
hij bracht ze, oh zo mooi.
Met verheffende stem,
hoor ik hem, ja ik hoor hem.
Hij loopt, hij loopt, wie.....Sjeraar,
daar op de flanken van de Col du Grand St. Bernard.
Zondag 9 augustus.
Orsieres-Bourg St-Pierre. 14,5 km waarvan 4,5 met de bus.
Dit is nu eens echt balen.
De afgelopen nacht slecht geslapen. Deels door de regen die ik hoor tikken op de dakramen, deels door de matras op de grond, deels door het onweer. Tju, waar ken ut hiej rammelen. Buiten regent het pijpenstelen. Wat is dit jammer. Ik heb mij zo verheugd op deze dag. Nadat ik mijn ontbijt heb klaargemaakt ga ik er maar eens rustig voor zitten. Helaas een ontbijt zonder koffie of thee, maar met water uit de kraan. In het kleine keukentje van deze gite zijn de mogelijkheden toch beperkt, hoewel ik gisteravond op het enige kookplaatje toch een lekkere pasta heb gemaakt. Ik prakkiseer hoe ik door dit pokkewaer verder kan gaan, maar weet geen mogelijkheden. Na het ontbijt ga ik maar eerst mijn rugzak inpakken. Mijn telefoon, fototoestel etc. doe ik in waterdichte zakken van Beversport en stop deze goed weg. Heel jammer natuurlijk, zo kan ik ongerwaeg ook geen foto's maken. Twee regenhoezen over de rugzak is hopelijk voldoende. Nadat ik mij in het regenpak heb gehesen gaat de rugzak op de rug en loop ik door de stromende regen naar het toeristenbureau. De dame laat mij een kaart van dit gebied op haar p.c. zien met het te verwachten weer. Plu, plu en nog eens plu, zegt ze. Maar om vier uur vanmiddag misschien droog en ze lacht er ook nog bij. Ik kijk nog eens naar buiten en zie dat het helemaal grijs cq zwart is boven in de bergen. Hier baal ik stevig van. Om vijf over negen gaat er een bus naar boven met diverse stops ongerwaeg. Ja, alweer met de bus denk ik bij me zelf. Mer om hiej nog langer te blieve zitten en mer wachte toet ut baeter wuurd sjuut auch neet op. Wie weet hoe de paden zijn met dit weer en dan bergop. Natuurlijk wil ik mij ook niet helemaal kapot lopen. Dit heeft geen zin. Ik ga maar met de bus ongeveer vier kilometer verder naar Fornex. Hartstikke grijs is het ongerwaeg. Waar zijn de bergen gebleven!! Als ik uitstap, ga ik vol goede moed verder. De route vind ik vrij snel dankzij "Mary". Dan weer door het bos, dan weer langs de Drance. Zo gaat het steeds hoger richting Liddes. Ut guts mer ich bun good gemuts. Om elf uur pauzeer ik in Liddes. De temperatuur is denk ik zestien graden en volgens mij wordt het ook wat lichter. Of zien ut hersespiensels? Mijn regenjack is van binnen natter dan van buiten. Een vrouwtje komt in een mengelmoes van Frans en Duits me wat vertellen. Wat ik er uit op kan maken is dat het gaat over het weer. Want plu, plu kumt der vuul in veur. Lang blijf ik hier niet zitten. Het is mij veel te koud. Over mooie weidewegen, bospaden en straten gaat het steeds maar omhoog. Op de bospaden is het uitkijken geblazen. Ze zijn erg glad, zeker als je eens een stukje omlaag moet. Het laatste stuk gaat nog even omhoog over een skipiste, om uit te komen bij de Loretto kapel. Bourg St-Pierre is niet meer ver weg. Gelukkig maar. Door de stromende regen kom ik aan bij Auberge Au Petit Velan waar mijn slaapplek is voor vandaag. Het is kwart over een en ik kan een bed uitzoeken in het dortoir. Mooi en schoon is het hier. Prima slaapplek. Na het douchen ga ik eerst wat slapen. Ik heb het nodig na vandaag. Ondertussen is ook Jacques gearriveerd, de Franse pelgrim welke in Lausanne is gestart. Ik tref hem nu al een paar dagen. Vanavond eten we samen in de auberge. Morgen gaat het dan naar de top toe. Naar de Col du Grand St.Bernard op bijna 2500 meter hoogte. Van ganser harte hoop ik dat het in elk geval droog is. Ik wil naar de top toe ook graag genieten van de prachtige omgeving. We zullen zien. Hoije.
Zaterdag 8 augustus
Martigny-Orsieres 21 km
Concentratie bij elke stap.
Om kwart over zeven ben ik weg. Ik wil op tijd in Orsieres zijn omdat er rond een uur of drie vanmiddag regen en onweer wordt verwacht. Volgens mijn wandelgids zal het pittig worden m.n. het stuk vanaf Martigny-Le Bourg tot Sembrancher. De weg leidt veel over smalle paadjes langs de berghelling. Ik heb het geweten. Pittig, soms heel pittig die korte venijnige klimmetjes. Omhoog of omlaag het maakt niet zoveel uit. Tussen La Croix en Bovernier heb ik de keus om de Via Francigena te volgen rechtsaf omlaag. Maar ik kan ook de rood-wit gemarkeerde Alpinweg bovenlangs volgen. Ik citeer uit mijn wandelgids: "Wir bleiben auf dieser Seite des Flusses und steigen den steilen Hang hinauf. Kurze Stellen geht es auch mal abwärts, manche Abschnitte sind mit Ketten, Rösten und Gittern stabiel gesichert". Dat klinkt als survival. Gisteren bij mijn ontmoeting met Jonathan vertelde hij mij dat het goed te doen is. "Trittsicher und schwindelfrei soll man sein". Nou ik waag het er maar op. Omkeren kan altijd nog. Inderdaad, een smal pad langs een berghelling. Elke stap vraagt concentratie. Maar je krijgt er ook wat voor terug. Prachtige vergezichten. Eenmaal boven volgt een pittige afdaling naar Bovernier.
Een pauze doet me goed hier. Want miene rugkzak begint mich te negere. Door de gedane inkopen van gisteren is hij twee kilo zwaarder geworden. Als ik Bovernier uit ga, loopt mijn pad een stuk langs een drukke weg. Pffff det haaj ich neet verwach, de auto's sjaere naeve mich haer. Linke mik! Als ik weer het bos induik, begin ik aan een schilderachtig mooie, avontuurlijke maar zware klim. Het enge dal hier deel ik met de bergrivier La Drance, de weg en de spoorrails. Over veel rotsen en stenen gaat mijn weg dan weer steil omhoog, dan weer omlaag. Mien veut, mien veut, ze hubbe get te verdure. Ik meet mijn suikerspiegel. Gelukkig perfect. Ook hier moet ik mij goed blijven concentreren. Letten op elke voetstap, maar vooral op de gele markeringen die gelukkig in overmaat aanwezig zijn. Hier is geen pad. Ik volg gewoon de gele ruiten die op rotsblokken en bomen zijn aangegeven. Uiteindelijk kom ik aan in Sembrancher. Ich ken michzellef oetwringe! Ik zoek een plekje om te pauzeren en vind dit onder een tent. Deze staat langs een Jeu de Boules of Pentanque-veld waar een toernooitje is. Ze zijn behoorlijk fanatiek in hun spelletje en zeker niet vies van bier en wijn. Inmiddels is het elf uur als ik opstap. Door bossen, door velden en langs bosranden vervolg ik mijn weg. Na een steile klim volg ik door het bos een kruisweg, om uiteindelijk aan te komen in Orsieres. Door veel in de bossen te hebben gelopen, waar de zon me niet zo kon raken, merk ik nu pas hoe warm het is. Bij het toeristenbureau krijg ik de code van de deur die toegang geeft tot de gite d'etappe St.Bernard. Orsieres is een leuk bergdorpje met mooie oude houten woningen. Mijn slaapplek is eenvoudig met matrassen op de grond. Verder is er alles wat je als pelgrim nodig hebt. Tot nu toe ben ik de enige. Vandaag een geweldige, maar zware dag gehad. Meer dan de moeite waard. Ik ben gestegen van 471 meter naar 887 meter. Morgen gaat het naar 1632 meter. Ik ben benieuwd. Ik stop met een gedicht over mijn.......
Mijn voeten
Mijn voeten zullen me dragen,
iedere dag ben ik hun gast.
Ik zal ze niet veel vragen,
dan ben ik ze ook niet tot last.
Toch blijf je maar lopen,
iedere dag maar weer.
Stiekem maar weer hopen,
zo gaat het keer na keer.
In deze warme tijden,
is verzorging wat ze willen.
Want ze moeten niet gaan lijden,
anders kun je ze wel villen.
Zo zal het iedere dag weer zijn,
denken dat ik er wel zal komen.
Ook al gaat het soms met wat pijn,
mijn voettocht naar Rome.
Vrijdag 7 augustus
Aigle-Martigny 35 km. waarvan 8 met de bus.
Bloedheet......
Gisterenavond nog zitten te puzzelen hoe ik in Martigny kon komen, zonder de gehele afstand te moeten lopen. Ik moet hier heen om glutenvrij brood te kopen. Maar ook wil ik heel vroeg vertrekken i.v.m de warmte. Ik kan met de bus naar Bex, om dan daar ergens de route weer op te pakken. De bedoeling was naar St.Maurice (18 km) te gaan. Maar dit vond ik te kort. Erger is nog dat er geen glutenvrij brood te koop is. Martigny is ook de laatste grote plaats hier in het Rhônedal, omgeven door hoge bergtoppen. Ik zal hier zeker voor een dag of vier, vijf brood moeten kopen. De eerst volgende gelegenheid zal pas in Aosta zijn in Italië. Na slecht te hebben geslapen (veel te heet) zit ik om half zeven aan het ontbijt. Een zeer karig ontbijt moet ik zeggen. Hiej hubbe ze der duchtig op geknepe, eine sjaemele croissant. Die ik ook nog eens niet hoefde.
Met de bus van vijf voor zeven ga ik naar Bex. Om kwart over zeven stap ik uit en kom in Massongex, weer op de Via Francigena. Door het oversteken van de Rhône steek ik ook de onzichtbare grens over van het kanton Waadt naar het kanton Wallis. Een heerlijke frisse bries heb ik pal in mijn gezicht. Wat een zalig gevoel hier in het dal van de Rhône. Rondom me heen allen maar bergen. In St.Maurice pauzeer ik even met een kop koffie. Hier staat ook een van de oudste kloosters van Europa. Achter Les Emonts word ik door pamfletten gewaarschuwd. Pont St.Barthelemy Coupe staat er met koeletters op. Maar dan sta ik op eens voor een beek waar de brug is weggeslagen. Alles is met rode linten afgezet. Aan de andere kant staat opeens ook een pelgrim. Met wat kunst en vliegwerk kom ik toch, door de beek naar de overkant. Daar tref ik Jonathan, een Duitse pelgrim op weg van Rome naar Lausanne. Hij heeft eerst de Camino Del Norte gelopen in Spanje en is toen met het vliegtuig naar Rome gevlogen om van Rome naar Lausanne te lopen. Hij is bijna 4 maanden ongerwaeg. Een aardige knul, die me nog wat tips geeft voor de komende dagen. Ook ik heb nog wel enkele tips voor hem. Na een half uur nemen we afscheid. Jonathan probeert ook droog aan de overkant te komen. Bij de waterval Pissevache pauzeer ik een tijdje. Inmiddels is het bloedheet (35 graden) geworden. Ook is het nu windstil. Bij aankomst in Martigny ga ik direct door naar het kantoor van de katholieke kerkgemeenschap. Bij hun heb ik gisteren een bed gereserveerd. Op het secretariaat word ik welkom geheten door een struise dame. Helaas spreekt ze enkel Frans. Maar ik zie mijn naam al staan in het boek. Zij neemt me mee iets verderop naar een huis waar ik een kleine studio krijg met alles er op en er aan. Twintig franken moet ik er voor betalen. Det is veur nieks zeg ich taege de madame. Geen idee of ze het begrepen heeft! Na een lekker koud bad, ga ik inkopen doen. Vanavond kocht der Chef selbst. Spaghetti met een zalmmoot, wat salade en als toetje citroenpudding met een blikje ananasstukjes. Nu stop ik er mee. ut is koakestied. Smakelijk en de groeten uit een bloedheet Martigny. Hoije.
Donderdag 6 augustus
La Tour-de-Peilz-Aigle 23 km.
Montreux!!!
Lotti heeft vanmorgen al op tijd het ontbijt klaar, zodat ik vroeg weg kan. "Es soll ein heisses Wetter geben heute". Maar niet te veel aan en dan maar rap op pad. Ik ben zo weer aan het meer van Genève en hier pak ik mijn weg weer op. De zon verschuilt zich nog achter de bergtoppen, dus het is heerlijk lopen. Bij de camping Maladaire zie ik op nog geen twee meter afstand van het water verschillende jongelui op een luchtbed slapen. Doe zals ter mer vanaf rolle. Maar er staan er ook in hun blote kont aan de rand van het water en sommige nemen een frisse duik. Trouwens vanmorgen weer een normale bloedsuikerspiegel. In Clarens, net voor Montreux begint de prachtige boulevard die uiteindelijk stopt in Villeneuve. Montreux, de stad van de muziek m.n de jazz muziek. Een geweldig groot theater vlak aan het meer getuigd hiervan. Prachtige, grote en statige hotels. Het een nog mooier dan het ander. Ik kom ogen tekort. Eigelik mot ich der veer hubbe. Twieje veur en twieje achter. Want hier is wat te zien, ook al is het nog vroeg. De boulevard met zijn statige bomen, zijn prachtige bloemenperken en niet te vergeten de kunst die er tussen staat. Een kunstwerk springt er voor mij uit: La Luna, een meisje uit brons hoog op een ladder dat tuurt naar de lucht. Werkelijk schitterend. (Mooie foto van gemaakt) maar er is nog zoveel meer te zien. Ik zie veel Chinezen cq Japanners die zitten te ontbijten bij hun hotel. Flanerende mensen over de boulevard. Die dudelik van ein anger sjtendje!! zien. Ik vergaap mij aan zoveel, dat ik vergeet te lopen.
Freddy Mercury
Hij heeft er gewoond, muziek opgenomen en kwam er veel. Als eerbetoon staat er een prachtig standbeeld uit brons aan het meer, wat hier aan herinnerd. Sinds 2003 wordt hier elk jaar de Freddy Mercury memorialday gehouden. Nog elke dag worden er bij zijn standbeeld bloemen gelegd. De foto die bij dit verhaal staat is niet van mij. Deze is een bewerkte foto die ik van internet heb geplukt. Het beeld is identiek aan mijn foto, alleen de achtergrond is bewerkt.
Als ik dan Montreux achter mij laat, loop ik naar Villeneuve toe. Zeg vaarwel tegen dit prachtig stukje Zwitserland. (Lausanne tot Villeneuve). Het zijn de laatste kilometers langs het meer van Genève. Ik geniet er nog maar eens met volle teugen van. Van verre zie ik het Chateau de Chillon al liggen. Het ligt een stuk in het meer. Als ik er ben, komen samen met mij twee busladingen Chinezen aan. Bij de entree vraag ik om een stempel, die ze ook nog hebben. Als ik in Villeneuve aankom, loop ik door de wijnvelden naar Roche toe. Drink daar koffie en neem een stuk abricotvlaai. Heerlijk, ik kan het hebben. Suikerspiegel 7.2. Na Roche gaat het over een lang kaarsrecht stuk (6 km) in de volle zon langs de spoorlijn naar Versey toe. Achter Versey buigt de route dan af naar Yvorne dat hoger tussen de wijnvelden ligt. Na een pittig klimmetje ben ik boven en rust even uit op een bank bij de kerk. Dan gaat het alleen maar omlaag door de wijnvelden naar Aigle, waar ik stop voor vandaag. Het oude stadsdeel is mooi. Vele restaurantjes, barretjes en terrassen in mooie oude huizen. En intussen bloedheet. Bij de R.K kerk Saint-Maurice et Saint-Nicolas-de-Flue krijg ik een mooie stempel van deze twee patroonheiligen. Schuin er tegenover ligt de auberge Messageries waar mijn verblijf is voor een nacht. Dit waas ut veur vandaag. Eine sjoëne daag is weer om. Hoije.
Woensdag 5 augustus
Lausanne-La Tour-de-Peilz 28 km
Langs het meer van Genève
Het wordt warm vandaag, 31 graden volgens Doris van Ada-Logements. Om zeven uur zit ik al aan het ontbijt. En zoals iedere morgen is de eerste bezigheid, mijn bloedsuiker meten. Stiekem hoop ik dat het weer eens normaal is. Maar hier doe ik het ook voor. Om half acht ben ik dan weg. Een half uurtje heb ik nodig om beneden aan het meer te komen. En alleen maar bergaf. Je zou in zo'n stad wonen. Det is get om dieke bein van te kriegen en sjtevige kute! Ik pak dan de route op uit mijn wandelgids die ik vandaag voor het eerst ga gebruiken. De routeaanduiding vind ik al direct. Via Francigena route nummer 70: de markering van Genève naar de top van de Grand St.Bernard. Onder een staalblauwe hemel is het heerlijk lopen langs het water. Ik merk dat het al behaaglijk warm is. Het is prachtig hier. De bergen op de achtergrond en dan dat enorme meer aan mijn rechterhand. In Lutry stop ik even voor een nieuwe fles water te kopen. Het zal een dag worden die alleen al te duur aan het water is. Ongerwaeg neem ik veel pauzes. Genieten, dat doe ik. De eerste zwemmers liggen ook al in het meer. En dat zullen er nog heel veel worden voor ik op mijn slaapplek ben. Achter Epesses gaat het de wijnvelden in. Een pittig klimmetje naar boven wordt beloond met een geweldig uitzicht. Het valt op dat er toch veel mensen gebruik maken van de wandelpaden door de wijnvelden. Ik ben echt niet de enige.
Als ik in het mooie plaatsje Saint-Saphorin aankom, stop ik bij een auberge. Wat een idyllisch plekje om te gaan eten. Maar ja dan is het ook weer eerst meten. Prima is de waarde en zo blij als een kind gaef ich ein rundje aan mich zelf. Thea had auch gezag det ich good mos blieve drinke. Langs de kant van de weg, aan een tafeltje geniet ik van een alcoholvrij biertje en een lekkere warme hap. Wat is ut hiej toch sjoën, en wat hubbe ze hiej....noch schoondere prieze. Om een uur stap ik op en loop verder door de wijnvelden naar Vevey. Het laatste stuk gaat weer langs het meer en het is er behoorlijk druk. Af en toe krijg ik pijn in de ogen van al dat schoons.....wat er ligt. In Vevey ga ik naar het toeristenbureau om te kijken waar ik kan slapen. De madame belt verschillende adressen maar blijkbaar is alles vol. Ik vraag haar een adres uit mijn wandelgids te bellen in het plaatsje La Tour-de-Peilz. Nou daar ik terecht, maar niet eerder dan half zes. Ik bedank haar en ga op zoek naar een geldautomaat en naar de Coöp. Onder aan het meer zoek ik een bank in de schaduw en eet een bakje ananas op met een ijsje. Zo lang als vandaag ben ik nog niet ongerwaeg geweest. Kletsnat van de zweet kom ik tegen zessen aan bij mijn slaapplek. Hier heb ik nog heel wat voor moeten afzoeken voor ik huisnr. 14bis gevonden heb. Maar het welkom is hartelijk. Lotti spreekt heel goed Duits en verwent me na het douchen met heerlijke stukken meloen met rauwe ham en koud Sprudelwasser. Morgen moet ik maar vroeg vertrekken, zegt ze, want de komende twee dagen wordt het nog heter. Ze regelt voor mij ook een slaapplek voor morgen, dus weer wat minder zorgen. Zoewe dit is ut veur vandaag. Een schitterende mooie, hete dag zit er op. Genieten was het de hele dag. Hoije.
Dinsdag 4 augustus
Moudon-Montpreveyres-Lausanne 30 km. 18 met bus, 12 gelopen.
In Lausanne, met grote twijfels.
Goede nachtrust gehad en vroeg uit de veren. Ik wil op tijd weg zijn voor mijn tocht naar Lausanne. Als ik ga ontbijten en mijn bloedsuiker eerst meet, zie ik dat het een zware dag gaat worden. Waarom is die nu weer zo hoog. Hier heb ik geen verklaring meer voor. De laatste drie dagen is het weer net een schommel. Ik bolus via de pomp maar wat extra insuline bij. Na het ontbijt ga ik op pad. Ja, naar een bushalte om te kijken of ik niet een aantal kilometer met de bus kan overbruggen. Met deze hoge waardes te gaan lopen, heeft geen enkele zin. Om half negen kan ik met een bus naar Montpreveyres, wat niet ver van mijn route af ligt. Eenmaal in de bus ga ik mij grote zorgen maken. Twijfels nemen toe, van wat nu. Ik probeer er maar niet aan te denken. Om kwart over negen ben ik gelukkig weer aan het lopen. Maar het gaat niet zoals het moet gaan. Bij het Lac de Sauvabelin houd ik pauze. Meet voor alle zekerheid nog eens en raak helemaal uit mijn doen. Hoe is dit mogelijk 23.8! Ik besluit om de basale instelling van mijn insulinepomp aan te passen. Bestel een cola light en bolus nog maar wat bij. Na een lange pauze ga ik verder. Onder het lopen komen allerlei gedachtes in mij op. Maar ik weet het effe niet.
Tegen half een kom ik aan bij de Cathedrale Notre-Dame. Binnen word ik welkom geheten door een gids. "Un Pelerin" zegt hij en stelt zich voor als Gaspard de Marval. In het Duits kunnen we goed met elkaar communiceren. Eerst gaat hij met mij naar het pelgrimshoekje. Hier krijg ik een stempel van hem en er ligt allerlei informatie over de Chemin St.Jacques en over de Via Francigena. Hij vraagt of ik naar "Compostelle" ga. Ik vertel hem dat ik hier in 2013 ook al was, toen op weg naar "Compostelle". Nu wil ik graag naar Rome toe. Samen met hem maak ik een rondgang door deze Gotische kathedraal (protestants) welke uit de 12-13 eeuw is. In 1536 tijdens de Reformatie zijn alle kostbaarheden gestolen en je ziet dat er helemaal geen pracht en praal meer is. Nu ligt dit alles in een museum. Lausanne ligt op drie heuvels. De kathedraal op de 500 meter hoge heuvel La Cite. Hij vertelt me dat ik de toren kan beklimmen als ik 232 trappen omhoog wil lopen. Nae danke, dao hub ich genne fut veur. Wel vertelt hij me nog het volgende: De kathedraal diende vroeger ook als wachttoren om over de stad te waken om vijanden en branden te herkennen. Elke avond riep dan een wachter vanuit de beltoren tussen 22.00 en 02.00 uur de tijd omlaag. Een traditie die tot op de dag van vandaag wordt voortgezet. Drie kwartier heb ik geluisterd naar deze man die boeiend kan vertellen.
Als ik weer buiten sta, ga ik eerst wat eten. Het regent intussen. Op een pleintje krijg ik nog net ergens een tafeltje binnen. Ik bestel de "Plat du jour". Ja, wil ik eten, moet ik meten. Nog wat aan de hoge kant, bolus ik maar weer wat extra. Het eten is voortreffelijk. Aardappelen uit de oven met groente en drie lekkere stukjes vlees en een salade vooraf. Alles weggespoeld met driekwart liter mineraalwater. Als ik betaal geloof ik mijn ogen niet, 22 Schweitzer Franken. Spotgoedkoop en dan nog midden in de stad! Ik loop nog wat door de stad maar het steeds omhoog of omlaag lopen kost kracht. Die spaar ik op voor de komende dagen als ik richting Grand St.Bernard ga. Morgen ga ik in elk geval op pad naar Vervey. Ik zal dan dag voor dag kijken hoe het met mijn suikerspiegel gaat. Gaat het niet dan pak een rustdag. Gaat het helemaal niet meer. Ja, dan stop ik er voorgoed mee. Het zal dan wel zo zijn dat mijn lichaam zulke inspanningen niet meer aankan. Hoe jammer dat dit dan ook mag zijn. Na mijn probleemloze pelgrimstocht in 2013 van Konstanz naar Santiago dacht ik dit toch ook wel aan te kunnen. Helaas is er dan toch het een of ander gebeurd met mijn lichaam, met mijn diabetes. Misschien ook wel in combinatie met mijn leeftijd. Maar toch goei ich ut bielke der nach neet biej neer. Hoije.
Maandag 3 augustus
Payerne-Moudon 22 km.
Wat hebben we weer een weertje
Na afscheid te hebben genomen van de tante, die de honneurs waarneemt voor Patrick en Catharine die een weekje op vakantie zijn naar St.Petrusburg, ben ik om half negen weg. Vandaag hoef ik alleen maar het riviertje de Broyre te volgen. Vanmorgen was mijn bloedsuikerspiegel wat aan de hoge kant. Na ongeveer twee uur te hebben gelopen prik ik weer. Potverdikke hoe kan dit nu weer. Veel te hoog. Ik spuit wat insuline bij en ga toch verder. En ich hub nog waal ein paar kaerskes aangesjtaoke ongerwaeg, om mer te haope det ut noe waal good moog gaon. Langs de kant van het water heb ik een mooi zicht op de kerk van Granges-pres-Marmand. Bijzonder aan de deze kerk is de toren die helemaal bedekt is met tegeltjes, geplakt in mozaiek. Wat schitteren de tegeltjes prachtig in de zon. In Lucens ga ik van de route af om te lunchen. Bij een kleine kruidenier koop ik lekker koud water en twee bekers stragiatelli yoghurt. Op een bank in de schaduw onder een paar grote bomen houd ik pauze. Als ik mijn bloedsuiker weer prik is deze goed. Poeh, wat een opluchting. Weer terug op de route volg ik weer de Broyre. Ongerwaeg heb ik ook de aanduiding van de Via Jacobi langs dit pad zien staan. Bij aankomst in Moudon ga ik direct naar mijn gereserveerde slaapplek toe. Doorweekt van het zweet heb ik zin een lekkere douche. Helaas bij aankomst is de tent gesloten. Ze hebben VAKANTIE staat met grote letters op de deur. Nou dat is me wat moois. Aan een madame vraag ik waar het toeristen bureau is. Bij aankomst doe ik mijn beklag. De jonge man achter de balie gaat voor mij even bellen met dit hotel. Maar helaas geen gehoor. Ik vraag hem maar wat anders te zoeken. Dat lukt in hotel du Gare. Bij aankomst hier blijken ook zij vakantie te hebben, maar gasten zijn evengoed welkom. Rare bedoening als je het mij vraagt. Maar goed, geen commentaar, ik heb een bedje voor vannacht. Nadat alle zweetspullen in de douchebak zijn beland, zet ik er maar eens flink de sproeier op. Ein hempelke badsjoem der biej en mer wasse. Met dit weer buiten is het zo droog. Dik dertig graden is het. Straks ga ik even naar de Coöp, die ligt langs de deur. Ik heb zin in kaaj sjôtel met zo’n warm weer. Een ding hoop ik maar, dat mijn bloedsuikerspiegel oké blijft. Want hier worden het de komende dagen dik 34 graden. Nog effe een klein gedichtje hierover. Viel me zomaar spontaan in.
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand,
wat is er met mijn bloedsuiker aan de hand.
Stop toch eens snel, met die lage en hoge
straks zou ik misschien niet meer verder moge.
Ik ga je zeggen, nu ben ik het zat,
morgen wil ik toch gewoon weer op pad.
Hou me dus daarom heel tevree,
dan mag je morgen weer met me mee.
Zondag 2 augustus
Murten-Payerne 25 km.
Wat een spektakel
Eerst even terug naar gisterenavond. Als ik tegen zessen zit te eten in het prieeltje, dat overigens gemaakt is van een oude silo, komen twee fietsers aan. Het blijken mijn "kamergenoten" te zijn. Twee jonge knapen van pakweg 17-18 jaar. Ze komen uit de buurt van Basel en maken een fietstour door dit gedeelte van Zwitserland. Het blijken wat schuchtere types te zijn, die je de woorden uit de mond moet trekken. Als ze hun spullen naar boven hebben gebracht, komen ze even later in hun zwembroek naar buiten. Nou, zo warm is het nu ook weer niet. Ze kruipen de ladder op en springen zonder na te denken in het bad. Even snel als ze er in zijn gesprongen, zijn ze er ook weer uit. "Ganz kaltes Wasser" zegt een van hun en weg zijn ze. Intussen regent het weer flink. Vanavond is het grote vuurwerk, dat vanaf een ponton op de Murter-See vanwege de Nationale feestdag de lucht in gaat. Ik moet beslist kijken wordt mij verteld. Maar eerst ga ik een dutje doen”im Stroh”. Tegen tienen schrik ik wakker van de eerste knallen. Buiten ga ik onder het prieeltje staan vanwaar ik een mooi zicht heb. Precies half elf begint het en het duurt tot elf uur. Wat een spektakel, niet alleen het vuurwerk dat vanaf het water de lucht in wordt geschoten, maar ook wat in de dorpen van de omringende bergen nog de lucht in gaat. Prachtig hoe mooi dit is. Als ik weer in mijn slaapzak ligt, gaat het licht aan. Het is al na twaalf uur als de familie aankomt die ook heeft gereserveerd. Wel erg laat voor de twee kinderen die erbij zijn. Aber lass dass nicht meine Sorge sein!
Heel slecht geslapen vannacht. Dit is zeker niet mijn ding. Veel te hard, alsof ik op een plank lag. Gen “Schlafen im Stroh” mier veur mich. Bij het ontbijt vanmorgen zitten we gezellig met z'n zevenen aan de grote keukentafel. Natuurlijk ontbreekt er bij de boer niks. Het ziet er voortreffelijk uit. Ook nu komt uit de mond van de twee knapen heel weinig. Frida en Fritz zoals het echtpaar heet, wijzen mij er op dat ik zeker de Altstadt van Murten moet bezoeken vanmorgen. Het is meer dan de moeite waard. Eigenlijk ben ik dit ook van plan. Nu ik weer op mijn weg zit, hoef ik er niet zoveel voor om te lopen. Na het ontbijt neem ik afscheid en loop omlaag naar de Altstadt. Inderdaad, wat een plaatje is dit. Aan een kant helemaal omgeven door de stadswal waar ik nog een stuk overheen zal lopen. Prachtige oude gebouwen, veel terrassen en de eerste toeristen al op deze vroege zondagmorgen. Bij de R.K kerk hangt een info bord voor Jakobspilger. Een stempel is te krijgen im Pfarrhaus. Dus bel ik er maar even aan. Een jonge vrouw maakt de deur open en vraagt meteen of ik een stempel kom halen. Ja, daar kom ik voor en dus staat deze nu ook in mijn credential. Na nog een kop koffie ben ik tegen tienen weer op mijn weg. Veelal over vlakke wegen met af en toe een molshoop ertussen gaat het vlot. Door boerengehuchten waar het vaak een troep is van heb ik jou daar, nadert Payerne heel vlug. Hoofdzakelijk loop ik over fietswegen die in overvloed worden aangegeven. Bij aankomst in Payerne pauzeer ik even bij de enorme grote abdij. Deze staat deels in de steigers voor een grote renovatie. Toch krijg ik ook hier een mooie stempel. Het laatste stuk naar mijn slaapplek brengt mij zowat aan de rand van het stadje. Een tante van de bewoners die op vakantie zijn, ontvangt mij. Wat een groot en mooi huis. Dit ook nog tegen donativo. Ook wordt er voor mij nog heerlijk gekookt. Wat willen we nog meer. Ik op dit moment maar een ding en dat is dat mijn bloedsuikerspiegel goed blijft. Want de laatste 2 dagen is het met name ’s morgens hommeles. Dat baart me wel wat zorgen.
Zaterdag 1 augustus.
Savagnier-Neuchatel-Ligerz-Ins-Murten. 18 km. (25 km bus en trein)
Zwitserse nationale feestdag
Het ontbijt is heel karig vanmorgen. Aan de keukentafel zit ik "gelukkig" niet alleen. Een hond, een kat en vele vliegen houden mij gezelschap. En als ik eens rondkijk, kan het niet anders: ik ben beland in het huishouden van de "Zwitserse Jan Steen". Een kat die over het aanrechtblad rondstruint. Een hond die hapt naar elke vlieg. Boven mijn hoofd hangt dan ook nog een diagonaal gespannen plaklint (8 mtr.) met hieraan ik weet niet hoeveel vliegen geplakt. On-ge-loof-lijk. Maar och, het heeft ook wel wat. Buiten regent het behoorlijk en het is erg grijs. Om half negen brengt de vrouw des huizes mij naar het station van Neuchatel. Vandaag doe ik het rustig aan. Ik ga nog een stuk van mijn weg van gisteren terug naar het plaatsje Ligerz. Zo'n kneuterig wijndorp aan de Bielersee, dat ik gisteren alleen maar vanuit de trein kon zien. Maar wat ik graag wil bezoeken. Door mijn gedwongen uitstapje naar Biel, moet ik ook vandaag weer improviseren. Als ik in Ligerz ben, wandel ik over de Pilgerweg door de wijnvelden naar het hoog gelegen kerkje. Een pittig tochtje. Maar eenmaal boven is het zicht fantastisch ondanks de regen. Het kerkje is Evangelisch en is ook nog eens open. Binnen is het erg sober allemaal. Wel ligt er een Pilgerstempel. Deze siert nu mijn credential. Ik loop nog een stuk verder door de wijnvelden. Ik moet er niet aan denken als de druiven ge-oogst moeten worden. Dit is zwaar werk op die steile hellingen. Weer eenmaal beneden in Ligerz drink ik koffie en bekijk hoe ik weer vlug op mijn route kan komen. Dit kan door met de bus naar Ins te gaan en met "Mary" naar Murten. Zo kom ik alles bij elkaar toch nog op zo’n 18 kilometer wandelen. Mijn weg gaat deels langs de Murter-See. Dit loopt lekker. Zo plat wie ein biljartlaken. Mijn slaapplek voor vannacht is bij de Familie Rentsch in Murten. Vanavond is het "schlafen im Stroh". Als ik aankom in Murten moet ik het laatste stuk toch weer effe pittig omhoog. Hartelijk word ik ontvangen door de Familie Rentsch. Eerst worden mij de huisregels verteld en dan op naar de "sjtruuje zûlder". Zo te zien ben ik niet de enige gast vanavond. In het onderste gedeelte slaapt vanavond een familie. In het bovenste gedeelte, waar ik slaap, komen er ook nog twee gasten bij. Ik vraag aan mevrouw of ik hier vanavond iets warms kan eten. Oh, blijkbaar verrast ik haar een beetje. Later komt de heer des huizes mij vertellen dat ik röstli met bratwurst krijg. Prima, dit gaat er altijd wel in. Vandaag 1 augustus is het een Zwitserse nationale feestdag. Op een foldertje heb ik gelezen dat er vuurwerk boven de Murter-See wordt afgestoken. Ik ben benieuwd. Net zo benieuwd als naar het "schlafen im Stroh". Nou dit is het voor vandaag dan. Ik stop met een klein liedje over de wijn, dat ik heb gelezen in het kerkje in Ligerz vanmorgen.
Ja, ja, der Wein!
Ja, ja, der Wein!
Jetz geht es Schluck um Schluck-chen Weiter.
Der Blick wird klar, das Leben heiter.
Vrijdag 31 juli
Frinvillier-Savagnier 26 km + 16 met trein en bus.
Een grote puzzeltocht
Mijn slaapplek gisteren was bij een Chinees vrouwtje. Zij runt een hotel? Of was het meer een Auberge of misschien een Herberg of was het meer een Backpackers verblijf. Ik weet het niet. Zij was er ook maar aanwezig van 16.00-20.00 uur. Warm eten kun je er niet, ontbijten wel. Het zag er allemaal wat vervallen en onverzorgd uit. Maar mijn slaapkamer was wel oké. Buiten mij was er nog een echtpaar aangekomen, welke een tour van tien uur achter de rug hadden. Dat was hun wel aan te zien. Om zeven uur vanmorgen kan ik ontbijten. Ik moet vandaag eerst naar Biel toe effe flappe tappe en mijn brood is ook op. Een extra grote omweg. Maar eens kijken hoe ik dit ga aanpakken. Om acht uur kan ik in elk geval vanmorgen met de trein weg vanuit Frinvillier. Wat een plaatsje. Helemaal ingeklemd tussen bergen, viaducten en de tunnels. Bij het station of waar het voor moet doorgaan, sta ik te wachten op iets wat niet komen wil. Inmiddels is het al bijna half negen. Een man, die ook staat te wachten, luistert aandachtig naar wat omgeroepen wordt. Jao, ze kenne lulle wat ze wille ich versjtaon der toch nieks van. Hij komt naar mij toe gelopen en vertelt me dat er geen trein om acht uur gaat. In gebrekkig Engels zegt hij dat we de bus kunnen nemen, welke beneden aan de weg vertrekt. Dat doe ik dus. Tegen negen uur ben ik in Biel. Eerst zoek ik een geldautomaat en dan ga ik op zoek naar een Coöp. Beiden zijn snel gevonden. Bij het toeristenbureau vraag ik om een stempel. Deze hebben ze niet en verwijzen mij naar de kerk van St.Maria. Ik krijg een plattegrond mee en zie dat deze kerk helemaal buiten de stad ligt en wel in de Altstadt. Toch ga ik er heen. Een beetje van de stad zien kan geen kwaad. De kerk St.Maria is heel apart. Je komt binnen in de kripta en over mooie grote half ronde trappen kom je in de bovenkerk. Op een ding valt direct mijn oog. De statie, welke het lijden van Jesus uitbeeldt is helemaal gemaakt van mozaïek. Bijzonder fraai. Temeer omdat het bijzonder grote voorstellingen zijn. Van een dame krijg ik een mooie Jacobsstempel.
Dan wordt het de hoogste tijd dat ik weer terug in de stad kom. Biel is een mooie stad met heel veel terrasjes en daar is het nu goed vertoeven met een heerlijk zonnetje. Alleen heb ik de tijd er niet voor. Op het station puzzelt een medewerker voor mij uit hoe ik met trein en bus weg kom hier. Want het is nog meer dan veertig kilometer van Savagnier, mijn volgende slaapplaats, af. Hier heb ik een bed gereserveerd bij een boer. Na heel wat wachten en overstappen ben ik om half een weer aan het lopen. Over prachtige wegen door wijnvelden, bossen en akkers kom ik tegen drie uur aan in Lignieres. Vanaf hier gaat het langzaam aan alleen maar omhoog. Ergens in niemandsland eet ik mijn yoghurt en banaan in een bushokje. Wat dit hier doet, ik zou het niet weten. Ongerwaeg heb ik nog mooie vergezichten. Onder andere op de Bielersee en veel verder weg maar duidelijk zichtbaar de besneeuwde toppen van de bergen. Voor Engers begint de klim naar boven naar 1168 meter. Wat een lang en vervelend stuk. Het is warm en het zweet gutst van mij af. Eenmaal boven gaat het drie kilometer lang flink omlaag (13%). Ook dit vergt veel. Over een lange weg door het dorp heen kom ik om kwart over vijf aan bij La Ferme ( de boerderij). Een jonge griet maakt de deur open en weet van mijn komst. Alleen de taalbarrière speelt weer een grote rol. Zij spreekt alleen maar Frans en ich zowat gaar neet. Ik kan er niet eten vanavond, zover kan ik haar nog volgen. Maar een paar honderd meter terug kwam ik langs een auberge. Daar zal ik straks naar toe kunnen voor de warme maaltijd. Ze wijst mij de kamer, welke eenvoudig maar goed is. Ik heb zelfs WiFi op de kamer. Nadat ik gedoucht heb, klopt er iemand op de deur. Als ik open maak staat de vrouw des huizes voor me. In gebrekkig Duits en met wat Engels er doorheen snappen we elkaar over hetgeen we van elkaar willen weten. Morgenvroeg kan ik om acht uur ontbijten. Maar heel belangrijk is dat zij mij morgen terug naar het Lac du Neuchatel brengt. Om precies te zijn naar het station van Neuchatel. Ook morgen zal ik een stukje met de trein moeten doen, om zo er een niet al te lange dag van te maken. (43km) Veur noe sjtop ich der met, ich gaon sjlaope, want de piep is laeg. Hoije.
Donderdag 30 juli
Bellelay-Frinvillier 24 km
Hast du Angst für Hunde?
Dat is nog eens heerlijk wakker worden als de zonnestralen de kamer binnen dringen. Zo te zien beloofd het een mooie dag te worden. Als alles weer in mijn rugzak zit, ga ik beneden ontbijten. Er staat een uitgebreid buffet klaar. Det moog auch waal, dach ich mich zoewe. Het smaakt in elk geval lekker. Na alles betaald te hebben- beurs leeg- ga ik om half negen op pad. De dag lacht mij toe, met een fris windje en een heerlijk zonnetje. Vandaag gaat mijn pad hoofdzakelijk door de dalen, met af en toe een dorpje. Overal tegen de berghellingen zie je de nevel omhoog stijgen. Voor ik er erg in heb, kom ik al aan in Tavannes. Ruim negen kilometer zitten er op. Tijd voor koffie. Je treft het als in ‘n dorp een trein stopt. Dan is er ook meestal een Hotel Du Gare. Hier dus ook. Buiten op het terras drink ik een lekkere bak cafe au lait. Wat een verschil met gisteren. Op een terrasje zitten, klinkt toch heel wat vriendelijker dan te moeten schuilen voor de regen. Als ik weer op pad ben, loop ik door een mooi glooiend landschap naar Sonceboz. Hier pak ik de Zwitserse nationaal route nr.80 op, de Via Jura. Het is heerlijk lopen zonder al te veel grote stijgingen. Mijn middagpauze houd ik in La Heutte. Het is half een en er kan wel wat in dat tengere lijf. Alles eet ik op wat ik vanmorgen heb meegenomen. Ook mijn laatste glutenvrij brood. Een half uur later stap ik op en ga verder richting Peyre. Voorbij La Heutte kun je over veel trappen naar boven naar een kapel. Deze ligt hoog op een stuk rots. Ik neem de moeite om naar boven te gaan. Eenmaal boven is de kapel dicht. Jammer. Ook een mooie foto maken kan niet. Wil ik het geheel er op krijgen dan moet ik stapjes naar achter doen. En det geit neet angers donder ich ein hiel sjtuk omlieg.
Weer eenmaal beneden zie ik voor mij dat de route stopt. Ik sta voor tunnels, bruggen en spoorbanen. Dan komen er plots twee wandelaars uit het struikgewas. Wat blijkt nu, er loopt een voetgangerstunnel onder de weg en het spoor. Wie verzint nou zo iets. Zeker als ik zie dat het wandelpad helemaal over het complex van een enorme cementfabriek gaat. Vigier Ciment heet het. Waar het kan, gluur ik naar binnen. In de afdeling mechanic zie ik een grote draaibank aan het werk. Schijnbaar is men een as op maat aan het draaien. Verderop kijk ik mijn ogen uit naar een enorme trommel die rond draait. Diameter schat ik op 6 meter en de lengte op 10-12 meter. Een man vertelt me dat blokken cement hierin gebroken worden, als ik dit tenminste goed heb verstaan. Verder ga ik naar Frinvillier. Het laatste stuk gaat door een bos. Goed en wel in dat bos kom ik een vrouw tegen. Zo te zien een pittige tante, "hass du Angst für Hunde" vraagt ze. Hiel gruuts zegk ich ‘nae’. Ik hoef alleen maar "hallo zu sagen" zegt ze. Dan zie ik plots voor me een grote gevaarlijk uitziende hond staan. Het lijk wel op een vechthond. Ik haast me om “hallo” te zeggen. Hij springt tegen mij op. En ik kan hem over zijn bol strijken, zegt ze. Nou laat maar. Ich hub ut der nieks op. Blij dat ze de hond aan de riem doet en verder gaat. Gelukkig de andere kant op. In versnelde looppas ga ik verder. In Frinvillier is mijn slaapplek nog gesloten. Om vier uur gaat het open. Ik pak me maar weer op en ga een stuk de "Taubenlochschlucht" in lopen. Dit zie ik op een bord staan. Tien minuten lopen is het. Geen spijt van gehad. Een geweldig stuk natuurschoon met een mooi pad er langs en ook nog eens goed afgeschermd zodat je niet omlaag kunt donderen. Om vijf uur ben in terug bij de herberg. Die nu wel geopend is.
Woensdag 29 juli
Moutier-Bellelay 22 km. ( 8km met de bus)
Een dag met hindernissen.
Vanmorgen verwen ik mijzelf met een lekker ontbijt. Een sapje, verse koffie en gekookt eitje. Buiten zie ik dat het behoorlijk grijs is. Als ik dan vertrek, trek ik maar uit voorzorg mijn regenbroek en jack aan. In Perrefitte komt de regen met bakken uit de hemel. Alles om mij heen trekt dicht. Ik schuil onder een veranda van een oud onbewoond huis. Het wordt tien uur, elf uur en het wordt alleen maar grijzer. Toch besluit ik maar verder te gaan, maar niet eerder nadat ik 'Mary' heb geraadpleegd. Ik zie het nog lang niet droog worden en zoek een alternatief. Via Sornetan, waar mijn weg doorheen gaat, kan ik omlaag naar Reconvilier. Volgens mijn kaart moet dit een grotere plaats zijn, waar ik misschien met een bus verder kan. Zo niet dan....tja, dat zie ik dan wel. In de stromende regen ga ik door een bos omlaag. Om kwart voor een kom ik aan bij het treinstationnetje. Eerst informeer ik of ik hier verder kan met een bus naar Bellelay. Gelukkig, om twintig over een gaat er een bus vanaf dit station. Onder de overkapping, waar het stevig waait, eet ik mijn boterhammen op. Mijn regenkleding inclusief de paraplu hebben goed werk verricht. Mijn hemd is weliswaar nat, maar dat is alleen maar van het zweet. Ik ben blij dat ik het laatste stuk met de bus ben gegaan. Mijn schoenen zijn net modderklompen.
Als ik in Bellelay aankom, loop ik vlot door naar de abdij. Ik neem ruim de tijd om deze te bekijken voor zover dit mogelijk is. En, niet onbelangrijk, het is natuurlijk binnen en dus droog. De abdij van Bellelay is een enorm groot complex. Tegenwoordig is in een klein gedeelte helemaal ergens aan de buitenkant een psychiatrische kliniek. Deze abdij, die tegenover de auberge ligt, stamt volgens de legende uit 1136. Gesticht door een prior genaamd Siginand welke van de abdij in Moutier-Grandval was. Hij zou tijdens het jagen op wilde beren zijn verdwaald in de Haut-Jura. Hij beloofde hier in Bellelay een klooster te stichten als hij terug zou keren naar Moutier-Grandval. Dit gebeurde dus. Het klooster kreeg volgens zijn belofte de naam "Belle Laie". ("Laie" is de naam voor een vrouwelijke beer). De geschiedenis van dit klooster is natuurlijk vele malen groter. Om er maar een eind aan te breien, zou dit alles volgens de legende zeer onwaarschijnlijk zijn. Dit omdat de abdij van Bellelay van oorsprong een Premonstratenzers (oftewel Norbertijnen) abdij was en die van Moutier- Grandval een Benedictijner abdij. Aldus volgens de geschiedschrijving in de abdij. Anderhalf uur heb ik hier doorgebracht. Klom over trappen in de toren, kwam bovenin op de gewelven van de abdijkerk en keek mijn ogen uit over de constructie hiervan. Heel interessant. Bij de auberge Del Ours word ik hartelijk welkom geheten. Er wordt gevraagd naar mijn credential voor een stempel. Een bijzondere moet ik zeggen. Ik krijg een ruime kamer. Ut moog get koste hiej en ierlik gezag duit ut det aug! Om vijf uur zie ik dat het nog steeds regent. Hopen maar dat het morgen weer droog is, want ik ga dalen door de bossen naar Frinvillier. We zullen zien.
Dinsdag 28 juli
Beinwil-Moutier 26 km.
Rituelen en grammofoonplaten
Ja, kloosters hebben regels. Om zeven opgestaan. Beddengoed afgehaald en met schoon goed weer opgemaakt. Kamer gestofzuigd en daarna mezelf gewassen. Handdoeken en beddengoed naar de wasserette gebracht. Een pakket schone handdoeken en beddengoed weer mee naar mijn kamer genomen. Dit wordt allemaal van je verwacht als je hier wil overnachten. Dit klooster draait helemaal op steun van vrijwilligers en donateurs. Slapen, eten, noem maar op, is allemaal op basis van donativo. Van jou verwachten ze alleen maar dat je mee gaat in hun levensritueel. Dit betekent meedoen met het ochtend, middag en avondgebed en... het stiltemoment hieraan voorafgaand. Het ontbijt, middag- en avondeten gaat in stilte. Dus mondje dicht. Als vanmorgen alle rituelen achter de rug zijn en ik heb ontbeten, ruim ik nog snel even mee af. Afwassen doen anderen maar, dit heb ik gisteravond al gedaan. Ik vraag aan Christoph een stempel voor in mijn paspoort, neem afscheid en ben weg. Inmiddels is het kwart over negen geweest, wat toch wat aan de late kant is.
Er staat me wat te wachten voor vandaag. Veel omhoog, omlaag, omhoog en weer omlaag. Totaal 900 hoogte meters krijg ik voor de voeten. Het eerste stuk is het pittigste. Door een bos omhoog over een met keien bezaaid pad. Daarna gaat het hoofdzakelijk alleen maar over almen. Nog nooit op een dag zoveel koeien gezien in de meest bonte kleuren. Op veel plaatsen wordt er gewaarschuwd dat je je in acht moet nemen voor de koeien. Velen hebben kalveren en beschermen deze. Maar gelukkig gaat alles goed. Maar ook paarden, ezels, geiten en schapen kruisen mijn pad. Tweevoeter ontmoet vele viervoeters. Op de almen is het vaak zoeken hoe de weg loopt. De markering van de gele ruiten (aanduiding wandelpad) zie je niet zoveel. Maar ja, dan is er natuurlijk 'Mary'. Zij wijst mij de weg wel als het niet duidelijk is. Zelfs door de koeienflaters. Het wordt een sport an sich om deze “grammofoonplaten” te ontwijken. Het gaat van 600 naar 800 naar 1000 meter. Dan weer van 1000 naar 900 meter. Tenslotte van 900 naar 1200 meter hoogte. Dit is gelukkig het hoogste punt voor vandaag. Meer dan vijf uur lopen op nauwelijks vijftien kilometer. Het is pittig maar met heel veel pauzes gaat het wel. Dan begint de meer dan tien kilometer lange afdaling naar Moutier. Het gaat van 1200 naar 500 meter toe. Ook dit is pittig. Ik loop de hele dag in mijn dunne fleecetrui. De wind is soms heftig. Uiteindelijk kom ik om half vijf aan in Moutier. Bij het toeristenbureau vraag ik waar de Coöp ( glutenvrij brood) ergens is. Gelukkig is er iemand die een beetje Engels spreekt, want de voertaal is Frans. Ze vraagt of ik ook een "tampon" (stempel) wil. Natuurlijk, graag. Zo staat er een mooie Jacobusstempel in mijn credential. Na bij de Coöp te zijn geweest, loop ik naar mijn slaapplek voor vannacht. Deze is in de hut van de C.A.S: Club Alpin Suisse. Cabanes Des Gorges, zoals de hut heet, is snel gevonden. Helaas de deur is dicht. Maar door wat over en weer te bellen, voornamelijk door Thea ( helpdesk), want mien Frans versjteit hiej nemes komt om kwart voor zes een van de leden van de club die de deur open maakt. In gebrekkig Duits krijg ik uitleg over hoe alles functioneert. Ik ben de enige gast voor vandaag en omkomen van de dorst hoef ik niet. Wijn en bier genoeg in voorraad. Als ik mij en mijn loopspullen heb gewassen, ga ik in de stad wat eten. Het eten is heerlijk, tegen een redelijk tarief. Terugkijkend op deze dag kan ik alleen maar zeggen dat het een verdomd pittige dag is geworden. Maar daar heb ik wel ongerwaeg wat voor terug gekregen. Dat waren de prachtige vergezichten over bergen en dalen. Hoije.
Maandag 27 juli
Basel – Beinwil 35 km (10 km met de trein)
Een bijzondere dag.
Na een lange nachtrust, ontbijt ik op de kamer. Dit had ik al van thuis meegenomen omdat je hier alleen maar kunt slapen. Om half acht ben ik weg, want ik wil de trein pakken van zeven over half negen die mij uit het drukke Basel moet brengen. Vandaag was de planning om een lang stuk te lopen, maar voordat ik op Basel SBB ben, komen er nog eens 4 kilometer bij. Ik zit net aan de verkeerde kant van de stad. Tien kilometer ga ik met de trein zodat het niet een hele lange zware dag gaat worden. Ich mot der weer efkes inkomme. In Aesch stap ik uit en pak op aanwijzing van ‘Mary’, die gelukkig ook weer van de partij is, weer snel de route op. De weg gaat dan weer omhoog, dan weer omlaag. Totaal zal ik vandaag een hoogte overwinnen van 500 meter. Gelukkig gaan grote stukken geleidelijk aan omhoog. Dit loopt prima. Het weer is heerlijk: wind-zon-wolken-22 graden. Ech mien waerke! Mijn rugzak voelt nog wat zwaar aan, maar dit komt wel goed. Als ik in Zullwil kom, vallen er zelfs een paar regendruppels. Gelukkig blijft het daarbij. Bij het laatste huis van het dorp stop ik en vraag of ik mijn waterfles mag vullen. Een alleraardigste vrouw vult mijn fles en vraagt meteen erbij 'möchtest du mit uns mit essen?' Poeh, die vraag had ik niet verwacht. Geht das denn? Ja sicher! Het is kwart voor twaalf en eerlijk gezegd kan ik wel een hapje op. Ik volg de vrouw het huis in. De tafel is al gedekt voor 5 personen. Maar er kan er nog gemakkelijk eentje bij, aldus de vrouw des huizes. Ik stel me voor en even later komen ook de kinderen zich voorstellen. Drei Buben in de leeftijd van ca 9,12 en 16 jaar. Ik moet heel goed luisteren naar hun Zwitsers dialect. Zo zit ik dan bij de familie Hänggi aan tafel. Ik eet wat de pot schaft: pasta met tomatensaus, paddenstoelen en vlees. Weliswaar niet glutenvrij, maar dat gok ik dan maar voor een keertje. Het smaakt voortreffelijk. Wat een gastvrije familie. Aan tafel kletsen we over van alles en nog wat. Haar man is inmiddels ook aangeschoven. Na de maaltijd nog een lekkere bak koffie. Om kwart voor een neem ik met een brok in de keel afscheid. Ik bedank hun hartelijk voor de genoten gastvrijheid. Waar kom je zoiets nog tegen: gewoon de eerste de beste “zwerver”die voorbij komt, uitnodigen aan je tafel. Den mot ich toch waal un ierlik gezich hubbe!
Tja, dan gaat het meteen weer flink omhoog. Over mooie wandelpaden, goed gemarkeerd, ga ik verder. Ongerwaeg prachtige vergezichten over de bergen en dalen. Het laatste stuk omhoog gaat midden door een almwei met heel veel koeien. Ze zijn aan wandelaars gewend, want ze kijken niet op of om, maar grazen rustig verder. Als ik op het hoogste punt (856 meter) kom voor vandaag, staat er een mooie richtingwijzer. Op een ervan staat dat het naar het klooster van Beinwil nog een uur lopen is. Dat schiet mooi op. Vanaf dit punt is het alleen nog maar bergaf naar het klooster. Als ik uit het bos kom, zie ik het klooster beneden al liggen. (wie het klooster nader wil bekijken: www.beinwil.org) Wat een mooie plek hier midden tussen de bergen. Ik word hartelijk ontvangen door broeder Christoph. Eerst krijg ik van hem een rondleiding door het hele klooster. Bijzonder vind ik dat in de kloosterkerk het eerste gedeelte voor de oecumenische gemeenschap is en het achterste dat wat hoger ligt, voor de katholieke gemeenschap. Ik krijg een mooie kamer toegewezen met de naam Lazarus. 'Zou dae weite det ich vreuger waal us lazarus waar!' Om zeven uur kan ik mee eten. Wat een bijzonder dag tot nu toe.
Zondag 26 juli
Basel
In Kaldenkirchen neem ik afscheid van Thea. 'Dae erme sies mot ut weer zonger mich doon' De overstap in Düsseldorf gaat snel. Mijn gereserveerde plek in de ECI is bezet door een Nederlandse. Maar ik vraag toch vriendelijk om op te staan. In de coupe zit een gezelschap dat met SNP-wandelreizen naar Zwitserland gaat. Het schijnt dat ze niet allemaal een gereserveerde plaats hebben. En deze trein zit mudvol. Het is dan ook een geplaar van heb ik jou daar. Mijn rugzak moet voor me blijven staan omdat alles vol ligt. Gelukkig komt er in Köln/Bonn nog een treinstel bij. Na een vlotte rit ben ik om half drie in Basel. Ik dacht hier rustig een kop koffie te drinken. Maar hier op Basel SBB is het zo enorm druk dat ik die gedachte gauw laat varen. Bij de uitgang staan genoeg wegwijzers die me de weg vertellen naar de Basler Munster. In de Elisabethkirche drink ik een heerlijke kop koffie. In deze kerk worden alleen maar concerten in de breedste zin van het woord gegeven. Als ik na de koffie vooraan in de kerk sta te kijken naar de prachtige gebrandschilderde ramen, komt er een dame uit een kantoortje. Ze vraagt of ik 'auf dem Weg bin und auch ein Pilgerstempel habe wil'. Nou dat is dan mooi meegenomen. Een mooie stempel staat nu in mijn paspoort. Ik ga dan verder naar de Kathedraal Basler Munster. Een sobere kerk die van binnen niet veel uitstraalt. Bij de infostand wordt mij weer gevraagd of ik op pelgrimsreis ben. Ook deze heer heeft een mooie stempel voor mij. Dan ga ik verder op zoek naar mijn slaapplek, welke ergens beneden aan de Rijn is. Deze heb ik vrij snel gevonden. Na het intoetsen van een code die heb gekregen, valt de sleutel van mijn kamertje eruit en kan ik binnen. Nadat ik de nodige trappen op ben geklommen, vind ik helemaal bovenin mijn kamertje. Na het douchen ga ik eens kijken waar ik ergens een hapje kan eten. Zo, dit is het voor vandaag. Groetjes uit Basel.
Vrijdag 24 juli
Na drie weken noodgedwongen rust, ben ik inmiddels weer hersteld. Mijn bloedsuikerspiegels zijn sinds ruim een week weer in balans. Fit voel ik me, wat is dat een fijn gevoel!
Ook heb ik ervan geleerd en weet nu dat het maken van een maandenlange tocht er voor mij niet meer in zit. Ik moet teveel bagage meenemen, wat veel extra energie vergt. En dat laat mijn lichaam niet toe. Hoe graag ik dat ook zou willen, hierin moet ik reëel zijn.
Het vervolg van mijn tocht heb ik daarom opgesplitst in twee delen. Zondag 26 juli ga ik weer op pad. Dan reis ik met de trein naar Basel en wil dan in vier a vijf weken voorbij de Po-vlakte geraken.
Piacenza is mijn einddoel voor dit jaar.
Volgend voorjaar hoop ik dan mijn pelgrimstocht vanuit Piacenza naar Rome te voltooien.
Zaterdag 4 juli
Malterdingen
Emotionele dag
Vanmorgen onder het ontbijt neem ik een voor mij emotionele beslissing. Na ook nog last te hebben van diarree zit er niks anders op dan mijn pelgrimstocht naar Rome te onderbreken. Verder lopen heeft geen zin, ondanks de rustdag van vandaag. Ik ondervind te veel hinder van de hitte en dat blijft zo nog wel even. Mede ook door de veel te hoge bloedsuikerspiegels, vanmorgen (19.8) stop ik er mee. Het doet heel veel pijn, maar de hitte heeft mij gesloopt en mijn lichaam zegt STOP. Nu nog doorlopen zou onverantwoord zijn. Na een licht ontbijt met wat glutenvrije crackers ga ik om half tien voor een laatste tochtje naar het station van Malterdingen/Riegelberg dat 3km verderop licht. In Freiburg im Breisgau koop ik een ticket voor de ICE naar Düsseldorf, die om twaalf uur vertrekt. Dat ik mijn tocht t.z.t, es God beleef, ga vervolgen, daar hoef ik niet over na te denken. Wel over wanneer en de manier waarop ik dit ga doen!!
Vrijdag 3 juli
Ettenheim-Malterdingen 21 km
De hete, hete Breisgauer wijnvelden.
Wat een verschrikkelijke nacht. Bloed-en bloedheet op de kamer en geen oog dicht gedaan. Ik heb het gevoel dat ik koorts heb. Hoe moet dit in Godsnaam verder. Ik maak mij grote zorgen. Dit moet niet lang meer duren. Mijn bloedsuikers zijn net een schommel. Hoog of laag, er tussenin is niks meer. Vanmorgen kan ik pas om acht uur ontbijten. Veel te laat voor mij. Ik zit dan ook al om half acht buiten op het terras te wachten. Nae huur, ach oer is ach oer! Daar zit je dan met je goed fatsoen. Om half negen ben ik dan eindelijk weg. Op weg naar Malterdingen door de Breisgauer wijnvelden, over een heuvelachtige weg. Ik heb het geweten in deze hitte. Negenendertig graden weer. Het houdt niet op. Vandaag liep het dan ook voor geen meter, ondanks de korte afstand. De kracht is uit de benen, het kost mij veel en (te)veel energie. In Bombach heb ik een kort gesprek met een vrouw, terwijl zij mijn flessen met water vult. Zij zegt dat dit weer hier in de Breisgau nog wel even aanhoudt. 'Es komme Tage van über die 40 Grad' Det is nieks veur Graadje. Na weer een afmattende dag vandaag, kom ik helemaal nat bezweet aan bij mijn slaapplek. Ik kan direct naar mijn kamer maar merk dat ik veel te laag zit. Vraag om een glas limonade, wat in een teug naar binnen gaat. 'Woh geht es hin, vraagt der chef 'Ich hoffe nach Rom' 'Viel Respect, aber Wahnsinn mit diesem Wetter' Eenmaal boven trek ik alles uit en neem een heerlijke koude douche. De kamer is lekker koel. Kleren uitwassen en ophangen. Hierna val ik als een blok in slaap. Om vier uur sta ik op en ga ergens op een terras wat drinken. Op een thermometer, die boven de apotheek hangt, staat 41 graden. Voor morgen heb ik nu al besloten om niet te gaan lopen. Ik zou naar Waldkirch gaan. Een tocht van 26 km. Maar 'Mary' geeft aan: 500 meter stijgen en 450 meter dalen. Bedankt 'Mary' maar ik ben op. Mijn lichaam zegt nu duidelijk nee. Ik hoop in elk geval zondag Freiburg im Breisgau te bereiken, alwaar ik een definitieve beslissing neem van hoe verder.
Donderdag 2 juli
Schwanau-Ettenheim 23 km
Naar twee dingen verlang ik....
Om zeven uur zit ik vanmorgen al in de tuin. Heerlijk is het. Even later komt Paul met het ontbijt. Fijn dat ik al kan ontbijten, zo kan ik vanmorgen weer op tijd weg. Na het voortreffelijk glutenvrij ontbijt ben ik klaar voor weer een dag door de kookpot van het Schwarzwald. Als ik alles op de kar heb gebonden, neem ik afscheid van Ursula en Paul. Twee mensen die ik in mijn hart heb gesloten. Geëmotioneerd neem ik afscheid nadat Ursula mij nog vraagt om ergens ongerwaeg in een kapelletje of kerk een kaarsje aan te steken. Een kaarsje voor een bijzondere intentie. Na nog een foto ben ik weg. Ook vandaag gaan de eerste vijftien kilometer als een trein. Heel veel schaduw en daar word ik alleen maar vrolijk van. De laatste dagen sleep ik veel water mee. Twee liter gaan makkelijk op, koud of lauw. Ondanks de hitte gaat het de eerste uren als een trein. Ik verlaat de Rijndelta en kom in het voor mij echte Schwarzwald, het Badische Schwarzwald. In Mahlberg pauzeer ik lang op een bankje onder een dikke boom. Het is kwart over elf en het zijn dan nog vijf kilometer naar Gasthof zum Lamm in Ettenheim waar ik een bed heb gereserveerd. Al mijn brood dat ik vanmorgen gesmeerd heb, eet ik maar op. Ik bezoek in Mahlberg ook nog de apotheek voor wat pleisters. Ich hub ein klein blaorke. Ja, de voeten hebben veel te lijden met deze hitte. Klokslag twaalf uur ga ik voor de laatste kilometers. Vol in de zon loop ik zo 'zuinig' mogelijk. Het kost me steeds weer heel veel energie. Ik ben bijna door mijn voorraad hypo-fit gel heen. Via Altdorf kom ik in het mooie stadje Ettenheim. Prachtige vakwerkhuizen, veel statige gebouwen, leuke terrassen. Hier aangekomen verlang ik naar twee dingen: een koude douche en een lekker koud pilske. Ut mot al gek gaon as det neet waert lukke! Morgen zal ik voor het eerst sinds vele dagen weer moeten gaan klimmen. Ben heel benieuwd hoe het met dit weer zal gaan. Alternatieven zijn hier helaas weinig. Zo en nu is het tijd voor een koud pilske. Ein prosit, ein prosit
Woensdag 1 Juli
Kehl-Schwanau/Ottenheim 26 km.
Het is te gek voor woorden
Om zeven uur ben ik aan het lopen. Als ik weer bij de Rijn ben, kan ik kiezen uit drie wegen. De eerste gaat boven over de Rijndam. De tweede tussen de Rijndam en een kanaal. De derde tussen het kanaal en bos. Deze laatste neem ik en wat ben ik blij hiermee. Heerlijk in de schaduw en dat uren lang. Het zijn wel saaie wegen. Recht toe recht aan. Maar dit schiet natuurlijk goed op. Ondanks dat het goed warm is, ligt mijn tempo hoog. Een groot nadeel van deze weg is dat geen horeca langs ligt. Een kop koffie of i.d zou op zijn tijd toch wel lekker zijn. Maar ja, keuzes hè. De dorpen liggen allemaal 2-4 km van deze weg af. En in de meeste dorpen is gewoon niets, of ze gaan pas om vier s-middags open. Die gok neem ik niet. Ik loop bijna vier uur aan een stuk. Mijn watervoorraad slinkt behoorlijk en is niet meer te drinken. P..lauw. Ook al loop ik in de schaduw, je voelt gewoon de hitte. Om twaalf uur kom ik in Meissenheim aan. Mijn weg slingert zich hier door het dorp. Ik vraag aan een man die zijn volkstuintje aan het bewateren is, waar ik hier ergens wat kan eten. De weg er naar toe is zo gevonden en ik plof werkelijk neer op het terras. Nu merk ik pas echt hoe warm het is. 'En ierlik gezag, ich bun aan'. Een groot glas alcoholvrij bier staat niet lang op tafel. Het gaat erin als hop. Ik eet nog een kleinigheidje en dan vallen de ogen dicht. Tegen een uur stap ik op voor het laatste stukje. Onder die kopere ploert sjok ik door de maïsvelden naar Schwanau. Tjonge wat valt dit tegen. Tegen twee uur ben ik bij het pension van de Familie Gnacke. Ze komen net aanrijden. Heel aardige mensen, waar ik al direct een thuisgevoel bij heb. Ik krijg een mooie kamer, waar het nog aardig koel is. Mevrouw Gnacke zet er een mand neer waar ik mijn hartstikke nat bezwete kleren in kan doen. Fijn dat ze deze wil wassen. Het is zo nodig. Ook volgen ze mij via onze website. Dus glutenvrij brood hebben ze al in huis gehaald. Woorden schieten tekort.
Na het douchen zit ik heerlijk in de tuin, uit de zon, met een glas mintwater
Even later nodigt het echtpaar mij uit voor een ijskoffie. Ik vertel dat ik te moe ben om er nog op uit te gaan voor het eten. Geen probleem, ik krijg van hun het glutenvrije brood, boter,kaas en tomaat. Dan kan ik ik dit later op de avond eten. Liebe fam.Gnacke, Paul und Ursula. Ich habe Keine Worte für eure Gastfreundschaft. Herzlichen Dank für die gute Sorgen
Wat een hete dag,
de zon schijnt er flink op los.
Dat het 's avonds afkoelen mag,
anders ben ik morgen de klos.
Dinsdag 30 juni
Rheinau-Kehl 24 km.
Waar moet dat heen!
Eerst zou ik gisteravond in het hotel wat kunnen eten, ondanks hun 'Ruhetag'. Maar er waren nog fietsers aangekomen zodat de chef ons om half acht naar een restaurant bracht in een dorp zes kilometer verderop. De chef van dit restaurant zou ons later weer terug brengen. Wat een service. Bij het restaurant 'Roter Ochsen' zit ik aan tafel met Pfarrer David en Pharrerin Christine uit Zwitserland. Beiden lid van de Evangelische kerk. Ze zijn met de fiets ongerwaeg langs de Rijn. Onder het tafelen hebben we een fijn gesprek. Over de Zwitserse Jakobsweg weten ze veel te vertellen. Als ik hun vertel dat ik deze twee jaar terug ook heb gelopen, komen tijdens ons gesprek weer veel herinneringen naar boven. Maar ook gaat ons gesprek over het geloof. Over hun Evangelische kerk. Over de reden waarom ik weer op weg ben gegaan. Over Thea en wat zij daar van vindt. Ja, heel interessante mensen. Bij terugkomst neem ik afscheid van hun beiden. Ze wensen mij een mooie en vooral inspirerende weg toe. 'Das der Herr God deinem Weg segene darf'.
Vanmorgen zit ik al vroeg aan het ontbijt met 'Mary' in conclaaf. In verband met de hitte zoek ik naar een weg die het liefst veel door een bos gaat. Van een paar fietsers krijg ik het advies om ondanks te hitte vandaag over de Rijndam naar Kehl te gaan lopen. Weliswaar loop je de hele tijd in de volle zon, maar er waait altijd wel een koel briesje. Nou dat is een goede tip. Ik overleg met 'Mary' om de kortste weg naar de dam te zoeken. Na het ontbijt gaat de rugzak op de kar en weg zijn we. 'Mary' doet goed haar best. En binnen drie kwartier staan we boven op de 'Rheinweg’. Inderdaad, hier waait een lekker briesje. Het is lekker lopen en ik heb genoeg te kijken aan de schepen die voorbij varen. Ongerwaeg stopt een man voor mij. Hij bekijkt mij en mijn kar van top tot teen. 'Das habe ich niemahls gesehen'. Ik hoop stiekem wel dat hij mijn kar bedoelt en niet dat ik er zo erbarmelijk uitzie. Hij vraagt of hij een foto mag maken. Aber sicher. We babbelen even en hij vertelt dat hij van Konstanz naar Keulen fietst. Zelf komt hij uit Hannover. Dan ga ik weer verder. Regelmatig moet ik pauzeren. Op een bankje is het dan goed toeven. In de verte zie ik al de Badische Stahlwerke opduiken. Deze immens grote fabriek ligt aan de Rijn. Eenmaal hier voorbij ben ik zo in Kehl. Ik heb een kamer gereserveerd in een klein hotel. Bij aankomst is de tent dicht, althans ik moet achterom. Daar staat een deur open en op een ruitje staat een nummer dat ik moet bellen. Mijn telefoon werkt af en toe van geen meter in het buitenland. Ik klamp een jong stelletje aan en vraagt de knul om het nummer te bellen. Geen gehoor. Schade! Ik bedank hun voor de moeite en ga maar op de trappen zitten. Een poosje later gaat de deur open. 'Hass du angerufen' Jao det hub ich en ich zit hiej al ein oer oppe sjtoep. Effe later sta ik onder een heerlijke frisse douche. Morgenvroeg weer vroeg op stap. Ut wuerd nog heiter. Nou loop ik nog even de stad in om een lekke koud pilsje te drinken. Hub ich waal verdeent!
Maandag 29 juni
Plittersdorf-Rheinau 31 km
Saaie dag
Mevrouw Kliebhan heeft ook een glutenvrij dieet. Dus ik zit weer goed voor het ontbijt vanmorgen. Door de warmte ben ik om half acht weg. Uitgezwaaid door dit hartelijke echtpaar. Een heel stuk gaat vandaag over de hoogwaterdam van de Rijn. Verderop over de dijken van het poldergebied Sollingen-Effren. Geen mens kom ik tegen. De dorpjes waar ik door kom, lijken wel uitgestorven. Lange, lange vaak kaarsrechte stukken. Groot voordeel hiervan is dat je snel kilometers kan maken. Tot twaalf uur is de zon nog niet te zien. Gelukkig maar. Hoewel het toch behoorlijk benauwd is. Het is een waterrijk gebied vandaag, met heel veel muggen. Een voorteken..... Dan duikt uit het niets plots een bier- en eettent op en die is nog open ook. Een heerlijke koude Radler gaat er in als hop. Op tijd ben ik in Rheinau op mijn slaapplek. Ik word welkom geheten en tevens vertellen ze dat 'Heute Ruhetag ist'. Waar kan ik dan eten vanavond, vraag ik. In het dorp anderhalve kilometer verderop is een goed restaurant, aldus de eigenaar. Ik vertel hem dat dit niet te doen is nu omdat ik 'moeie voeten heb’. Even overlegt hij met zijn vrouw. Zij wil wel wat klaar maken voor mij. Dat is fijn. Ja, dan de stempels ongerwaeg voor in mijn pelgrimspas. Ik mag van geluk spreken als het eens lukt. Komende dagen krijg ik misschien meer kans. Vanaf Kehl gaat het een stuk over de Ortauer Pilgerweg en de Pilgerweg naar Thann. Ik ben benieuwd. Nu ga ik mijn voeten verzorgen, die hebben de laatste twee dagen mede ook door de warmte, behoorlijke opdoffers gehad. En het wordt nog erger. Maar eens kijken hoe ik dit ga aanpakken. Ik moet iets verzinnen hoe ik de insuline in pomp koel kan houden.
Zondag 28 juni
Berg i.d. Pfalz-Plittersdorf 24 km
Einen Gruss an Pabst Francesco.
Omdat het vandaag een korte tour wordt, heb ik vanmorgen alle tijd. De komende dagen zal ik veel langs de Rijn lopen. Dit betekent weinig hoogteverschil. Lekker zo. Ik merk dat ik in mijn ritme begin te komen. Weet nou onderhand waar alles zit in mijn rugzak en dat is heel wat waard. Alleen het gewicht, daar moet nog wat aan gedaan worden. Het lopen gaat goed, de spierpijn en de pijn in mijn knie behoren tot het verleden. Vandaag loop ik de Pfalz uit en het Schwarzwald in. Ik zit in de deelstaat Baden-Württemberg. De komende dagen gaat het heet worden, met temperaturen boven de dertig graden. Om half tien sta ik vanmorgen voor het veer dat me de Rijn moet over zetten. Maar op zondag start de veerdienst van Neuburg naar Rheinstetten pas om tien uur. Maar ik heb aan belangstelling niet te klagen. Er wordt wat afgebabbeld over de route, over mijn wandelkar. Tien uur precies steken we over. Eenmaal aan de andere kant gaat het over mooie fietspaden richting Steinmauern. Je merkt dat het vandaag zondag is en dat er dus ook veel fietsers ongerwaeg zijn. De weg gaat veel over dijken die het achterland beschermen tegen hoog water. Het enige nadeel is wel, dat er totaal geen beschutting is. En dae kaegel brandj behuurlik op mien bölke. In Steinmauern pak ik een grote pauze bij een Italiaans restaurant. Een kleine salade en een alcoholvrij biertje gaan er in als koek. De kelner vraagt wat ik aan het doen ben. Ik ben ongerwaeg naar Rome toe. 'Zu Fuss??' Ja, te voet. Even later staat de hele familie in een rijtje voor mij. Allemaal Italiaanse komaf. Ze vragen mij het hemd van het lijf. Als iedereen zijn zegje heeft gedaan, komt der Pappa naar me toe en vraagt me: 'Kannst du dem Pabst einen Gruss bringen von uns'. Als ik hem tegen kom op het St.Pietersplein, doe ik dat zeker. Dat is afgesproken. Als ik bijna in Plittersdorf ben, sta ik met grote ogen te kijken naar een grote kolonie ooievaars. Aan een echtpaar vraag ik waar ze vandaan komen. Aan de andere kant van de Rijn is een broedplaats voor deze ooievaars gecreëerd. Nu komen ze elk jaar terug. Heel mooi om te zien. Vandaag sowieso veel wild en gevogelte gezien. Twee reeën met hun bambi's, Reintje de vos, de ooievaars en natuurlijk weer veel roofvogels. Prachtig om deze vogels soms van heel dichtbij te zien. Als ik op mijn slaapplek aankom, is het half drie.
Frau Kliebhan wijst mij de weg naar boven. Een mooie grote kamer en een even grote badkamer is voor mij. Ik spreek met haar af dat ik morgenvroeg om zeven uur wil ontbijten. Het wordt heet morgen en dan wil ik op tijd weg zijn. Dertig kilometer staan er voor morgen. Later op de avond klets ik met Herr Kliebhan. Hij is een gepassioneerd wandelaar en heeft leuke verhalen. Hij zorgt ervoor dat ik een wylan verbinding krijg bij een kinderarts. Ik loop tegen vijven naar de Rijn toe om daar op advies van de familie te gaan eten bij Het Anker. Het is heerlijk: rijst met vruchten en kalkoenfilet. En, natuurlijk vanwege de hitte, unne groëte pot Weissenbier. Proost tot morgen.
Zaterdag 27 juni
Schweigen/Rechtenbach-Berg i.d.Pfalz 26 km
Mooie gesprekken
Gisterenavond goed gegeten. Dit alles onder het genot van een heerlijke Halbtrockener Burgunder Weisswein. Hier draait alles om de wijn. Wijnhuizen in overvloed. Als ik vanmorgen na tien uurtjes pitten opsta, regent het. Bij het ontbijt hoor ik de eigenaar vertellen dat er onweer aankomt. Dat is minder. Hij vraagt mij waar ik met mijn wandelkar heen ga. 'Ich gehe nach Rom. Nach Rom zu Fuss' Blijkt dat hij en zijn vrouw uit Rome komen. Wat een toeval. Maar ze wonen inmiddels al meer dan veertig jaar in Duitsland. Als 'die Mamma' de ontbijtzaal binnen komt, is hij zo verdwenen. Zie haet dudelik de boks aan! Buiten regent en onweert het verschrikkelijk hard. Ik zie de bliksemschichten overal waar ik kijk. Hier ga ik niet doorheen en doe maar rustig aan. Gelukkig, zo rond half tien is het zowaar droog. Regenbroek aan, hoes over de kar en wegwezen. Maar na drie kwartier komt het weer met bakken uit de hemel. Mijn regenjack gaat aan en verder. Waer of gen waer. In Schweighofen stop ik even om mijn jack uit te doen. Er komt zelfs een waterig zonnetje te voorschijn. Een ouder echtpaar naar mij toe. Als ze vragen waar ik naar toe ga, kunnen ze het niet bevatten. Ganz zu Fuss naar Rom! Ze roepen er nog een paar 'leute' bij. Zo heb ik een prachtig gesprek met vijf oudere mensen die mij het hemd van het lijf vragen. Ze schudden maar met hun hoofd. Ik vraag of ik een foto mag maken. ‘Ja, aber wir sehen gar nicht aus!’ Dass macht doch nichts, dass sind die schönste Foto’s’. Na ruim twintig minuten ‘plauderen’ ga ik verder. Ik geef ze allen een hand en 'Auf Wiedersehen'. Als ik omkijk, staan ze nog te zwaaien. Prachtig. Daar krijg je energie van! Over een hele lange weg door het bos wandelt het zich prettig. Vandaag is de toer zo vlak als een biljartlaken. In het gehucht Bienwaldmühle stop ik voor wat te eten. De Bienwaldermühle is een prachtige locatie. Een Russisch ei gaat er wel in. Op het terras is een receptie of iets dergelijks gaande. Het weer is er prima voor. Als ik wil betalen, staan er ineens vier dames van de bediening bij me. Ook zij willen van alles van me weten. Een van hen is bekend met de Jakobsweg naar Santiago de Compostela. Maar ze begrijpen dat ik nu echt verder moet. Eentje is behulpzaam met het vastmaken van de kar. Sehr nett, Danke schön. Over een bijna kaarsrechte weg van dik vijf kilometer kom ik in Scheibenhardt. Hier gaat de regenbroek uit en gaat het voor de laatste kilometers weer het bos in. Maar na vijftien minuten: Potverdikke, heb ik me net ontdaan van mijn regenkloffie, komt het weer met bakken uit de hemel. Maar erger vind ik het onweer. Ik loop hier in een bos en moet er maar niet aan denken wat er allemaal gebeuren kan. Maar weer snel alles aan en verder. Het onweer is iets van een kwartier. Gelukkig maar. Maar de regen....ho maar. Tegen half vier komt een verzopen kat aan bij het 'Gästehaus im Unnerdorf'. Frau Grill had mij al zien aankomen en maakt meteen de garage open. Mijn regenkleding kan op een droogrek. Ook de kar kan ik hier laten staan. Ze geeft mij de sleutel van de kamer. Meteen de loopspullen in een sopje en vijf minuten later sta ik onder de douche. Na het douchen val ik als een blok in slaap.
Vrijdag 26 juni
Fischbach-Schweigen/Rechtenbach 30 km
Verkeerde keuzes
Onder een stralende zon word ik vanmorgen uitgezwaaid door de heer en mevrouw Schimmel. Samen hebben we nog even de route doorgenomen tijdens het ontbijt. Het zal warm worden vandaag: 30 graden. Tot Nothweiler zijn er geen pittige beklimmingen. Ook vandaag weer bijna de hele dag door het Pfalzerwald. Het loopt lekker en ik schiet aardig op. Binnen twee uur staan er elf kilometer op de teller. In Schonau verlaat ik de Pfalzer Jakobsweg en stap over op het Sagenpfad. Na een korte pauze bij de kerk van Nothweiler ga ik verder richting Bobenthal. Midden in het woud, lopende tussen de Barenbuhl en de Mittelberg, gaat het helemaal fout. Door het dichte bladerdek weet 'Mary' het ook niet meer. Er is een netwerk aan bospaden hier. De een ligt vijftig meter hoger, de ander weer veertig meter lager. Ik maak verkeerde keuzes om mijn positie op de kaart terug te vinden. Dus Sjravel mich omhoëg en omlieg op zeuk nao de goeie waeg. Het is een grote puzzel. Gelukkig is het geen cryptogram, anders...... Maar goed dat de zon niet aan me kan. Het bladerdek geeft verkoeling en bescherming. Uiteindelijk na veel omzwervingen kom ik bij een schuilhut waar ook weer vijf wegen bij elkaarkomen. Op mijn kaart zie ik dan dat er achter de schuilhut een weg moet lopen, die ik moet hebben. Dit is de goeie weg. Opgelucht en blij ben ik dat ik weer op het goede spoor zit. Ik loop vlak langs de Franse grens. Weer kom ik voor een keuze te staan. Of naar Wissembourg in Frankrijk lopen, maar is een heel stuk om. Of een stuk de Kapellen Pilgerweg volgen, wat ook om is, maar niet zoveel. Of de op een straatnamen bord aangegeven 'Langenbergweg' te volgen. Een straatnamen bord in het bos. Wie verzint zoiets! Ik kies voor deze weg. Eenmaal ongerwaeg valt ook het kwartje: LANGENBERGWEG! de naam zegt het al. Hij is lang en gaat steeds maar omhoog. Weinig beschutting van de zon. En maar puffen, puffen en nog eens puffen. Toch weer een verkeerde keuze. Mijn water raakt op en ik krijg steeds meer last van te lage bloedsuikers. Ich aet mich neuzel aan de repen met snelwerkende suikers. Het laatste stuk gaat dan omlaag. En.....plots sta ik aan de rand van het bos met een geweldig uitzicht over de wijnvelden en Schweigen/Rechtenbach. Door de wijnvelden omlaag ben ik zo in het dorp. Mijn slaapplek heb ik snel gevonden. Het is half vier en na weer een lange tocht door de extra kilometers ben ik blij als ik eindelijk onder de douche sta en de vermoeienissen van me af kan spoelen. De komende dagen ga ik knopen doorhakken. Wat kan terug naar huis? Ik moet hoe dan ook minder gewicht bij me hebben. Keuzes zal ik moeten maken. Ik hoop niet de verkeerde.
Donderdag 25 juni
Kröppen-Fischbach 25 km.
Een dag over de Pfalzer Jakobsweg.
Vandaag heb ik de tijd. Ik heb een bed geregeld in een pensionnetje in Fischbach, ongeveer 25 km verder. Ook genoeg na de pittige tour van gisteren. Bij het ontbijt vanmorgen staat glutenvrij brood. De vrouw des huizes heeft dit gisteravond in Pirmasens, 10km verderop, gekocht. Wat overblijft moet ik maar meenemen. 'Danke schön, ganz net' Onder een heel aangenaam weertje ben ik om kwart voor negen weer op pad. Vandaag loop ik bijna de hele dag door het Pfalzerwald over de Pfalzer Jakobsweg. Het pad is goed gemarkeerd en 'Mary' krijgt vandaag een snipperdag en daar is ze heel blij mee. Langs de Hilster Mühle en een stuk verderop de Schweizer Mühle vervolg ik de Jakobsweg richting Ludwigswinkel. Ergens bij een Waldhotel wil ik koffie gaan drinken. Chique bedoening! Met mijn schoenen laat ik een spoor na, wat niet gewaardeerd wordt. De koffie is meteen op. Tja, dan 'Auf Wiedersehen'. Maar dat denk ik dus van niet! Ik geniet met volle teugen van de stilte in dit dichte woud. De vele roofvogels die ik zie. Wat is het toch prachtig hier. Wandelwegen zijn hier genoeg, markeringen te over. Welgeteld kom ik twee mensen op de hele dag tegen. De stijgingen zijn vandaag niet al te pittig. Althans dat dacht ik. Op een viersprong in het woud word ik de Eselsteig opgestuurd. Fiks omhoog gaat deze weg naar de...... Eselskopf. 'Ich dink.....wat bun ich toch unne...' Duidelijk het zwaarste stuk voor vandaag. Ja, als je omhoog moet, gaat het ook weer omlaag. Een pittige afdaling wacht op mij. Eenmaal weer beneden, kom ik aan in het Luftkurort Ludwigswinkel. Een beetje aan de buitenkant loop ik er langs. Twee kilometer verder kom ik bij een hele mooie plek waar ik een hele lange pauze neem. Ik heb de tijd. Op een mooi terras bij de Zwickmühle am Saarbacherhammer (een meer) geniet ik in de zon van een Valentins weissbier alcohol vrij. Wat is deze pot lekker. 'Alsof ut bekende ingelke mich weer euver de tong piest' Het is een dag geworden van alleen maar genieten. Als ik dan na een uur weer verder ga, zijn het nog twee kilometer naar Fischbach. Even kijk ik naar de naam van de straat waar ik moet zijn. Warempel de Bergstrasse, daar moet ik zijn. De naam van de straat zegt genoeg. Het gaat weer bergop naar mijn slaapplek. Bij aankomst word ik hartelijk ontvangen door Frau Schimmel. Ik krijg een prachtige kamer, met balkonnetje. Ik krijg de code van haar wylan. Ze geeft mij een bak en wasgel voor het wassen van mijn kleren. Ik krijg een paar grote kleerhangers. Op het balkonnetje kunnen de kleren lekker drogen in de zon. Ook gaat ze nog glutenvrij brood halen voor het ontbijt morgenvroeg. Wat een service.
Woensdag 24 juni
Blieskastel-Kröppen 34 km.
Wao is dae paad?
Na een lange nachtrust, kom ik weer langzaam in het dagelijks ritueel. Beneden staat mijn ontbijt al klaar. Ik hoef alleen maar op de knop van de koffiemachine te drukken. Het smaakt mij uitstekend. Om acht uur trek ik de deur achter mij dicht en ben ik weg. Het zonnetje schijnt heerlijk, wat willen we nog meer. Vanuit het klooster loopt de weg weer helemaal omlaag. Eenmaal beneden ben ik weer zo op de Jakobsweg, richting Hornbach. De eerste pittige klim dient zich aan. Het zweet guts van mij af. Boven op de heuvelrug aangekomen, gaat de weg verder door een bos. Heerlijk lopen. Het bladerdek biedt een goede bescherming tegen de zon. Ik loop nu in de deelstaat Rheinland-Pfalz. Als ik het bos uit kom, ben ik in het dorpje Hengstbach, maar er ook zo weer uit. Over mooie glooiende wegen door velden met gerst en tarwe gaat het als een tie... Ongerwaeg zie ik een meter of vijftig voor mij twee hertenkopjes boven de tarwe uitsteken. Quant gezicht zo alleen het kopje met de oren recht omhoog. Als ik mijn camera wil pakken zie ik dat ze al springend ertussen uit gaan. In Zweibrücken ga ik bij een bakker naar binnen voor een kop koffie. Ja, alleen maar koffie 'die Torte las ich heute stehen'. Intussen is het behoorlijk warm geworden. Ongerwaeg naar Hornbach gaat het weer heerlijk door een dicht bos. Als ik hier loop, denk ik aan een gedicht dat ik heb opgeschreven in het klooster in Trier. Het gedicht heet ‘Morgenlied’ en is van L.Uhland. Ik vind het toepasselijk op deze dag.
Noch ahnt man kaum der Sonne Licht,
noch sind die Morgenglocken nicht in finstern Tal erklungen.
Wie still des Waldes weiter Raum!
Die Vöglein zwitschern nur im Traum,
kein Sang hat sich erschwungen.
Ich hab' mir langst ins Feld gemacht,
und habe schon dies lied erdacht.
Und hab' es laut gesungen.
In Hornbach loop ik een stuk om. Ik wil naar het klooster toe voor een stempel in mijn pelgrimspas. De dame aan de infostand is zeer behulpzaam. Buiten op de trappen van de kloosterkerk (helaas gesloten) eet ik in het zonnetje mijn brood. Blij dat mijn knie niet veel problemen geeft. Als ik weer verder wil gaan, mis ik mijn paraplu. Ik denk dat deze nog in Blieskastel ligt. Jammer, het was een handig ding. In Hornbach komen de twee wegen van de Pfalzer Jakobsweg samen. De zuid- en noordroute. Een half uurtje later ben ik weer op pad. Over een goed gemarkeerd pad van de ‘Fernwanderwege’ gaat het naar Riedelberg.
Ik wandel door de velden. Maar plots: weg pad, genne paad mier. Het zal toch niet waar zijn? Ik moet rechtdoor, maar links, rechts en voor mij alleen maar korenvelden. Hoe kan een pad nou midden tussen deze velden stoppen? Mij valt op dat er een hele lange strook bomen tussen de velden staan. Recht voor mijn neus, waar ik dus rechtdoor moet. Ik overleg met 'Mary' en hoor dat ik toch echt rechtdoor moet. Daar ga ik dan door het korenveld omlaag. Ik schat dat ik vijfhonderd meter sjravel met kar en al totdat ik bij het einde van het veld kom. Hier kun je wel zien dat er ooit een pad rechtdoor liep. Maar nu dicht struikgewas. Het doet mij direct denken aan het lied van Toon Hermans: Wat ruist er in het struikgewas, het is enne,enne.... jao in idder geval genne paad. Maar nog erger is de prikkeldraad die er in staat. Ik doe de gordel met de kar af, kruip onderdoor de prikkeldraad en baan me een weg door het struikgewas. Eerst ga ik verder zoeken om weer op mijn pad te komen. Dit vind ik ook. Maar ik zal dan door een bos steil omlaag moeten gaan naar de weg die ik beneden zie. En dat is volgens 'Mary' mijn weg. Ik ga terug mijn kar halen. Trek hem onder de prikkeldraad door, sleep hem mee tot aan het bos en dan roetsjen veur allebei omlieg nao de weg. De schade is snel opgenomen: schrammen, dorens in de handen en verrekke van de jeuk van de brandjnetels. Maar enfin…. niet zeuren, door naar Riedelberg.
De naam zegt het al, bergop dus. Ook weer een klein plaatsje. Gisteravond zag ik op de kaart dat er vanaf Riedelberg weinig verschil meer is in de hoogtelijnen, alleen het laatste stuk. Ik ben benieuwd. Op de Riedelberg-Höhe loop ik over een prachtige weg (7km) met zowel links als rechts een enorm weidse blik. Ik loop hier vlak aan de grens met Frankrijk (Elzas). Dan gaat het nog een keer het bos in om via een mooie slingerende weg naar Kröppen te lopen. Kröppen ligt deels in het dal en deels op een heuvel. Laat nu mijn slaapplek weer boven op die heuvel liggen. Een pittige klim, waar ik veel moeite mee heb. Maar bij aankomst in Gasthaus Knerr wordt mij een lekkere pot bier aangeboden. Ik neem een alcoholvrij weissbier. Daar is het engeltje weer….Proost. Helaas kan ik hier niet warm eten. Wat nu? Ik kijk de gastvrouw smekend aan. Is het mogelijk dat zij een uitsmijter voor mij maakt? Kein Problem. Met wat salade en mijn brood erbij: een lekkere maaltijd. Daarna douchen en kleren wassen. Hangend in het zonnetje is het zo droog. Een mooie, maar pittige dag zit er op. De downs van gisteren zijn al weer verleden tijd. Hoije!
Dinsdag 23 juni
Saarbrücken-Blieskastel 29 km.
Ups en Downs.
De fut is voor vandaag helemaal op. Het was me een dagje. Bijna negen uur ongerwaeg geweest. Ik laat het bij een opsomming van ‘ups en downs’
De Ups (altijd positief beginnen):
Gisteravond weer heerlijk glutenvrij gegeten. Zo ook vanmorgen het ontbijt.
Alternatieve route met 'Mary' gevonden om niet meer door de stad te hoeven. Prachtige wandelweg na Bischmisheim door het Mandelbachtal. Deels door bos, deels door velden.
Weer normale bloedsuikerspiegel na 2 eenheden bij gespoten te hebben.
Vele leuke, kleine dorpjes o.a Seelbach, Biesingen, Alschbach.
Parkeergarage van vliegveld Saarbrücken. Wandelkar hier kunnen repareren. Hier stond ik lekker droog en dus niet in de stromende regen.
Prachtige Jackobsweg door een dal voor Alschbach.
Leuke mensen ontmoet bij aankomst klooster. Echtpaar waarvan vrouw Nederlandse was. Zoon was vorige week hier in de kloosterkerk getrouwd en zij zelf waren hier ook getrouwd. Wonen 10 km verder op. Ook een Duits echtpaar wat erg behulpzaam is.
Werkelijk prachtige pelgrimsherberg. Slaap in een voormalige cel van de Franciscaner, welke nu helemaal is opgeknapt.
En dan nu de Downs:
Zeer vermoeiende klim van Schafbrucke naar Bischmisheim op de Geisberg.
De kou en de regen. Mijn veel te hoge bloedsuikerspiegel.
Het breken van een haak waar de kar in hangt. En laat het dan ook nog flink beginnen te regenen.
Dikke knie door val omdat ik met lus van schoenveter linkerschoen in andere schoen haakte. Slapstick ala Charlie Chaplin! Maar kon er niet om lachen.
De pittige en wederom zeer vermoeiende klim door het bos van Alschbach naar Blieskastel. Tijdens klim weer problemen met kar. Schroef verloren. Gelukkig zie ik de schroef meteen liggen.(en dat is dan weer een ‘Up’)
Bij aankomst groot bord bij pelgrimsherberg: 'Heute Ruhetag'. Bellen naar uitbater. Na poosje wordt sleutel gebracht. Klooster ligt op berg. Om te gaan eten moet ik 207 trappen af en weer op. Dat dan twee keer want ik moet ook nog glutenvrij brood bij de Rewe gaan kopen.
Dit was het, ik duik mijn bed in. En dat is weer een ‘up’
Maandag 22 juni
Saarlouis-Roden-Saarbrücken 29 km. (11km trein)
Pijpenstelen, Piepesjtele, Pfeifenstiele.
Na meer dan tien uur slaap, sta ik om zeven uur op. Gelukkig geen last meer van mijn rug. Toch doe ik eerst 10 minuten oefeningen voor mijn rug. Baadt ut neet, sjaat ut neet! De tafel is al gedekt als ik beneden ben. Ook de drie 'Radfahrer' komen ontbijten. Ze komen uit de buurt van de Bodensee en maken een tour door het Saarland. Ze kunnen zich niet voorstellen dat ik te voet ongerwaeg naar Rome ben en staan op om mij een hand te geven 'viel respect für dein Unternehmen'. Onder het ontbijt kletsen we nog wat en Frau Putze kletst gezellig mee. Kwart over acht ben ik weg. De weersverwachting is pet: de hele dag regen. Buiten trek ik voor de zekerheid de regenhoes over de kar. Vrij snel vind ik mijn weg door de stad, met dank aan 'Mary'. Ik kom terecht in een groot tuinbouwgebied waar men bezig is sla te steken. Zo veel soorten sla heb ik nog niet eerder gezien. 'Heut abend gibt es sicher vielen Salatteller'. Als ik zo in de rondte om mij heen kijk, wordt het alleen maar grijzer boven de heuvels. Het zal toch niet? En ja hoor. Even later regent het pijpenstelen. En schuilen onder de sla zit er niet in. Via Ensdorf en Bous loop ik door naar Volklingen. Hier twijfel ik wat ik zal doen. Intussen behoorlijk nat, besluit ik voor de laatste 11 km de trein naar Saarbrücken te nemen.(aaf en toe foetele mot kenne!) Hopen maar dat het nog een beetje opklaart, zodat ik nog wat van de Altstad Saarbrücken kan zien. Het bespaart me ook de weg door de drukke verkeersaders die hier genoeg aanwezig zijn. Als ik met 'Mary' overleg, zie ik dat ik de weg weer op kan pikken bij het stadhuis. Na een kort ritje stap ik op Saarbrücken Hbf uit. Een kopje koffie in een koffiebar op het station gaat er wel in. Buiten zie ik behalve veel 'Polizei', dat het nog steeds regent. Binnen loopt veel bewaking rond. Waar dat goed voor is? Viert ook de criminaliteit hoogtij in Saarbrücken?
Na de koffiestop regenjack weer aan, paraplu open, ga ik richting de toerist-office. Ook hier valt mij weer de vele bewaking op. De toerist-office is gevestigd in het statige stadhuis. Bij aankomst vraag ik om een stadsplattegrond en een stempel. Helaas geen stempel. Wel een boekje met een wandelroute door de Altstad en een stadsplattegrond. Ondanks de regen loop ik toch een heel stuk van deze route. Er is veel te zien zoals de St.Johann markt met zijn vele galerijen, winkels en terrassen (maar helaas geen terrasweer) en de Basilika St. Johann. Een mooie uit 1754 stammende barokke kerk. Er staat hier een bijzonder orgel dat uit drie delen bestaat. Totaal 62 registers en 4136 Pfeifen. (en neet die met die sjtelen) Ik eet hier mijn brood 'lekker drueg tusse Antonius van Padua en Franciscus van Assisi'. Buiten mij zijn er nog enkele personen binnen. Ik kijk uit naar een geestelijke, misschien hebben ze wel een stempel. Jammer, niemand te zien. Na nog enkele foto's ga ik terug naar het stadhuis. Hier valt mij op dat aan een gevel een grote St.Joris met draak hangt. Als inwoner van Drakegemeinte Beesel, kan ik het niet nalaten er een foto van te maken. Dan rap op weg naar de jeugdherberg die buiten het centrum ligt. Onderweg word ik her en der aangeklampt door zwervers en dronkaards die om geld vragen. Ik schenk er geen aandacht aan en loop stug door. In dit deel van de stad hangt van alles rond. Snel doorlopen. Verderop steekt een jongeman de drukke weg over en komt naar mij toe: 'bitte etwas Geld für die Nacht'. Ook hem negeer ik en verhoog mijn tempo. Het geeft me een unheimisch gevoel. Als ik een stuk verder ben en omkijk is hij verdwenen. Bij aankomst op mijn slaapplek kan ik gelukkig direct naar mijn kamer. Mijn natte plunje gaat uit en een warme douche doet wonderen. Ben benieuwd hoe ik met name mijn fleecetrui droog krijg. Intussen regent het weer flink. Maar ja, wat vandaag valt, valt morgen niet meer. Dan ga ik op pad naar de pelgrimsherberg in het Franciscanerklooster in Blieskastel. Zo hier hou ik het bij. Straks weer lekker eten en mij is al verteld dat alles glutenvrij is.
Zondag 21 juni
Dreisbach-Saarlouis/Roden 32km
Blik op oneindig en....gaon met die ker
Bij mijn reservering in deze jeugdherberg had ik aangegeven dat ik een glutenvrij dieet heb. En daar is prima voor gezorgd. Gisterenavond een geheel glutenvrij diner. Een heerlijke kom soep en een pastaschotel 'mit Käse überbacken'. Petje af, moet ik zeggen. Zo ook vanmorgen bij het ontbijt. Een dame van de bediening komt even zeggen dat de glutenvrije broodjes nog effe in de oven moeten. De yoghurt die bij het ontbijtbuffet staat, kan ik eten. Nou dan maar beginnen met een flinke kom yoghurt met een paar lepels fruit er in. Aan de vitamientjes denken! Zelf doe ik er nog wat van mijn glutenvrije muesli bij. Even later krijg ik een mandje met vier glutenvrije broodjes. Heerlijk! Twee eet ik er nu en de overgebleven twee broodjes zijn voor ongerwaeg. Nadat ik heb betaald, ben ik om half negen ongerwaeg naar Frau Putze in Saarlouis/Roden. Het is een heerlijk loopweertje, al ziet het er wel dreigend uit. Mijn weg gaat vandaag geheel langs de Saar. Dan weer eens links, dan weer eens rechts. Eindeloze lange en kaarsrechte stukken. Maar je komt van alles tegen op dit pad. Wandelaars, trimmers in alle soorten en maten, skaters, fietsers, hondenuitlaters en vissers. De weg is nagenoeg vlak. Veel bruggen, die hoog boven de Saar liggen, moet ik over. Vaak pittige klimmetjes ernaartoe. In Saarfels pauzeer ik op een bank langs de Saar en eet mijn broodjes en een banaan. Als ik weer aan de wandel ben, kom ik net voor Beckingen langs een middeleeuws feest welk gehouden wordt op een speelveld langs de Saar. Aan de geluiden te horen, wordt er veel gedronken. Ik loop er achter langs, maar doordat er veel tenten staan, zie ik niet veel. Als ik weer ergens over een brug moet en niet weet hoe daar in Godsnaam op te komen, ga ik overleggen met 'Mary'. Zij heeft de oplossing. Na wat trappen en een weg die eigenlijk geen weg is, sta ik zo boven op de brug. Dan gaat het in een gezapig tempo verder. De fut is er bijna helemaal uit. Uiteindelijk kom ik tegen half vier aan bij weer een brug die ik over moet om bij mijn pension te komen. Ik maak gebruik van de kortste weg. En dat is via een brede stalen wenteltrap waar ik met kar en al over omhoog ga. Op de brug is het dan nog een klein stukje. Als ik langs het station kom, zie ik vooral zwervers en drinkebroers. Mijn pension ligt in een linke buurt. Hier zal ik me niet in het nachtleven storten! Bij aankomst is er niemand thuis. Ik bel het nummer dat op de deur staat en krijg te horen dat Frau Putze ongerwaeg is. Na tien minuten kan ik binnen. De kamer is prima. Hier hou ik het maar bij.
Zaterdag 20 juni
Merzkirchen - Dreisbach 24 km
Mijn oortje 'Mary'
Ongeveer elf uur aan een stuk gepit. Vanmorgen dan ook zo fit als een hoentje. Om acht uur kan ik ontbijten. Het ziet er voortreffelijk uit. Even later komt Mary nog met gebakken eieren. Na het ontbijt kletsen we nog wat over van alles en nog wat. Ze vraagt naar mijn route van vandaag. Ik laat haar deze zien op de telefoon. “Ich emphele dir ein andere Weg zu nehmen. Dan brauchs du nicht immer Berg auf und ab zu gehen”. Nou daar heb ik wel oren naar. Gisteren al genoeg geproefd 'von auf und ab'. Ik moet volgens haar de Jakobsweg die naar Perl gaat, eerder verlaten. Zij wijst mij de weg aan op de kaart van mijn GSM. Het is een afkorting maar tegelijk ook een stukje om. Ik kan n.l. over de heuvelrug blijven lopen over een mooie geasfalteerde weg. Deze zal later toch weer op mijn originele route aansluiten. “Hass du dein Weg im Komoot ausgesetz, das benutzen viele Leute”. Ja, dat heb ik en ik zeg er maar meteen bij dat het een 'tolles GPS- program ist'. Dan wordt het tijd dat ik vertrek. Bijna negen uur wijst de klok. Het regent wel wat, maar allee. Mary geeft mij een paraplu mee, net zo groen als mijn fleecetrui. Het is een lekker licht ding. Na een hartelijk afscheid ben ik weg. Blij met de paraplu, blij met de alternatieve route, blij ondanks de regen, met de prachtige vergezichten. In Faha, een klein dorpje waar weer geen kip te zien is, kom ik weer op de route uit. Danke Mary für diese Variante!
Als ik even twijfel welke kant ik uit moet, doe ik het oortje in. Een vrouwenstem zegt me, wel in het Duits, dat ik links de weg moet volgen. Ik denk, deze stem geef ik een naam: Mary. Genoemd naar de Pilgermutter von die Herberge in Merzkirchen. Zo heet mijn oortje voortaan 'Mary'. Ongerwaeg heb ik veel plezier van haar mogen ondervinden. Want wist ik het even niet meer, dan ging het oortje in en dan vertelde 'Mary' wel waar ik heen moest.
Als ik Faha door ben, gaat mijn weg een donker bos in. Het regent maar het bladerdek beschermt me goed. Hier in dit bos doet mijn oortje 'Mary' goed haar best. Zonder haar was ik er misschien nooit meer uitgekomen. Een vermoeiende weg welke gestaag omhoog gaat, volg ik totdat ik bij de plaats Orscholz het bos verlaat. Hier moet ik dan een stuk langs een drukke verkeersweg, maar gelukkig houden de automobilisten rekening met mij. Na enkele honderden meters sla ik links af richting kerk. Hier neem ik een pauze en eet mijn brood op. Duistere wolken komen nader en ik doe maar snel de regenhoes over de kar. Als ik weer vertrek zijn de weergoden niet met me. Ut klettert mich get aaf. Mijn paraplu is een geschenk uit de hemel. Ik kan in mijn fleecetrui blijven lopen en mijn wandelbroek is waterafstotend. Orscholz uitlopend, ga ik richting Saarschleifen. Weer door een bijzonder donker bos vervolg ik mijn weg. Ik volg de Saar-Hunsruckweg die samen met het Cloef Pfad loopt. Bij een prachtig uitzichtpunt krijg ik een idee hoe de 'Schleifen' er uit ziet. De Saar maakt hier een bocht van 180 graden. Als ik verder ga, gaat het behoorlijk steil omlaag. Links van mij diepe afgronden, maar het is een mooi breed wandelpad dat goed is aangegeven. Omlaag krijg ik veel trappen op mijn pad, maar evenzo veel bruggetjes. Uiteindelijk kom ik onder aan de Saar uit. Hier raak ik in gesprek met een man, die mij aardig aan de lungel weet te houden. Hij heeft tien jaar in Well gewoond. Geboren in Konstanz. En vindt het 'Wahnsinn' dat ik te voet naar Rome ga. Een half uur staan we te praten. Intussen maakt hij ook nog een foto van mij. Als ik aangeef dat ik verder wil gaan, zegt hij: “Ich habe keinen Hut auf, sons hätte ich denn schon längs abgenommen”. Met een ferme handdruk neem ik afscheid en ga verder. Twee kilometer nog tot de jeugdherberg van Dreisbach over een kaarsrechte weg langs de Saar. Bij aankomst ligt mijn kaartje al klaar. Een klein kamertje, maar voor mij groot genoeg. Om zes uur kan ik warm eten vanavond. Nu zit ik met een lekker 'Benediktiner Weissbier mijn dagboekje bij te werken. Ondertussen proost ik op mijn Ruiverse fietsmaatjes Jan, Piet en Huub met wie ik vaker deze heerlijkheid al heb mogen proeven. Proost heren.
Morgen zal het een lange dag gaan worden. We zullen zien. Hoije.
vrijdag 19 juni Trier- Merzkirchen 30 km.
Het begin is gemaakt en hoe!!
Na een goede nachtrust en een uitstekend ontbijt, ben ik om kwart voor negen op weg. Buiten is het een aangename temperatuur (16 graden). Bij de St.Matthias basiliek bestudeer ik het grote infobord over de Jakobsweg. De weg naar Merzkirchen gaat helemaal over deze weg. Als ik weer doorloop zwaait er een vrouw naar mij in een auto. In Feijen, een buitenwijk van Trier word ik aangesproken door deze vrouw. “Du bist ein Jakobspilger. Ich habe dich erkannt an die Muschel auf dem Rucksack. Ich ware auch mal in Santiago”. Als ik haar vertel dat mijn weg naar Rome gaat, slaat ze haar hand voor de mond. “Nein, so weit!”. We vertellen nog wat over het pelgrimeren. Ze vraagt of de weg naar Rome ook een drukke pelgrimsweg is. “Gelukkig niet”, zeg ik tegen haar. Na een klein kwartiertje ga ik toch verder. De weg loopt vele kilometers langs de Mosel over een mooi pad. In Konz verlaat ik de Mosel en duik de bossen in. Bij Tawern krijg ik de eerste beproeving van de dag. De weg gaat omhoog naar de Metzenberg. Wat een pittig stuk. Ongerwaeg heb ik veel pauzes nodig, met veel water. Ook mijn proviand banaan, appel en brood verdwijnt snel achter de kiezen. De omgeving is prachtig, maar de weg gaat steeds omhoog en omlaag. Dit vergt energie. Niks rustig begin van mijn tocht, maar meteen afzien! Uren loop ik door velden en bossen zonder ook maar een kip tegen te komen. (en wat haaj ich zin in ein lekker sjtukske kiep) In Kümmem vraag ik aan een vrouw of ze mijn fles wil vullen. Ik zit dan al een tijdje op het droge. Kein Problem. Danke schön! Buiten Fisch kom ik bij een mooi kerkje dat prachtig ligt tussen de velden. Ik neem er een kijkje en zie er ook nog een mooie stempel liggen. Een stempel van Jacobus de Meerdere staat nu in mijn pelgrimspaspoort. Het laatste stuk is wederom zwaar. Steeds maar bergje op en bergje af. Ik zie al een hele tijd de kerktoren van Merzkirchen boven de velden uitsteken. Maar het duurt nog wel even voor ik er ben. Hier heb ik mijn slaapplek geregeld in een pelgrimsherberg. Uiteindelijk kom ik om half vijf aan, na bijna acht uur ongerwaeg te zijn geweest. Ik word hartelijk ontvangen door Mary. De wandelkar mag onder in de "preuverie" blijven staan. De herberg is boven de distillerij waar Mary verschillende soorten sterke drank destilleert. Ik vraag haar waar ik in het dorp ergens warm kan eten. Nou, nergens dus. Dat kan hier in dit dorp met 115 inwoners niet. Maar, zegt ze “Ich mache dir etwas warmes zu essen” Dass ist aber nett. Danke. Ik ben beland in een fantastische pelgrimsherberg. Prachtige kamers met elk een paar bedden. Mooie sanitaire voorzieningen. Na het douchen en kleren wassen, ga ik een uurtje naar bed. Kaput wie Hund. Om zes uur kan ik aan tafel en het ziet er voortreffelijk uit. Een lekker weissenbier er bij.... Wat willen we nog meer. Een ding weet ik wel: vanaovund gaon ich op tied met de Hühner auf Stock.
Donderdag 18 juni
Naar Trier
Vanmorgen om acht uur brengt Thea mij naar het station in Venlo. Op het perron zeggen we niet veel. Zonder woorden begrijpen we elkaar. Rond tien voor negen komt de trein binnen, die mij naar Düsseldorf zal brengen. Nog even een stevige omhelzing, de tranen rollen ons over de wangen. De laatste aanwijzingen van Thea: kiek goot oet, doot gen gekke dinge, laot dich neet gek make! Een ouder echtpaar dat ook staat te wachten, ziet het allemaal gebeuren. Nadat ik mijn rugzak en het pakket met mijn demontabele wandelkar in de trein heb gezet, maakt Thea nog snel een paar foto's. De man vraagt of hij een foto moet maken van ons beiden in de deuropening van de trein. Da’s fijn. Nog snel een dikke kus voordat de treindeuren definitief sluiten, en dan rolt de trein langzaam het station van Venlo uit. Onderweg heb ik nog een leuk gesprek met het oudere echtpaar. Ze gaan naar Düsseldorf toe en komen uit Venlo. De reis naar Trier gaat snel. Via een overstap in Düsseldorf en Koblenz ben ik om half twee in Trier. Met mijn veel te zware rugzak op mijn rug en in de hand het pakket met de kar, loop ik naar het klooster van de Josefschwestern, wat net achter de Porta Nigra ligt. Op het kantoortje word ik hartelijk ontvangen. Ik krijg tekst en uitleg over het hoe en wat hier binnen de Kloostermuren. Mijn kamertje ziet er knus uit. Later op de middag loop ik naar de Matthias Basiliek en laat ook meteen een stempel in het pelgrimspaspoort zetten. Bij terugkomst zet ik de wandelkar in elkaar en neem een heerlijke douche. Na nog een hapje te hebben gegeten, ga ik om negen uur op een oor. Morgen begint mijn pelgrimstocht naar Rome.
Nog een paar dagen.
Het voorbereiden van mijn pelgrimstocht vergt toch heel wat. Wat ga ik allemaal meenemen? Die vraag speelt al weken door mijn hoofd en geeft stof tot nadenken. Mijn rugzak moet niet zwaarder worden dan 10 kg. Ondanks dat ik met een wandelkar ga lopen tot in Lausanne. Maar ja, omdat ik diabeet ben van het type-1 is het schrikken. Poeh, poeh, als ik zie wat allemaal op tafel ligt en dat dit ook nog allemaal mee moet. Maar niet meer denken wat ik nog mee wil nemen voor mijn glutenvrij dieet, voor de eerste dagen. Langzaam bekruipt mij een angstig gevoel.
Een gevoel dat zegt van: wat als dit….en waar als dat….
Toch heb ik keuzes moeten maken. Enerzijds denk ik, we zullen wel zien ongerwaeg. Hoewel dit zeker niet in mijn straatje past. Dus ben ik de laatste dagen druk doende om me te beperken tot het hoogst nodige. Als dit de juiste keuze is?
Te voet naar Rome! Waarom? is mij vaak gevraagd.
Zelf denk ik om:
Ongerwaeg te zijn: in al zijn eenvoud.
Ongerwaeg te zijn: met mooie onverwachte ontmoetingen.
Ongerwaeg te zijn: om een te zijn met de natuur.
Ongerwaeg te zijn: en genieten van cultuur en historie.
Pelgrim
Pelgrim, jouw voetstappen,
zijn de weg, niets meer.
Pelgrim, er is geen weg,
de weg ontstaat door het gaan.
Al lopende maakt je de weg,
en als je omkijkt,
zie je het spoor,
dat je nooit meer zult bewandelen
Pelgrim, er is geen weg,
alleen de rimpelingen
van de zee.
(Antonio Machado, 1875-1939)